Als onze wereld instort

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 233 niet laden

Wij zouden liever hebben dat Jezus zegt: ‘Neen, dat zal allemaal niet gebeuren, wees maar niet bang; en als het toch gebeurt, zullen jullie, mijn geliefde kinderen, gespaard blijven.' Maar Jezus zegt dat niet. Integendeel, Hij roept volop mee met de onheilsprofeten: de wereld zal vergaan en de mensen zullen radeloos zijn van angst. Alle beelden zijn goed voor Hem, zolang ze maar verschrikking oproepen.

Men kan gaan speculeren over de vraag of al die woorden wel van Jezus zelf komen. Veel geleerden denken dat die zogenaamde voorspellingen achteraf in Jezus' mond gelegd zijn door de eerste christenen, naar aanleiding van de verwoesting van Jeruzalem in het jaar zeventig. Dat is best mogelijk. Maar zelfs als dat zo is, blijft nog de vraag waarom de eerste christenen Hem zoiets lieten zeggen. Allicht omdat die woorden betekenis hebben voor alle tijden en dus ook voor ons, die zo veel later leven.

Het is inderdaad van alle tijden: mensen hebben schrik dat het slecht zal aflopen, dat onze wereld versneld zijn ondergang tegemoet gaat, misschien wel omdat we zelf bezig zijn onze planeet te vernietigen. Op dat soort gevoelens lijkt het evangelie op zijn manier in te spelen. Het raakt snaren die elke mens in zich draagt. Als het al niet gaat over wereldomvattende rampen, dan kan het nog altijd slaan op onze eigen kleine wereld. Ook die is immers broos en bedreigd. Die bange (voor)gevoelens wegpraten is niet wijs. Het is evenmin juist te denken dat er ons geen erge dingen zullen overkomen omdat we in Jezus Christus geloven. Dergelijke teksten, die in de evangeliën tamelijk vaak opduiken, schuiven we beter niet opzij. Ze zeggen iets over wat we van het geloof wel mogen verwachten en wat niet.

Mensen die in de vroege ochtend op bedevaart gaan naar Maria, worden in een stom ongeval door een auto weggemaaid. Je verstand staat erbij stil. Voor familie en vrienden stort de wereld in. Het evangelie geeft geen reden aan waarom dat gebeurt. Met gelovige mensen nog wel, die op dat moment aan het bidden zijn. Dit is werkelijk ‘apocalyptisch'.

Maar wat biedt ons geloof dan wel nog, als de wereld instort? Doorheen de evocatie van uiterste benauwenis doet Jezus een beroep op het pure vertrouwen. In de gestalte van de Mensenzoon zal Hij er zijn, zelfs als het ergste ons overkomt, zelfs als onze wereld ineenstort. Hij weet dat Hij daarmee ons geloof en ons vertrouwen tot het uiterste op de proef stelt. Daarom spoort Hij ons aan: ‘Blijf te allen tijde waakzaam en bid dat u de kracht zult hebben om (...) rechtop te staan voor de Mensenzoon.' Niemand van ons weet op voorhand hoe hij of zij zal reageren als onze wereld instort. Jezus zegt niet dat Hij ons immuun zal maken voor angst en wanhoop. Hij zegt alleen dat Hij er zelfs dan zal zijn en dat het erop aankomt ons vertrouwen in Hem altijd te behouden.