De herder en de huurling (Joh. 10,11-12)

 

Om een herder met zijn kudde schapen te zien moeten we nu al ver reizen. Of toch niet. De stad Gent heeft een schapenherder die een kudde van zeventig schapen begeleidt langs de Leie, de Watersportbaan en de Coupure.

Het woord herder komt ook al niet zo vaak meer voor, tenzij in kerkelijke kringen. In het woord ‘pastoraal’ steekt het woord ‘pastor’, en dit betekent herder.

Zoek maar eens in de goed gevulde weekendkrant met haar bijlagen. Je verneemt veel over politici, over vedetten en over schanddalen. Zelden vind je daar het woord herder. Je vindt het evenmin in het blad van elke dag, al kan je er nu en dan de klacht lezen over mensen die hun leiderschap onvoldoende uitoefenen of zelf misbruiken. Het zijn geen goede herders, maar dit woord gebruikt de journalist niet. Zelfs als men het woord herder niet gebruikt, willen toch meerdere mensen goede herders zijn voor wie en wat hun is toevertrouwd.

Welk beeld en woord zou Jezus als influencer nu gebruiken?

In de bijbel zien we herders die hun kudde leiden. Koningen worden herders genoemd. Kardinaal Danneels zei in de homilie bij de uitvaart van koning Boudewijn: “Deze discrete, stille, immer glimlachende en onvoorstelbaar fijngevoelige man had een hart zo breed als het strand van de zee. Alle vreugde en pijn van zijn land en zijn volk vonden er plaats. De Koning droeg in zich en warmte, een luisterbereidheid en een empathie die nauwelijks voor te stellen zijn.” Dit is een eerste reden om hem te herdenken. Hij was een uitzonderlijke Koning. Hij was 42 jaar lang een herder voor zijn volk.”

God, de herder van zijn volk

De profeet Ezechiël heeft een zware aanklacht tegen de slechte herders die de koningen van Israël vaak zijn geweest. De profeet geeft aan hoe God zelf als een goede herder optreedt om de schapen te beschermen, het zieke te genezen, het verdwaalde op te sporen (Ez. 34).

De Jood bad en bidt met vertrouwen psalm 23 en deze wordt nog gaarne en vaak gezongen “God is de Herder, die waakt over mij” (ZJ 713), maar zowel de Jood in Auschwitz als mensen die nu lijden stelden en stellen zich de vraag waar is de Herder in ons lijden? En er wordt zoveel geleden.

Psalm 23 blijft zeker een gebed van vertrouwen Janet Winston was ernstig verwond bij de aanslag in de luchthaven van Zaventem op 22 maart 2016, acht jaar geleden. Zij getuigt daarover in Tertio: “Hoewel ik dacht dat ik stierf, was ik merkwaardig kalm. Ik bezwijmde met de gedachte: ’Al ga ik door een donker dal, ik vrees geen gevaar, want U bent bij mij’ (ps.23,4). Ik had mijn vertrouwen op Hem gesteld en wist waar ik naartoe ging.” Zij blijft het verwonderlijk vinden dat de woorden die op dat ogenblik door haar heen gingen, uit de Bijbel kwamen (Tertio, 20 maart 2024).

De christelijke kerken hebben de blijvende opdracht om het goede woord van de bijbel door te geven, het te verkondigen en te beleven.

Jezus, de goede Herder

Herder is een van de vele beelden die Jezus gebruikt om over zichzelf te spreken en om zichzelf te typeren en te situeren.

Jezus, hij is de deur van de schaapstal, zo zegt hij in het begin van hoofdstuk 10 van het Johannesevangelie. Volgende week zullen we hem horen zeggen dat hij de ware wijnstok is. En bij het gesprek met een Samaritaanse vrouw bij de waterput in Sichem zei hij dat hij levend water aanbiedt De sterkste uitspraak is deze waar hij tijdens zijn afscheidsrede bij het laatste avondmaal zegt: “Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand komt tot de Vader tenzij door Mij” (Joh. 14,6).

.

Jezus tekent met gulle trekken een portret van zichzelf. Als herder is hij er ten volle voor zijn schapen. Wij kunnen eronder lijden wanneer niemand naar ons omziet. Jezus zegt dat hij als goede herder ons kent en naar ons omziet. Hij kent zijn schapen en houdt van hen. Hij zal ze redden bij gevaar. Hij ziet wie hem zijn toevertrouwd heel gaarne en hij is bezorgd om elkeen. “Ik geef mijn leven voor de schapen” (Joh. 10,16). Hij zegt het tot viermaal toe.

De herder is helemaal begaan met zijn schapen. Hij zal het gaan opzoeken waar het verstrikt is geraakt. De huurling vlucht als de wolf komt. Hij zal zichzelf in veiligheid stellen, als gevaren dreigen. De huurling geeft zich volgens Jezus niet helemaal. Hij is immers minder met de kudde verbonden.

Er zijn mensen die hun uren kloppen, hun job doen en anderen die echt met mensen begaan zijn. Vervullen we onze taak als beroep of als een roeping? Een beroep is niet altijd een roeping. Niet elke taak geeft voldoening, zeker niet wie in een ‘bullshitjob’ zit. Een bullshitbaan of pseudowerk is zinloze of onnodige loonarbeid waarvan de werknemer moet doen alsof hij een doel heeft.

In kerkelijke kringen wordt het beeld van de herder vaak gebruikt. Schapen zijn geliefd, zeker de lammetjes, maar roepen soms een houding op die we niet mogen aannemen. We hoeven niet schaapachtig te zijn. We zijn geen kuddedier. We willen evenmin de schapen zijn die door hun herders geschoren worden, door herders die uit zijn op wintsbejag.

Verbondenheid

God is de Herder en hij verwacht dat zijn mensen voor elkaar en in de maatschappij goede herders en herderinnen zouden zijn. Paus Franciscus pleit voor herders en herderinnen die de geur van de schapen ruiken. Jezus verruimt onze blik wanneer hij zijn zorg wil delen en uitdrukken met anderen die zich buiten zijn schaapstal bevinden.

Nadat zij eerst gesproken hadden over het volk van God, verklaarden de bisschoppen op het tweede Vaticaans concilie dat Christus gewild heeft dat de opvolgers van de apostelen, namelijk de bisschoppen, tot aan de voleinding der tijden de herders van zijn kerk zouden zijn (Lumen Gentium, 18). “De bisschop dient het voorbeeld van de goede Herder voor ogen te houden die niet gekomen is om gediend te worden, maar om te dienen en om voor zijn schapen zijn leven te geven” (L.G. n° 27).

De bisschoppen hebben hun diensttaak in verschillende graad aan verschillende personen doorgegeven. Zo zullen de priesters de herders van hun gelovigen zijn. (LG 28).

In de eucharistie bidden wij God voor de heilige kerk. “Bescherm haar en leid haar; geef haar vrede en eenheid over de hele wereld. Geef wijsheid en kracht aan paus Franciscus, aan onze bisschop en aan allen die Gij als herders in uw kerk hebt aangesteld’ (Eucharistisch Gebed V).

Niet elke paus, bisschop, priester, religieus en christen gelovige is waakzaam en trouw geweest. De kerk lijdt onder misbruik van herders en herderinnen. Zij weet van herders in de mist.

Paus Franciscus heeft al vaak het klerikalisme aangeklaagd, hij dringt aan op synodaal handelen. Hij houdt ons allen het beeld voor ogen van de goede herder, die tederheid, nabijheid en zorg uitdrukt.

De zondag van de goede herder is roepingenzondag. Wij bidden dat elke gedoopte zijn en haar roeping mag ontdekken en beleven, dat wij pelgrims mogen zijn die hoop en vertrouwen uitstralen in deze niet zo gemakkelijke tijden. “Rise up! Sta op!” Het is de oproep van paus Franciscus in zijn boodschap voor de 61° Wereldgebedsdag voor roepingen.