Zij ging het huis van Zacharias binnen (Lc. 1,40)

 

Een advent zonder Maria, de moeder van Jezus, kan niet. We ontmoeten haar enkele dagen vóór kerstmis als aanstaande moeder, wachtend, zorgzaam, verkondigend, gelovig en dankbaar.

Onverwachte ontmoetingen

In de adventskrans staat meestal een Mariabeeld. Vandaag kunnen we er een beeld van een andere vrouw aan toevoegen, dit van haar nicht Elisabeth. Het leven van mensen is bepaald door toevallige ontmoetingen. Het kunstenfestival van Watou had in 2012 als thema: Over toevallige ontmoetingen en de dingen die niet echt voorbij gaan. We bloeien open zo we ons laten raken door het onverwachte dat in elke ontmoeting kan besloten liggen. Maria heeft dit gedaan bij het onverwacht bericht van haar komend moederschap.

Een oudere en een jongere vrouw. Deze laatste draagt een schat die elke andere schat overtreft. Het is een ontmoetingsverhaal, op gang gebracht door de boodschap van Gabriël aan Maria. “Twee aanstaande moeders, maar hoe verschillend in hun situatie. Die vrouw wier gezicht rijpte in verdriet en teleurstelling én dat jonge nog zo breekbare meisje. Beiden in blijde verwachting, en daarin helemaal samen. Maar bij de één kwam het begin te laat (ze droeg de smaad van een onvruchtbare) en bij de ander komt het veel te vroeg (zij draagt de smaad van een ongehuwde)” (W.R. van der Zee, Vandaag gebeurt het, p. 19).

De vreugde die uit God voortkomt is communicatief. Besmettelijk en toch gezond. Ze uitdragen en uitstralen hoort bij het evangelie. Vreugde vult gans het evangelie van Lucas. Ze klinkt door tot op de laatste bladzijde, tot op de dag dat Jezus naar zij Vader opstijgt en dat zijn leerlingen ‘in grote vreugde’ naar Jeruzalem terugkeren (Lc. 24,52).

 

Ik ben maar gekomen, mijn lieve nicht,

Al waren het donkere nachten,

Want moeders te helpen ben ik verplicht,

Geen vrouw zal vergeefs op mij wachten:

Ik ben trouw als de komst van het licht.

Anton van Duinkerken, Maria bij Elisabeth

 

Rol van vrouwen

Meer dan de andere evangelisten heeft Lucas oog voor de rol van de vrouw in de verkondiging van het evangelie. “Les femmes, dans l’Eglise, ont de tout temps été capables des plus audiacieuses missions quand elles ont consenti au fiat… Bien souvent , ce sont elles qui nous interpellent, nous autres hommes d’Eglise. Rien n’est plus valable des lors que la collaboration de l’homme et de la femme” (Sabine Laplane, Frère Roger de Taizé, Avec Presque rien, p. 246).

Drie vrouwen in het kindsheidevangelie zijn zelf heilsboodschap of brengen deze. Elisabeth draagt Johannes, de voorloper van Jezus. Maria draagt Jezus. Het kindsheidevangelie is een tweeluik met het luik van Johannes en dat van Jezus. Ze zijn geen doublures. Het eerste verwijst naar het tweede. Het Jezus’ luik heeft meer kleur. Johannes en Jezus zijn profeten, maar Jezus is de grootste van beide.

Hannah, een bejaarde profetes, is de derde vrouw in het kindsheidevangelie. Wanneer Jezus na zijn geboorte naar de tempel wordt gebracht, spreekt ze over dit kind met allen die uitzien naar de bevrijding van Jeruzalem (Lc. 2,38). Hoe brengen wij in onze kerstwensen Jezus ter sprake?

Het kind in de schoot van Elisabeth springt op van vreugde wanneer Maria binnenkomt. Wat gaat er bij de mens om tijdens de prenatale tijd van conceptie tot geboorte?

Door de groet van het kind in haar schoot om degene die komt, wordt Elisabeth zelf vervuld van Gods geest. Zij looft het grote dat in Maria aan het gebeuren is. De vlam, dat het kind in haar schoot ervaart, slaat over op zijn moeder en op elkeen die vertrouwen heeft in God. God ziet naar mensen om. Hij bezoekt zijn volk. De toekomstige baby Johannes herkent Jezus voor de eerste keer. Op dit moment spreekt Elisabeth ‘in de Geest’ zegeningen uit.

Elisabeth looft Maria om haar geloof. Zij prijst haar als een gezegende en uitverkorene. De woorden van Elisabeth vormen samen met deze van de engel het evangelisch gedeelte van het Weesgegroet. Tot op vandaag begroeten wij Maria met woorden van haar nicht Elisabeth: “Gezegend zijt gij onder alle vrouwen en ‘gezegend is de vrucht van uw schoot.”

Jezus is een zegen voor wie hem erkennen. Hij was een zegen toen hij leefde en werkte in Palestina. Hij blijft een zegen voor latere geslachten. Zegenend heeft hij afscheid genomen van zijn leerlingen. Hij blijft ons zegenend nabij.

Zegenen is Gods glans erkennen, die in een mens aanwezig is. Lucas heeft in het kindsheidevangelie oog voor zulk een glans. Elisabeth en Zacharias, beide spreken ze woorden vol zegen: Elisabeth over Maria en haar kind, Zacharias over Johannes, het onverwachte geschenk van God, toen niemand dacht dat Elisabeth op haar leeftijd moeder kon worden. “Als God mensen aanraakt, als mensen hun oren voor Hem openzetten, dan komen de tongen los, niet om te kletsen, maar om te zegenen” (W.R. van der Zee, o. c., p. 26). Zo zal Simeon de kleine Jezus en zijn ouders zegenen bij de opdracht in de tempel. Zegenen geeft groeikracht. “Iemand zegenen is iemand zo toespreken of zo behandelen dat hij/zij eraan groeit, dat hij/zij groter wordt” (Ib.). Gezegende mensen trekken andere mee. Gezegende mensen zijn een visitekaartje van God.

God in het midden

Erica houdt van het rozenkransgebed. Ze schrijft: “Als ik de rozenkrans 'kan' bidden en ik kom tot het eerste mysterie van het licht, dan komt in mij altijd de volgende gedachte. Op het ogenblik dat Jezus naar Johannes stapt om zich te laten dopen wordt Johannes opnieuw getroffen door de Drie-eenheid zoals het gebeurde op het moment dat Maria - die zwanger was - haar nichtje Elisabeth groet. Johannes ervaart 'spontaan' wie Jezus is. Ik vind dit zo mooi.”

Het ontmoetingsverhaal van Maria bij Elisabeth heeft een grote diepte. Bij dit wonder gebeuren van de ontmoeting van Maria en Elisabeth is er meer dan twee zwangere vrouwen. Beide hadden het besef dat God grote dingen doet doorheen dit dubbel leven dat hij schonk, het kind in de schoot van Elisabeth en het kind in deze van Maria. God toont zijn genade langs deze zwangerschap van twee vrouwen. Gods barmhartigheid heeft vrouwelijke trekken: “Deze ontmoeting in zusterschap tussen Elisabeth en Maria zet ons op het spoor van meer vrouwelijke taal en beelden in de Bijbel. De ervaring van zwangerschap is hierbij belangrijk. God is een barmhartige God. Deze uitdrukking geeft een Beeld van God die zorgt voor mensen zoals een zwangere vrouw zorgt voor het kind dat zij draagt”(Veerle Draulans).

God, de Drie-ene is er bij betrokken. Bij dit bezoek is Maria en is elke begenadigde opgenomen in de familie van God.

De Allerheiligenkerk in Basel (CH) is een moderne kerk, waarvoor Albert Schilling in 1958 het beeld schiep van Notre Dame de la Trinité, Onze Lieve Vrouw van de Drie-eenheid. Maria als ‘geestelijk vat’ zit met het Jezus kind in het midden en boven haar Gods hand en Gods duif. Ongeveer eenzelfde boodschap is afgebeeld in de geliefde icoon van de Emmanuelfamilie: Maria met het kind in haar schoot. God bezoekt zijn volk en werkt in elke mens.