De bekeerde rentmeester

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 233 niet laden

De parabel die Jezus hier vertelt, heeft steeds moeilijkheden opgeleverd. Er wordt verhaald van een zaakwaarnemer die het goed van zijn meester verkwist, die daarvoor aangeklaagd wordt en zich dan inspant om zijn toekomst te verzekeren. Het verhaal wordt door Lucas omgeven door een hele serie andere raadgevingen over het gebruik en misbruik van geld. Die maken het verhaal nog moeilijker dan het al is. Meestal wordt aangenomen dat de rentmeester op een oneerlijke manier voor zijn toekomst zorgt. Jezus noemt hem onrechtvaardig. Dat is hij echter al voordat hij zijn voorzorgen neemt voor de toekomst. Het is niet zeker dat de manier waarop hij dat doet oneerlijk is.

Volgens de experts schijnt het in die tijd de gewoonte te zijn geweest, dat de rentmeester voor zijn heer besliste over leningen. Hij was ook degene die zijn commissie bepaalde. In sommige ge-vallen was dat de manier om een soort van rente te berekenen hoewel dat tegen de joodse wet was. Om iedere moeilijkheid te voorkomen werd bij het schrijven van de schuldbrieven het uitgeleende geld of goed te hoog berekend. Met andere woorden de te betalen commissie werd meegerekend...

Om een voorbeeld te geven. De geschiedschrijver Josefus bericht hoe koning Herodes Agrippa I bij een dreigend bankroet rond het jaar 33 van een bankier in het Nabije Oosten via een agent, Marsyas, geld leende. Om dat bedrag te krijgen tekende hij een schuldbekentenis van 20.000 Griekse drachmen, hoewel hij er 2500 minder ontving (J.F. Fitzmeyer, The Gospel according to Luke). Het verschil was Marsyas' commissie. Als het om goederen in natura ging, zoals graan, wijn, zout, olie en bier, dan bedroeg die ‘verborgen' commissie soms vijftig en soms zelfs honderd procent! Jezus vertelt een parabel en hij schroomt niet om zijn verhalen wat aan te dikken om heel duidelijk te zijn. De rentmeester trekt de commissies, die eigenlijk toch voor hem bestemd zijn, van de schuldbrieven aan zijn heer af. Hij is daarin - als deze uitleg inderdaad juist is - niet zonder meer oneerlijk. Jezus zegt niets van zijn manier van boekhouden. De tekst is daarover duidelijk: ‘De heer prees het in de onrechtvaardige rentmeester dat hij met overleg had gehandeld.' Waarschijnlijk houdt dit zelfs in dat hij de reducties door zijn rentmeester goedkeurde! Het ging immers bij die kortingen niet om het bezit van de heer maar van zijn rentmeester. En daar eindigt de parabel in vers 8a.

De parabel is tevens een waarschuwing tegen de gevaren van geld. Het gaat over een man die aangeklaagd is omdat hij geld verkwist. Iemand die niet rechtvaardig en onvoorzichtig met de eigen én de hem door zijn meester toevertrouwde financiën omspringt. Die, daarvan beschuldigd, op zijn ontslag rekent, ‘financieel bekeert' en nu heel wijs en voorzichtig zijn maatregelen treft. De ‘onrechtvaardige rentmeester' wordt zo een voorbeeld voor de volgelingen van Jezus, niet vanwege zijn oneerlijkheid - zijn aanvankelijk oneerlijk en verkwistend gedrag - maar vanwege zijn voorzichtigheid. Geconfronteerd met een crisis weet hij op de juiste manier te reageren, zoals de volgelingen van Jezus, door hem vermaand dat hun gedrag tot nu toe onrechtvaardig en verkwistend was, nu op hun beurt hun maatregelen - ook op financieel gebied - moeten treffen in het licht van die crisis.

Zoals vermeld, eindigt de parabel in vers 8a. Lucas plakt aan de parabel een heel stel aanhangsels. Misschien doet hij dat omdat de parabel toen al moeilijkheden opleverde bij hoorders en lezers, die niet op de hoogte waren van de economie van het boekhouden uit Jezus' tijd. Wellicht doet hij dat ook om de volgende parabel - van de rijke man met Lazarus aan zijn deur - in te leiden.

De toevoegsels die we in onze tekst vinden, laten drie verschillende manieren zien waarop in de eerste christelijke gemeenten op deze parabel gereageerd werd. Het zijn dan drie manieren om over deze tekst te preken: (1) De wereld zou er anders uitzien als de volgelingen van Jezus net zo toegewijd waren als zij die op zaken doen uit zijn. (2) Als je niet te vertrouwen bent met weinig, hoe kun je dan verwachten dat je méér toevertrouwd zal worden? (3) Hoe kun je tegelijkertijd God en de geld-god Mammon dienen? Maar, even afgezien van deze interpretaties, de parabel zelf is op zich een goede les!