Moeder van de Kerk Scharniermomenten

 

De Bijbel is een pinksterboek over het waaien van de Geest. “Gods geest zweefde over het water” (Gen. 1,2), Dit is een van de eerste Bijbelverzen. Bij de allerlaatste verzen van de Bijbel hoort het korte gebed van de Geest en de Bruid: “Kom” (Op. 22,17).

De evangelist Lucas is de schrijver van twee belangrijke teksten. Zijn eerste boek is het derde evangelie en zijn tweede boek gaat over de Handelingen van de Apostelen. In elk van deze boeken heeft Maria, de moeder van Jezus een uitzonderlijke plaats. Ze staat aan de overgang van het Oude Testament naar het Nieuwe Testament en zij is er bij wanneer na het heengaan van Jezus zijn leerlingen wachten op de komst van de Geest. Ze is zowel de moeder aan het begin van het leven van Jezus als de moeder bij het begin van de Kerk. Zij blijft als moeder meegaat met de Kerk doorheen de tijd.

De evangelist Lucas begint zijn evangelie met het verhaal van eenvoudige mensen die uitzien naar de komst van de Messias. Het eerste en tweede hoofdstuk van zijn evangelie vormen het kindsheidevangelie.

Hierin heeft uiteraard Maria een uitzonderlijke plaats. Niemand heeft meer verlangd naar de komst van Jezus als deze zwangere vrouw, die met een groot vertrouwen haar jawoord had gegeven. Bij de boodschap van de engel Gabriel aan dit jong meisje in Nazareth raakt de hemel de aarde. Veel kunstenaars hebben dit tafereel van de boodschap uitgebeeld. Rob Berkel toont deze rijke iconografie in zijn prachtig kunstboek Annunciatie. De Verkondiging aan Maria – Geschiedenis, Iconografie, Kunst.

(Het is uitgegeven door de Stichting Lorenzetti. Het bevat honderden afbeeldingen, die aanzetten tot verstilling en tot dankbaarheid voor de ontvankelijkheid van Maria en voor hen die de goede boodschap brengen.)

Maria, zij is nog een jong meisje. Zij is maagd, maar verloofd met een man uit Nazareth, Jozef. De oorsprong van haar kind ligt bij God. Het is Gods Geest die haar overschaduwt. Zij mag fier zijn over het kind dat uit haar zal geboren worden. Zijn naam is Jezus. Hem wacht een schitterende toekomst. Hij zal groot zijn en Zoon van de Allerhoogste genoemd worden.

 

Begenadigd

Maria weet zich begenadigd. Begenadigd zijt je wanneer je je geliefd, bemind en aanvaard weet. Je durft de toekomst aan.

Met groot vertrouwen gaat ze deze toekomst tegemoet. Ze spreekt daarop dit krachtig woord uit. “Zie de dienstmaagd van de Heer, mij geschiede naar uw woord” (Lc. 1,38).

Inzet

Haar tijd van wachten op de geboorte van haar kind was tevens een tijd van inzet. Wanneer ze vernam dat haar nicht Elisabeth - of was het haar tante - moeder zou worden, trekt ze met spoed door het gebergte en verbleef ze drie maanden bij Elisabeth (Lc. 1,39). Elisabeth prijst Maria om haar geloof en Maria dankt God om zijn genade.

Lucas neemt ons daarna mee naar Bethlehem, waar Jezus zal geboren worden. Hij geeft het gebeuren een plaats in de wereldgeschiedenis tegenover een Romeinse keizer. Een kind in doeken gewikkeld wordt er begroet als Heer en Redder. Herders mogen er als eersten bij zijn (Lc. 2,1-14). Ze horen er een belofte van vrede.

In het hart bewaren

Lucas vertelt in zijn evangelie over de kinderjaren van Jezus, over de twee tochten naar Jeruzalem: de opdracht in de tempel (Lc. 2,22-40) en zijn terugkeer aldaar als twaalfjarige (Lc. 2,41-52). Lucas wijst op de contemplatieve aandacht en houding van Maria, die alles wat er gebeurt, in haar hart bewaart (Lc., 2,51). Zij weet dat pijn haar hart kan doorboren (Lc. 2,35).

Lucas laat iets aanvoelen van de zorg van Maria en van de familie wanneer Jezus optrad op vele plaatsen in Galilea. Het lukte hen niet hem daar te bereiken. Maar Maria hoort hem daar wel zeggen: “Mijn moeder, mijn broeders en zusters zijn zij, die het woord van God horen en ernaar handelen” (Lc. 8,21). Ook zijn moeder moet haar Zoon volgen en in hem geloven.

Moeder van de Kerk

Lucas is ook de schrijver van de Handelingen van de apostelen, die ons van Jeruzalem naar Rome brengen. Het werk van Jezus gaat immers verder. Na zijn dood en verrijzen blijft Jezus met zijn vrienden begaan. Maria, de moeder van Jezus wordt in de Handelingen een tweede keer moeder, moeder van de Kerk.

De Geest die Maria overschaduwde bij de aankondiging, de Geest die op Jezus neerdaalde bij zijn doopsel (Lc. 3,21) kwam op Pinksteren over de apostelen en op allen die aanwezig waren in de bovenzaal. (Hand. 2, 1-4). De apostelen waren er, samen met de vrouwen, met Maria, de moeder van Jezus en met zijn broeders (Hand. 1, 14). Het was de eerste grootse tiendaagse retraite in de geschiedenis van de kerk Met een groep van 120 personen waren ze samen in afzondering, omdat Jezus dit bij zijn heengaan had gevraagd. Ze hebben gebeden, herinneringen opgehaald en schikkingen genomen voor de toekomst. Maria was in hun midden. Zij zal verteld hebben over Jezus en ze zullen wel enkele keren het Magnificat gezongen hebben. Op Pinksterdag durven ze naar buiten komen. Pinksteren was een feest dat de joden kenden. Zij herdachten die dag en nu nog dat Mozes op de berg Sinaï de Wet had ontvangen. Voor christenen werd deze eerste Pinksterdag de start van een boeiende geschiedenis, die tot op vandaag en in de toekomst verder gaat. De Kerk en de wereld gaan nog wel enkele eeuwen mee.

Op Pinkstermaandag viert de Kerk het feest van Maria als moeder van de Kerk..

Voor de opbouw van de Kerk in dienst van de wereld telt de inzet van mannen en vrouwen. In de voorbije synode is daar sterk de aandacht op gelegd. Een aantal vrouwen tonen zich terughoudend tegenover wat ze de nederige, inschikkelijke rol van Maria noemen. “Mensen worstelen met Maria, omdat de beelden tegelijk inspireren en gevaren inhouden” (Tertio, 19 nov.2023). Zo ontstond in Duitsland de groepering Maria 0. 2 die opkomt voor de volledige gelijkheid van mannen en vrouwen. Daartegenover staat dan de groep Maria 0.1 die de trouw aan de traditie ondersteunt. Maar de mantel van Maria is zo wijd dat zij deze over allen kan uitbreiden.

“Maria spreid uw mantel uit.
Maak een beschermend dak daar uit.
Laat ons er allemaal onder staan.
Opdat wij niet verloren gaan.”

Maria trekt als moeder van de Kerk met de Kerk en met ons mee op onze pelgrimstocht.

(Zie Maria, Middelares en koningin, mei 2024)