Een mogelijkheid (2012)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 198 niet laden
EEN MOGELIJKHEID...


ONTHECHTING
De christenen hebben altijd grote moeite gehad met het evangelie van de rijke jongeling. Het kan ons troosten dat de apostelen dit ook al hadden.
Er zijn stromingen geweest die propageerden: om in de hemel te komen moet je de aardse rijkdommen verachten. Deze gedachte heeft soms grote impulsen gegeven aan onze beschaving. Denk aan de beweging rond Franciscus. Ook in onze dagen manifesteren stromingen zich die protesteren tegen de macht van het grote geld. Ze protesteren tegen oncontroleerbare krachten die de armen in de wereld klein houdt en de rijken niet gelukkig maken.

RAAD
Gelukkig tekenden de apostelen al protest aan. ‘Wie kan er dan nog in Gods koninkrijk komen?’, vragen ze bezorgd. Dat geeft Jezus de gelegenheid om op te merken: ‘Voor God is alles mogelijk.’ Daarmee was de druk van de ketel. In de traditie is men de armoede dan ook gaan zien als een ‘evangelische raad’. Het is geen eis om al je bezittingen achter je te laten, maar een goede raad. Er ontstonden monnikengemeenschappen die deze raad naleefden en die een grote bijdrage leverden aan de landbouw, het onderwijs en de gezondheidszorg.

KANS
Misschien lezen we de evangelieteksten nog steeds te krampachtig. Er zijn eeuwen geweest waarin de mens door talloze ernstige ziekten belaagd werd en waarin tegenvallende oogsten, hallucinaties, stemmingsziekten, infecties alleen maar begrepen werden als aanvallen van duivel en heksen. Eeuwen liggen achter ons waarin de gemiddelde leeftijd nauwelijks boven de dertig kwam. De mensen ontwikkelden allerlei rituelen om zich veiliger te voelen op aarde. De opmerkingen van Jezus speelden daarbij een prominente rol. De teksten werden dan ook moralistisch verstaan, alsof Jezus zegt wat we moeten doen..., in plaats van wat we kúnnen  doen.
Jezus zegt niet wat de jongeman moet doen. Integendeel! De jongen vraag aan Jezus wat hij moet doen. De tien geboden blijkt hij prima te kennen en hij leeft ernaar. Dat bevalt Jezus wel. Hij vat grote sympathie voor hem op en wil de man roepen in de schare van de leerlingen: ‘Wil je me volgen?’ Dat kan de rijke echter niet. Er is teveel dat hem bindt aan het leven dat hij leidt. En dan verzucht Jezus: jammer dat zoveel rijkdom zijn geluk in de weg staat. Het niet-hechten aan bezittingen is geen eis die Jezus stelt, het is een mogelijkheid die hij wijst naar ons geluk.
Jezus ziet hoe mensen zich omringen met steeds meer bezittingen om de angst voor het leven, voor het onbekende, te bezweren. De mens hoopt zo zich te wapenen tegen de wispelturigheden van het bestaan, maar al die rijkdommen zullen hem uiteindelijk niet helpen. Ze staan de liefde en de vriendschap vaak in de weg.

CRISIS
In de jaren die achter ons liggen hebben de rijke landen heel veel geld geleend van de toekomst. Het lijkt erop dat we elkaar gek hebben gemaakt in het lenen en uitgeven van wat onze kinderen nog moeten verdienen. Eindelijk en noodgedwongen zijn de politici het erover eens dat die fout hersteld moet worden. We moeten inleveren. Inleveren wat we genomen hadden van de toekomstige welvaart. Daar wordt over geklaagd. Mensen vertrouwen elkaar niet. Wie moet het meeste inleveren? Wie profiteert ervan?
Ik lees in het evangelie van vandaag een geruststelling: weest niet zo bang, met een beetje minder kun je ook heel gelukkig zijn! En: hecht niet zoveel aan je bezit dat je anderen de kastanjes uit het vuur laat halen. Doe het eerlijk. Lever eerlijker in, dan je tevoren van de groei geprofiteerd hebt.
De aarde heeft alleen toekomst als we begrijpen dat het geluk niet steekt in steeds meer hebben.

SCHIPHOL
Lieve kinderen. Mevrouw Poedeloe ging op vakantie. Naar Portugal. Met het vliegtuig. Ze had een kaartje gekocht en ze had een folder gekregen van het reisbureau. U mag 20 kilo bagage meenemen, stond daarin. Dus mevrouw Poedeloe ging haar koffer pakken. 20 Kilo was  meer dan ze dragen kon, dacht ze. Ze had een prachtig koffer, met wieltjes en een handvat. Zo kwam ze op het vliegveld aan. De douane nam haar koffer en zette dat op een grote weegschaal. ‘Maar mevrouw, zo kunt u niet mee, daar moet 6 kilo uit!’ Mevrouw Poedeloe kwam in een kamertje en maakte de koffer open. ‘Dat strijkijzer heb je toch niet nodig!’, riep meneer Poedeloe boos. ‘Ja maar wat dacht je als we aankomen en alle opgepropte jurken te voorschijn komen!’ ‘En zes paar schoenen, zijn ook nergens voor nodig.’ ‘Ja maar die hoge hakken doen zo’n pijn als ik ze te lang draag, en op het strand moet ik toch iets fatsoenlijks hebben.’ Ze kon er geen een van missen. Ze had vier dikke boeken bij zich, een regenjas en een iPad mèt toetsenbord want anders kon ze niet werken. Ze stond er huilend bij toen meneer Poedeloe 5 flessen wijn, drie blikken bonen-in-tomatensaus, een spel Rummikub en een opvouwbare paraplu uit de koffer haalde. ‘Dan blijf ik nog liever thuis’, gilde ze. ‘Wie gaat er nou zonder Senseo naar het buitenland?’ Dan blijf je maar thuis!’, zei meneer boos. Hij pakte alles in en zonder nog iets te zeggen en zonder naar zijn vrouw te luisteren. Hij liep met haar naar de auto en ze reden naar huis terug.