Zesde zondag van Pasen (2006)

Beste dorpsgenoten,

Het is een week met veel opwinding geweest: de gebeurtenissen rond Hirsi Ali, en de film de Da Vinci Code.

Bij al de commotie over integratie en de aanwezigheid van vluchtelingen, geeft het vaste grond te horen wat de eerste christenen dachten over vreemden, zoals we gehoord hebben in de eerste lezing: "Petrus nam het woord en sprak: ‘Nu besef ik pas goed, dat er bij God geen aanzien des persoons bestaat, maar dat, uit welk volk ook, ieder die Hem vreest en het goede doet, Hem welgevallig is."

Die woorden "Wie het goede doet is Hem welgevallig" doen denken aan de Gulden Regel, "Al wat gij wilt dat anderen u doen, doe dat ook aan hen." De regel die al sinds 1800 vóór Christus werd aangehouden als men er met legers of politieke macht niet meer uit kon komen.

Helaas bestaat er heel vaak een pijnlijk verschil tussen de houding die deze Regel voorstelt en de uitvoering ervan.

Die woorden slaan op alle mensen. Maar binnen de R.K. Kerk zou die regel bijzonder mogen gelden ten aanzien van vrouwen en hun plaats in de kerk. Over hen mogen we zonder twijfel zeggen: "Ieder die het goede doet is Hem welgevallig."

In de evangelielezing zijn de woorden liefde en liefhebben acht keer gevallen, en het woord vrienden drie keer.

Jezus vraagt wel heel erg veel van ons als hij zegt: "Dit is mijn gebod, dat gij elkaar liefhebt zoals ik u heb liefgehad." We hoeven niet eens te proberen om dat gebod volmaakt uit te voeren. Des te meer mogen we verwachten en er op vertrouwen dat onze bescheiden pogingen en prestaties op dit punt toch een aanwerk, een fundament, een inspiratie zijn voor wie na ons komen. Dat moge ons bemoedigen te doen wat we kunnen..

Bovendien kwam in de evangelielezing het zinnetje terug dat u de vorige week al gehoord heeft: "Dit zeg ik u opdat mijn vreugde in u moge zijn en uw vreugde volkomen moge worden."

Liefhebben, zoals Jezus het bedoelde, dat is iets dat wij moeten presteren en zover zijn we lang niet altijd. Maar met de volkomen vreugde die hij ons toewenst, daar is het anders mee gesteld.

Vreugde dat is een gave, een verrassing, die overkomt je als je er voor open staat. Ook dat vraagt onze inzet, maar niet zoveel als "je leven geven voor je vrienden" zoals Jezus zei.

Openstaan, dat doe je niet middels opwinding of door het druk te hebben, maar eenvoudig met je vijf zintuigen: zien of kijken, horen of luisteren, voelen of aanraken, proeven of smaken, en ten slotte ruiken.

Om met dit laatste te beginnen: als je na het werk thuis komt en je ruikt iets lekkers in de keuken, en je geeft daar aandacht aan, dan overkomt je de vreugde die Jezus ons toewenst. Dan overkomt je iets heiligs en je zou er stil van kunnen worden. Hetzelfde geldt voor die vier andere zintuigen. Dat zijn niet alleen dingen die de dokter soms even controleert. Dat zijn ervaringen die je even op een hoger plan kunnen brengen. En als je daar bent, dan wordt dat moeilijke liefhebben ook soms wat gemakkelijker! Ik meen dat gezien te hebben in het leven van Mevr. Annie Bessems-van Roij die donderdag gestorven is.

U ziet het: wat Jezus ons zo royaal toewenst, "Dat uw vreugde volkomen moge worden," dat kan ons een stuk vooruit helpen. Met heel eenvoudige middelen.

Dat het zo moge worden.