De Heer heeft het nodig (Mc. 11,3)

“Morgen steken ze de pastoor buiten zijn kerk.” Zo sprak jaren geleden een buurvrouw de dag vóór palmzondag. Ze wees daarmee op het toenmalig ritueel, waarbij de priester tijdens de palmprocessie naar buiten ging. De deur ging dicht en hij moest dan met het kruis op de deur kloppen. Deze ging open en de processie kon de kerk binnen. Dit was een duidelijke toespeling op Jeruzalem dat niet zo enthousiast was om Jezus te ontvangen.

Op welke dag?

Wanneer heeft deze intrede plaats gehad? In het begin van de Goede week? Of op een ander moment?

De vier evangelisten hebben elk het verhaal van de intocht van Jezus in Jeruzalem. De synoptici, vooral Lucas, zien het levensverhaal van Jezus als een opgaan naar Jeruzalem, waar Jezus slechts op het einde van zijn openbaar leven naar toe trekt (Lucas had reeds in zijn kindsheidevangelie Jezus twee maal in de tempel gebracht).

Volgens het evangelie van Johannes was Jezus meerdere keren in Jeruzalem zoals voor een paasfeest en bij een Loofhuttenfeest. Bepaalde commentatoren situeren de triomfantelijke intocht van Jezus eerder tijdens een Loofhuttenfeest, dat in september plaats had. Het relaas zou daaruit elementen hebben overgenomen: de feestelijke stemming, de palmen, de tenten op de Olijfberg, de zangen, de processie met het water naar de vijver van Siloë. Op feestdagen deinde de feestvreugde van de stad Jeruzalem uit tot Betfage. (ctr commentaar in de Christian Community Bible, goed bekend in de Filipijnen).

Opgaan naar Jeruzalem

Elke evangelist heeft in zijn geschrift een theologische bedoeling. Marcus groepeert in Jeruzalem gesprekken en gebeurtenissen die zich over meerdere tijdstippen hadden kunnen voordoen. Hij laat de intocht in Jeruzalem voorafgaan door de genezing van een blinde in Jericho (Mc. 10,46-52). Vandaaruit is het nogal te stijgen tot in Jeruzalem. Jericho ligt 250 meter onder de zeespiegel en Jeruzalem, het doel van de tocht van Jezus, ligt ongeveer 740 à 780 meter boven de zeespiegel. Een enthousiaste menigte volgde hem, hoofdzakelijk streekgenoten uit Galilea. Zoals bij de blinde zijn misschien ook hun ogen opengegaan.

Bij Marcus mocht lange tijd niet gezegd wie Jezus was, maar nu is de tijd daarvoor aangebroken. We krijgen de feestelijke stoet, die als maar groter werd. Het lijkt op een intronisatie, een erkenning van Jezus door zijn aanhangers, mensen uit Galilea.

Gezeten op een ezel

De intocht had iets weg van een vreugdevolle doening. De Romeinen had er geen moeite mee. Een man op een ezel kan niet zo gevaarlijk zijn!

Het optreden van Jezus heeft veel weg van een daadprofetie, zoals in het Eerste Testament profeten naast hun woorden ook door hun handelwijze het volk tot inzicht en inkeer wilden brengen. Jezus wou een daadprofetie stellen. Mensen hadden verwachtingen naar iemand die hen zou verlossen uit hun narigheid, misschien zelf van de Romeinse bezetter. Maar Jezus is geen zeloot. Hij komt niet met macht, maar voltrekt een profetie van Zacharia: “Nederig komt hij aangereden op een ezel” (Zach. 9,89). God zoekt het niet in de kracht van paarden. God vindt zijn vreugde in wie hopen op zijn liefde en trouw (ps. 147,10-11).

Jezus zoekt een ezel van dienst; maar hij komt niet met een dienstwagen. Zoals beloofd, zullen de leerlingen het dier wel aan zijn eigenaar terug gegeven hebben. Het ezeltje is naar de weide teruggekeerd, maar het kreeg voor altijd een plaats in de christelijke symboliek.

De Heer heeft het ezeltje nodig (Mc. 11,3). De Heer heeft ons nodig. We mogen meegaan op zijn pelgrimstocht. Durven we dit aan als het leidt naar Jeruzalem en naar een lijdenweek?

De geestelijke pelgrimage

In de tentoonstelling Heilige Plaatsen Rome, Mekka, Jeruzalem hing een schilderij uit het Museum van Leuven, De ‘Passie van Christus’, werk van een Brabants Meester (1470-1480).

Het schilderij toont de verschillende episodes van de Passie van Christus. Links onderaan de intocht op een ezel, rechts bovenaan de verrijzenis daartussen de lijdensweg. De verschillende episodes zijn gemerkt met gotische letters volgens het alfabet (van A, de intrede van Jezus, tot U, de verschijning aan Maria Magdalena). Ze vormen op die manier één doorlopend verhaal op het paneel.

Door de beweging die de toeschouwer maakt bij het volgen van de verschillende episodes op het paneel, maakt de kijker deel uit van de actie. Via dit werk wordt de westerse toeschouwer meer betrokken bij het Christuslijden. Met opzet wordt Jeruzalem meer als een West-Europese stad afgebeeld. Ook lijken de situaties de toeschouwer bekend voor te komen dankzij de details die uit het dagelijkse leven zijn gegrepen (Museum Leuven).

De lijdensweg van velen

We beginnen aan de lijdensweek op Palmzondag. Ze is al zo lang bezig. Wat op onze dagen gebeurt, maakt velen angstig: emigranten, slachtoffers in het Nabije Oosten, terrorisme, vervolgde christenen. Vanaf het begin van januari 2015 tot heden is het al een lange lijst. Bij de onthoofding van 21 Koptische christenen door terreurgroep Islamitische Staat in Libië zei paus Franciscus: “Ze werden vermoord, omdat ze christenen zijn.  Het bloed van onze christelijke broeders is een getuigenis ongeacht of het katholieken, orthodoxen, kopten of lutheranen zijn: ze zijn christenen, die met hun bloed Christus belijden.” Er zijn martelaren onder alle christenen. De oecumene van het bloed groeit verder.

Durven we met Jezus meegaan naar Jeruzalem? Paus Benedictus heeft drie jaar geleden in zijn laatste preek op een Palmzondag de palmzondag omschreven als de dag om voor Christus te kiezen. Hij besloot met een citaat van de heilige Andreas, bisschop van Kreta:

Spreiden we dus liever nederig voor Christus onszelf uit dan de mantels of de levenloze takken of de groene twijgen die slechts voor enkele uren een lust voor het oog zijn maar die bestemd zijn om met het vocht ook hun groene kleur te verliezen. Spreiden wij liever onszelf voor Hem uit, bekleed met zijn genade, of beter, met heel Hemzelf ... en werpen wij onszelf als uitgespreide mantels voor zijn voeten ... om aan de overwinnaar van de dood niet langer eenvoudige palmtakken aan te bieden, maar overwinningstrofeeën. Laten ook wij, zwaaiend met de geestelijke takken van de ziel, elke dag samen met de kinderen op heilige wijze roepen: Gezegend die komt in de naam van de Heer, de koning van Israël.”

Christus volgen als het moeilijk is, de opdracht waar we in deze tijd voor staan. Kiezen wij voor Jezus en blijven we meegaan? Palmzondag leidt tot Pasen, maar doorheen een weg van lijden.

**********

Gelezen op de Internetgazet Neerpelt: Herinneringen uit de Statiestraat: dood en verrijzenis. Lvpk, vrijdag 21 maart 2008:

"Op Palmzondag begint bij de blijde intocht in Jeruzalem ook voor de kleine misdienaar een drukke en droevige werkweek. Hosanna zingen, met palmtakken zwaaien en Jezus rijdt op een ezelin met veulen feestelijk de stad binnen. Wierookkorrels in het wierookvat, asperges me, met de kwispel driemaal wijwater over de palmtakken in die grote wissen mand, pueri Hebraeorum zingt het nonnenkoor en de pastor deelt de palmtakken uit. Palmtakje en wierookvat in de hand loop je in rood-witte misdienaarskledij achter de manke oude pastor van het rusthuis aan, in stoet met de nonnen door de nauwe bovengangen van het rusthuis. Even de ogen dicht, dan zie je de bejaarde pastor met dikke pantoffels en zwarte gebreide handschoenen met blote vingertoppen op die ezel van Christus rijden. Gloria laus, zuster koster die met het kruis voorop gaat in de stoet klopt met de voet van het kruis op de gesloten deur van de kapel en de processie mag naar binnen voor de mis. De hoge stem van zuster koster leest het lange Mattheus-evangelie voor, nu en dan onderbroken door het hese geprevel van de pastor met de Jezuswoorden. Moe tracht je geknield voor het altaar het verraad van Judas te volgen, je valt met de apostelen in slaap in de tuin van Gethsemani terwijl Jezus biddend in doodsangst voorover ligt. Maar met Petrus stap je dapper op naar de knecht van de hogepriester om er met het zwaard op te kloppen dat de oren in het rond vliegen. Teleurgesteld volg je de gevangenneming, suf luister je naar de veroordeling, treurig hoor je die haan driemaal kraaien voor Petrus die staat te liegen, en als Judas zijn zilverlingen wegwerpt en in de strop hangt, word je er echt akelig van. Pilatus… handen wassen… "Kruisig hem!" Bespotting, bespuwen, calvarietocht, aan het kruis genageld tussen twee rovers, Koning van de Joden. Eli, Eli, lamma sabacthani, nog een luide schreeuw en Jezus sterft. De pastor en de zuster op de knieën, de ouden van dagen roerloos zachtjes kuchend… Het is doodstil in de kapel… De aarde beeft, het voorhangsel van de tempel scheurt, de doden komen uit hun graf, de honderdman en zijn soldaten roepen: “Deze is waarlijk de zoon van God.”Als je na zovele jaren door de tralies van geld en bloot in de nieuwsmedia naar de ware wereld kijkt, zie je hoe Christus telkens weer gekruisigd wordt. Ontroerd luister je naar de beklemmende Lucaspassie van Krzysztof Penderecki. Hoeveel tijd mag er zijn tussen sterven en verrijzen?"