Derde zondag van Pasen (2009)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 201 niet laden
Er is een verhaaltje over een soepsteen. Daar wil ik vandaag mee beginnen. Op een dag komt een reiziger aan in een heel arm dorpje, waar de mensen nauwelijks te eten hebben. Op het dorpsplein brandt een vuur met een grote pot erboven maar die is helemaal leeg. Er is niets te eten. De reiziger zegt: "Ik zal soep voor jullie koken als jullie water in de pot doen." "Hoe kun je nou soep koken, je hebt niets bij je." "Jawel", zegt de man, "ik heb een soepsteen bij me. Kijk maar, hiermee kun je heel lekkere soep maken." Nou, dat willen de mensen wel eens meemaken.
Er wordt water in de pot gedaan en de man gooit de soepsteen erin. Als het water begint te koken, proeft de reiziger eens en zegt: "Wat meel erbij zou de soep iets steviger maken." Meteen stond er iemand op om wat meel te halen. "Een paar tomaten in de soep zou ook heel fijn zijn." Wordt voor gezorgd. "En met wat paprika wordt de soep nog lekkerder."
Uiteindelijk weet de man haast iedereen zover te krijgen om iets uit van eigen karige voorraad te brengen om de soep smakelijker te maken. Het resultaat is een grote pot met heerlijke soep en alle mensen kunnen hun buikje vol eten.
Als ze gegeten hebben, gaat de reiziger weer verder. "Die soepsteen mogen jullie wel houden, maar als je weer soep gaat maken moet je het precies zo doen als ik jullie nu heb voorgegaan." "Ja, dat zullen ze doen."
Als de reiziger langs de rivier loopt, raapt hij een nieuwe steen op en stopt die in zijn zak. Die soepsteen is in feite een illusie, er wordt gesuggereerd dat hij soep maakte, maar in feite deden de mensen het zelf. Maar door die steen kwamen ze in beweging om met elkaar te delen, om elk een bijdrage te leveren aan het gezamenlijke welzijn.
Mensen van alle tijden hebben heel vaak iemand of iets nodig om ze in beweging te zetten om samen iets tot stand te brengen. Zeker in onze tijd zijn mensen vaak geneigd om alleen aan zichzelf te denken én te weinig aan wat zij kunnen doen voor de gemeenschap. Meer dan ooit hebben we mensen nodig die anderen weten te inspireren om uit hun eigen wereldje te treden en bij te dragen aan een goede en gezonde samenleving.
Jezus van Nazaret was in zijn tijd zo iemand die mensen wist te inspireren, en dat doet hij nog steeds in en door mensen in heel de wereld. Het evangelie van vandaag onderstreept nog eens dat hij ook na zijn dood mensen aanspreekt, uitdaagt, inspireert. De leerlingen denken een geest te zien, staat er in de tekst van vandaag, een illusie, een droombeeld, je ziet het maar het is niet echt.
Het is wel echt, zegt Jezus dan, ik ben het zelf, kijk maar goed, kijk naar mijn handen en voeten, kijk hoe ik eet, een droombeeld, een geest kan dat niet. Het gaat hier niet zozeer om die fysieke mens Jezus maar veel meer om zijn boodschap, zijn idealen, niet als mooie gedachten maar als concrete werkelijkheid in mensen die zijn weg willen gaan.
Juist als de soepsteen in het verhaaltje de arme en hongerige dorpelingen in beweging zette, om samen ervoor te zorgen dat er genoeg te eten was, zo wil Jezus mensen in beweging blijven zetten, blijven inspireren om samen te werken aan een leefbare wereld, om te zorgen dat niemand honger hoeft te leiden, dat er vrede komt overal waar mensen te lijden hebben onder oorlog en geweld, dat mensen niet vereenzamen in onze individualistische maatschappij. Dat was zijn droom, zijn ideaal.
Daarvan, zo luidt de laatste regel van dit evangelie, moeten de leerlingen getuigen alle tijden door, wij dus ook.