Heer, onze gerechtigheid

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 233 niet laden

Het is soms alsof onze leefwereld platgedrukt is. Er zit zo weinig diepte en perspectief in. Jaren geleden, in de zestiger jaren, scheen dat zo nieuw dat er allerhande theorieën de ronde over deden. De mensheid was eendimensionaal geworden. We vermaken onszelf, we consumeren, we drinken en we worden levend opgevreten door de zorgen voor alle dag. Maar er is weinig of niets, zelfs niet in onze politiek, dat iets te maken heeft met iets echt nieuws, met een belofte, of een toekomst.

Er zijn zoveel dreigingen, zoveel tekenen in de zon, de maan en de sterren. Er is zoveel ellende, miserie en chaos over de hele wereld, dat er echt moed voor nodig is om dag in dag uit geconfronteerd te willen worden met de wereld rondom je. Velen willen dat niet meer. Ze kijken of luisteren misschien nog naar het nieuws. Dat is nodig om eventuele onaangename verrassingen te voorkomen. Dat is alles. Als je ze dan vraagt waarom ze geen verdere interesse hebben, of als je jezelf afvraagt waar je interesse bleef, dan is het antwoord vaak hetzelfde. We kunnen er gewoon niet tegen.

Het is geen egoïsme dat hen en ons zo doet reageren. Het is veel erger. Het is een reactie op de tijd waarin we leven. Het is een overleeftechniek. Je moet je wel op jezelf terugtrekken en tot een minimum reduceren om de wereld - rond en in jezelf - psychisch aan te kunnen. Je leeft van dag tot dag. Je kijkt nooit terug, en de enige reden dat je vooruit kijkt is om niet onvoorbereid overvallen te worden door de rampen, die we diep in ons hart allemaal verwachten. Op zoveel gebieden - ecologisch, economisch, sociaal - kan het alleen maar erger worden, zeggen we tegen onszelf en tegen elkaar. Je voelt je belegerd, en je trekt je terug op het fort van je eigen innerlijk, zwaar bewapend en verdedigd om iedere infiltratie van buitenaf te voorkomen. Een minimum om zelf psychisch te overleven. Je passeert de ellende op je weg zonder op te kijken. Je hoort over de ergste rampen in andere delen van de wereld zonder er aandacht aan te schenken.

Dat moet ook wel, wat zou je er aan kunnen doen, of zelfs algemener, wat zou men er aan kunnen doen? Dus zijn er geen echte plannen voor de toekomst meer. Het zal onze tijd wel uitduren. En zelfs dat is niet zeker. Het is dit uitzichtloos gemis aan perspectief dat Jezus schijnt te beschrijven. Mannen en vrouwen die platgeslagen zijn door de angst voor wat hen boven het hoofd hangt. Hij moet dit alles uit eigen ervaring gekend hebben.

Je hoort vaak dat de reactie op dat soort uitzichtloosheid wanhoop is, of een depressie. Veel patiënten die te horen krijgen dat ze ongeneeslijk ziek zijn, dat deze ziekte hun leven zal beëindigen en dat ze nog maar enkele maanden, hooguit een jaar of zo te leven hebben, reageren niet op die manier. Het gebeurt vaker dat de wereld in zo'n geval rond hen in elkaar schrompelt. Ze denken alleen nog aan zichzelf. Ze praten alleen over zichzelf, over hun ziekte, hun lichamelijke en psychische reacties, hun pijn en hun stoelgang.

Jezus en Lucas ontkennen de ernst van de menselijke conditie niet. Ze dramatiseren onze situatie in apocalyptische termen. Er is het gebulder van de oceaan, en het schudden van het firmament. De mensen zullen het besterven van schrik - ofwel letterlijk vertaald: ze zullen hun adem verliezen. Dat alles wordt gevolgd door een voorgevoel, een spanning. Een spanning, die voor hen die begrijpen wat er aan de hand is, niet leidt tot een futloze machteloosheid, of in elkaar schrompelen tot een minimaal zelf. Het leidt tot een actieve waakzaamheid.

In de adventstijd worden we uitgenodigd om rechtop, met opgeheven hoofd, uit te kijken naar de dingen die de bewoonde wereld te wachten staan. De vestiging van een stad die zal heten: Heer, onze gerechtigheid. Dat is de belofte. Het geloven in die goddelijke belofte kan alleen maar worden waargemaakt door aan die stad te bouwen. Er is geen andere weg. Het is de belofte die ons bij elkaar houdt. Het is de belofte die de nodige liefde voor elkaar mogelijk maakt. Onze adventsverwachting staat haaks op een perspectiefloos leven.