Evangelieprikje (2009)

We vieren vandaag in onze Kerk het feest van de Geest. Eigenlijk heb ik dan altijd verwacht dat het een geestig feest zou zijn, een blij feest. Ik moet eerlijkheidshalve toegeven dat die blijheid soms ver te zoeken is bij de doorsnee kerkganger. Maar ik moet niet naar anderen kijken: ook mijn blijheid zou met momenten beter kunnen zijn. En toch blijf ik er bij dat het een geestig feest zou moeten zijn. Het evangelie van vandaag legt mij gedeeltelijk uit waarom. Het is natuurlijk erg dat Jezus gedood gaat worden, maar het zou de leerlingen en ook ons kunnen troosten dat we niet alleen achterblijven: Jezus zal ons de Geest sturen. Nu, die Geest, dat is al even moeilijk als God de Vader en Jezus. Ook die Geest is niet zichtbaar, kan je niet vastpakken, .... En toch: geen Kerk zonder geest of beter: geen Kerk van God zonder Geest. Het is die Geest die deze uit mensen bestaande Kerk moet veranderen tot een gemeenschap waar mensen van vermoeden dat God zelf er aan het werk is.

De eerste taak die Jezus de Geest meegeeft is te getuigen van Hem en Hij voegt er in één adem aan toe dat Zijn leerlingen ook moeten getuigen. Misschien is dat tweede zinnetje wel even belangrijk als het eerste. De Kerk kan niets zonder de Geest, maar de Geest kan ook niks zonder de mensen die willen Kerk vormen. Geloven in de Geest ontslaat geen enkele christen om te getuigen van het goede nieuws van waaruit hij mag leven nl. als kind van het Licht te mogen delen in het leven van God zelf. De Geest is geen tovertrucje uit Gods grote toverboek. In enkele bijbelvertalingen vinden we soms het woord "helper" als het over de Geest gaat, ik denk dat dit juist is. De Geest helpt mensen die zich open stellen voor God en Jezus om de mensen en de dingen vanuit een ander perspectief te benaderen en te zien. Veel mensen kunnen een kruisteken maken en beginnen bidden. Op zich is daar natuurlijk niets tegen. Toch valt het me op dat de "professionele" bidders eerst om de Geest vragen opdat de Geest in hen zou kunnen bidden. Dit zegt iets over ons bidden, dit zegt iets over diegene die aan het bidden is en over de Geest. De Geest helpt waar mensen moeten loslaten of dreigen op te geven. Wanneer het waakvlammetje van het geloof dreigt uitgeblazen te worden is de Geest weer nodig om vuur te brengen in het geloof. Dat vuur, dat enthousiasme is een ander beeld dat gebruikt wordt om te spreken over de Geest. Wie de Geest alle kansen geeft in zijn leven, zal niet als een koele kikker of als een lauwe gelovige getuigen. Een geestdriftig mens zal getuigen vol vuur, als een verliefde die niet kan zwijgen.

Vervolgens zegt Jezus dat de Geest ons duidelijk zal maken wat Hij nog niet kon zeggen. Een mensenleven is altijd te kort om alles gezegd te hebben, we ervaren dat ook wanneer een geliefd iemand sterft. Zo was het ook bij Jezus: Hij heeft niet alles kunnen zeggen omdat Hij te weinig tijd had, maar ook omdat Zijn leerlingen bepaalde dingen niet zouden snappen. Zijn leerlingen snappen niet waarom Jezus moet lijden en sterven. Menselijk gezien snappen we dat nog altijd niet, voelen we nog altijd dat dit wringt met het beeld van een menslievende God. De Geest kan ons de gebeurtenissen anders doen lezen, Hij biedt ons een bril waardoor we Gods visie op het spoor kunnen komen.

Allemaal goed en wel, maar die Geest, hoe werkt die? Het is eigenlijk heel eenvoudig: de Geest is werkzaam in ons leven als wij ons voor Hem openstellen en die Hem kan zowel God als Jezus als de Geest zijn. De Geest kan ons, als we daar om vragen, inspireren om vol vertrouwen in het leven te staan. Telkens wanneer wij als Kerk de negatieve kant van de verboden opgaan, ademen wij wantrouwen uit. De Geest die enkel maar kan werken in een sfeer van vertrouwen, roept ons op vol vertrouwen in het leven te staan. Geen mens kan zonder vertrouwen in het leven. Wie niet leeft vanuit een vertrouwen, een geloof dat God hem draagt, zal een heel leven alles in het werk stellen om zelf zekerheden op te bouwen, zal alles zorgvuldig afwegen. Zo zou een christen niet mogen leven. Wij leven vanuit het geloof dat God osn bemint en die liefde zouden we ook bij anderen moeten aanvuren. Ik weet het, het is niet altijd eenvoudig, daarom juist die Geest. Misschien moeten we nog meer dan vroeger bidden om die Geest zoadat Hij de donkere kanten van angst en wantrouwen in onze geest kan verlichten. We zijn toch kinderen van het Licht?