1° Zondag Advent (2009)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 419 niet laden

Afgelopen week bracht ik een bezoekje aan het Cobra-museum in Amstelveen. Ik ging met de tram. Je moet dan, tussen tram-halte en museum, het grote winkelcentrum van Amstelveen door. Ik vond dat, dierbare gasten en parochia -nen, een heftige ervaring. De óvervloed die zich van alle kanten aan je opdringt. Je medemensen, hoe ze naar de waren kijken, hun tassen ... Ja. Eén van mijn leefregels is: Ik ga alleen iets kopen als ik iets specifieks in mijn hoofd heb. Dus niet: rondlopen en zien "of ik ergens tegenaan loop". Ik merkte: in dat winkel-centrum Amstelveen kwam die leefregel onder druk te staan oftewel ik werd in verleiding gebracht en moest de bewuste regel goed in gedachten houden. Wat de ervaring daarbij extra schril maakte waren de alomtegendigewoordige kerstbomen en -lichtjes. De eerste zondag van de Advent moest nog komen, de goedheiligman is nog in het land, maar ... al volop Kerstsfeer.

 Niet hier bij ons. Jenny Hoopman, die onze bloemen verzorgt, heeft vandaag voor wat takken gezorgd zoals je in deze tijd van het jaar, eind november, ook in tuinen, in het park en in het bos kunt tegenkomen. En we hebben natuurlijk de adventskrans waaraan we vandaag de eerste kaars hebben ontstoken. Eén. Wij tellen af. Kaars voor kaars, van zondag tot zondag. De Advent is een tijd van wachten, van afwachten. Wachten op Christus' komst, wachten op Zijn komen tot ons.

 Maar wat is dat voor een wachten, dierbare gasten en parochianen? Is het niet een wachten zoals op een bus van een buslijn die is afgeschaft en die dus nooit komen zal? Is ons Advent-wachten een wachten op Sint-Juttemis? Hoe reeël is ons wachten op Christus' komst? Wat is de substantie van Zijn komst?

 De traditie van ons geloof spreekt over een drievoudige komst van Christus.

 Ten eerste: Hij is reeds gekomen, in het vlees. We hebben het dan over de Jezus zoals Hij eens op aarde rondliep, over de historische figuur van wie we de geboorte jaarlijks met Kerstmis gedenken.

 Maar er is, ten tweede, ook het komen van Christus in heerlijkheid, aan het einde der tijden, "om te oordelen de levenden en de doden" zoals we in de geloofsbelijdenis zeggen. "Dan zullen ze de Mensenzoon met veel macht en heerlijkheid zien komen op een wolk" hoorden we in het evangelie van deze dag. Wat de aardse Jezus gezegd en gedaan heeft, wat er met Hem gebeurd is, dat is voor ons, die ons in ons leven met Hem verbonden hebben; voor ons is dat in ons leven beslissend. Het komt terug. Hij komt bij ons terug.

 Maar dan is er nog een derde wijze waarop Christus tot ons komt: Hij wil aankomen in ons hart. Daar wil Hij geboren worden, opnieuw geboren worden. Vandaag klopt Hij bij ons aan. Deze derde wijze van komen, veelgeliefden, verbindt de eerste en tweede manier van komen die ik noemde. Want het zijn de aardse Jezus, zoals wij Hem in de evangeliën leren kennen én de Jezus die komen zal in heerlijkheid die belét bij ons vragen, die bij ons binnen willen komen en die vragen bij ons, ín ons te mogen leven. Vandaag al gebeurt dat, mét dat wij over en van Hem horen én zodadelijk als wij Zijn Lichaam en Bloed mogen ontvangen. Hij komt bij ons áán en bij ons binnen, langs de weg van onze oren, langs de weg van onze ogen en langs de weg van onze mond. Wij ontvangen Hem en wij consumeren Hem, héél substantieel.

 En de vraag is dan natuurlijk: Hoe diep dringt Hij tot ons door? Hoe diep mág Hij van ons tot ons doordringen? Geven wij Hem alle ruimte? Geven wij Hem carte blanche? Kan Hij met ons alle kanten op? Zijn we helemaal beschikbaar? Stellen wij onszelf op als bereidwillige en soepele instrumenten voor en van Zijn Geest om op deze aarde aanwezig te zijn om gestalte te kunnen geven aan Zijn, aan Jezus' vrede en vreugde? Of houden wij liever contrôle: tot hier Jezus en niet verder!

 "Moge de Heer uw liefde voor elkaar en voor allen steeds groter maken (...)" "Laat Hij uw hart sterken, zodat u onberispelijk en heilig bent ten overstaan van God onze Vader, bij de komst van onze Heer Jezus." Zo schrijft de apostel Paulus in zijn eerste brief aan de christenen van Tessalonika. En hij spreekt over "een levenswandel die God welgevallig is". Is God blij met jou, zoals jij leeft? Een gewetensvraag.

 Het evangelie van deze zondag ademt een onrustbarende sfeer. Het spreekt over vreemde, angstaanjagende natuurverschijnselen: "De mensen zullen het besterven van schrik en spanning om wat de wereld gaat overkomen, want de hemelse machten zullen wankelen." Wat is er in godsnaam gaande in de atmosfeer? Alle gletsjers smelten! En aller ogen richten zich verwachtingsvol maar ook gepannen (want: zal het werkelijk wat veranderen, wordt het geen mislukking?); we kijken naar Kopenhagen, want daar, van de wereldleiders die zich daar binnenkort zullen verzamelen; van hen zou toch de oplossing moeten komen?

 Ja! Misschien wel. Laten we het hopen, laten we de moed niet opgeven dat mensen van goede wil die hun krachten bundelen iets vermogen ten opzichte van onheil dat dreigt. Maar tegelijk worden wíj hier uitgenodigd om vérder en ook díeper te kijken, achter en voorbij de mensen en de natuurverschijnselen. Wíj worden hier uitgenodigd om onze ogen te richten op en onze hoop te stellen in de komende Mensenzoon. "Hemel en aarde zullen voorbijgaan" zegt het evangelie ons aan. Op een dag valt echt het doek, voor ons individueel en vroeg of laat ook voor de mensheid. (Maar) "zorg (...) dat die dag u niet plotseling overvalt als een klapnet" zegt Jezus. "Zorg ervoor dat je niet versuft raakt door de roes van dronkenschap en door de zorgen van het leven (...). Blijf te allen tijde waakzaam en bid dat u de kracht zult hebben om te ontkomen aan alles wat er gaat gebeuren en rechtop te staan voor de Mensenzoon." "Sta op, recht en fier, uw verlossing is dichtbij."

 Woorden die een opdracht inhoud. En ook: zeer hoopgevende woorden! Er is veel ellende, ook wat betreft de Kerk. Ik denk even aan het rapport dat afgelopen week uitkwam in verband met misbruik van kinderen door priesters in de katholieke kerk van Ierland. Ondanks die ellende gaan Jezus' woorden gaan tóch niet voorbij: "Uw verlossing is dichtbij." Mogen wij ons innerlijk, met heel ons hart daarop afstemmen, mogen we er vurig naar verlangen, héél deze Advent en al onze levensdagen: naar de dag waarop wij oog in oog zullen staan met Hem. Dat het zó voor ons mag zijn. Dat de ontmoeting met Christus voor ons vreugde mag betekenen. De ontmoeting zodadelijk met Kerstmis, én "eens als de bazuinen klinken" én reeds vandaag op deze eerste zondag van de Advent. Dat Hij ook ons wachten op Zijn komst voeden mag. Amen.