Overweging Goede Vrijdag (2006)

We gedenken het lijden en sterven van Jezus.

De officiële leiders van de godsdienst, zij die dienaren van de Almachtige genoemd worden, hebben Hem aangeklaagd en uitgesloten; de vertegenwoordigers van de staatsmacht hebben Hem, na geestelijke en lichamelijke marteling, laten afmaken op een weerzinwekkende wijze. Soldaten deden dat vuile werk.
Jezus heeft een dergelijk vroegtijdig levenseinde niet gewild, zoals geen enkele sterveling dat zou willen, tenzij iemand het leven moe is. Jezus heeft het er wél naar gemaakt, vonden de gezagsdragers; het was voorspelbaar.

Het overkomt mensen die geen water bij de wijn willen doen, die principieel blijven, wel meer. Zij laten zich niet verleiden om te zeggen dat ze het eigenlijk allemaal anders hadden bedoeld of dat ze verkeerd begrepen zijn.

Jezus neemt zijn geloof en zijn joodse godsdienst zeer ernstig.
Hij wil gelovig en godsdienstig zijn op alle gebieden van de samenleving en op elk moment van de dag. Jezus is er van overtuigd, dat er bij het laatste oordeel op de eerste plaats gevraagd zal worden naar wat de mens gedaan heeft voor de hongerigen en dorstigen, voor de vreemdelingen, de naakten, de zieken en de gevangenen.
De mens kan pas recht voor God staan als hij zijn medemensen eerlijk in de ogen kan zien.
Jezus is er ook van overtuigd, dat Gods koninkrijk er zal komen.
Wanneer de ene mens zich, op welke wijze dan ook, niét verrijkt ten koste van de andere, dan zal het nieuwe Jeruzalem op aarde verrijzen.
Jezus is er van overtuigd dat de wet dienstbaar moet zijn aan het welzijn van mensen en niet dat mensen geknecht moeten worden door de wet;
Hij maakt duidelijk dat al het land van de Schepper is en dat de keizer dus op niets moet rekenen;
dat er geen onderscheid is tussen joden en niet-joden, tussen reinen en onreinen.
God is niet enkel te vinden in tempels. Hij kan overal aanbeden worden.
Hij woont midden onder ons.

Jezus gaat dus te ver in de ogen van de godsdienstige leiders, te ver weg van tempeldiensten en religieuze voorschriften.
Hij maakt de godsdienst te menselijk en komt op het terrein van de inrichting van de staat, van de maatschappelijke verhoudingen.

De wereldlijke leiders zijn er van overtuigd dat dergelijke godsdienstige opvattingen en praktijken onrust betekenen en schade toe brengen aan de macht van de keizer.
Wanneer de groten van deze aarde, althans zij die leven in de waan groot te zijn, samen spannen, kan het gebeuren dat gelovigen en ongelovigen zich vergrijpen aan Jezus.
De wereld vergrijpt zich aan God die mens wil zijn.
Wij gedenken vanavond die gebeurtenis en we zien waartoe mensen in staat zijn.