1° Zondag Advent C (2012)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 419 niet laden

Gistermiddag had ik wat te vieren. Met een groep vrienden raakten wij verzeild in het zeventiende eeuws proeflokaal In de Olofspoort in het hartje van Oud-Amsterdam. Ik kende het niet maar vond het prachtig, heel sfeervol. Geen muziek. Maar de waardin, Riny, met lang blond golvend haar, geeft op besloten avonden geregeld recitals in het café zo begreep ik. Daarbij zingt ze vooral veel Schubert. En dat past natuurlijk zeer goed, want van de liedkunst van Franz Schubert is het café het natuurlijk milieu, daarin is die liedkunst ontstaan. Vol trots wees Riny mij op een grote affiche met een portret van Aafje Heynis. "Daar heb ik een paar jaar les van gehad," zei ze, en: "daar ben ik heel dankbaar voor." Ja, dat kan ik mij voorstellen. Wij bestelden een Affligem, abdijbier. En één van onze vrienden stond er op dat ik daarbij ook nog een likeur Alleluia zou proeven – een likeur die de naam waardig was naar bleek. En zó, in een toch licht benevelde staat moet ik u bekennen, spoedde ik mij gistermiddag door de stromende regen omstreeks vijf uur huiswaarts om voorafgaand aan het avondgebed in de duistere kerk de adventskrans te zegenen: "Wij bidden u: zegen deze krans + en deze kaarsen. Zij zijn een teken dat Gij de Heer zijt van eeuwigheid aan wie ook de toekomstige tijd behoort. Zij zijn een teken van het leven, dat wij van u verwachten: een teken ook dat Gij het licht zijt, dat schijnt in de duisternis. Laat onze liefde toenemen en laat ons met nieuwe toeleg op zoek gaan naar U." Met die woorden wordt (en is nu ook hier) de adventskrans gezegend. Een prachtig, eenvoudig gebed vind ik, waarin eigenlijk heel ons christelijk geloof, en onze hoop, wordt verwoord: "Gij... het licht." "Laat onze liefde toenemen." "Met nieuwe toeleg... op zoek naar U."

 Ach ja, dierbare gasten en parochianen, van wie, waarvan zouden we het anders moeten verwachten dan van onze God? "Tot wie zouden wij anders gaan?" (Joh. 6, 68). Moeten wij ons wenden tot de wetenschap? Iemand die de boel maar een beetje bij elkaar verzint heeft als hoogleraar jarenlang z'n gang kunnen gaan. En was en is hij de enige? Of moeten we ons wenden tot de politiek, moeten we het daarvan verwachten? De dames en heren politici doen allemaal enorm hun best – in elk geval ook om "goed over te komen", maar bezuinigd wordt er hoe dan ook en gebeurt dat wel eerlijk? Of moeten we ons tot de dokters wenden, moeten we het van hen verwachten? Hoe deskundig en betrouwbaar zijn die? Allerlei consulten, medicijnen en behandelingen die worden voorgesteld, dienen die echt het belang van patiënten of veeleer de portemonnee van de arts?

 Ja veelgeliefden, tot wie gaan? "Gij zijt het licht, dat schijnt in de duisternis" zegt het gebed. Ik vind die woorden "teder". Die woorden ontroeren mij. Er zit een soort onbedorven frisheid in. Het zijn woorden "van voor verdriet" om met de dichteres Maria Vasalis te spreken: "Ik zag vanavond voor het eerst een ster/Hij stond alleen, hij trilde niet/Ik was ineens van hem doordrongen/ik zag een ster, hij stond alleen/hij was van licht, hij leek zo jong en/van vóór verdriet."[1] Ja, veelgeliefden, daar willen we naar terug, naar een wereld van voor of van voorbij verdriet, een wereld waarin mensen ophouden om elkaar verdriet te doen, een wereld waarin Gods goede licht in elk van ons onbevangen stralen mag en kan en wordt gezien. "Moge de Heer u overvloedig doen toenemen in liefde voor elkaar en voor alle mensen." We hoorden die woorden in de tweede lezing vandaag, in Paulus' eerste brief aan de Tessalonicenzen. "Moge de Heer u overvloedig doen toenemen in liefde voor elkaar en voor alle mensen." Een goede, zinvolle aansporing, ook voor ons. Op het punt van vriendelijke en liefdevolle bejegening van elkaar doen zich ook voor ons geregeld wat je noemt "groeimogelijkheden" voor, momenten waarvan je denkt: ja, dat zou beter kunnen. "Zorgt er voor dat uw geest niet afgestompt raakt door een roes van dronkenschap." Gisteravond in het avondgebed las ik die woorden uit het evangelie van deze zondag ook al voor, ik zei het u al, met een Affligem-abdijbier en een Alleluia-likeur achter de kiezen. Ik voelde me daarbij even heerlijk katholiek en tegelijk weet je en wil je zelf ook: je geest helder houden, het huisje bij het schuurtje houden en gericht blijven op Gods goede licht dat is en groeit en dat komende is. Ik wens u, veelgeliefden, in dat licht een gezegende adventstijd. Amen.