Patroon van gelovigen en twijfelaars

 

Toen ik nog een kind was, sprak ik als een kind, dacht ik als een kind, redeneerde ik als een kind. Nu ik volwassen ben, …”

De apostel Paulus spreekt over de evolutie bij man of vrouw in hun inzichten over geloof, hoop en liefde. “Onze kennis, zo zegt hij, is beperkt. Wij kijken nog altijd in een wazige spiegel” (1 Kor 13,11-13).

De ongelovige in en naast mij

Geloof en ongeloof, ze staan naast of tegenover elkaar. Ze kunnen beide samen aanwezig zijn in een zelfde persoon. Beide kunnen zich anders verhouden in de loop van een mensenleven en doorheen de geschiedenis. Vragen en twijfels liggen anders met de jaren, maar ze houden niet op te bestaan. Vooral de ervaring van lijden en onrecht schudt aan het geloof in God en aan onze betrokkenheid op Christus. Het verdampen van het geloof en de minder betrokkenheid op de kerk laat een christen niet onverschillig.

Zestig jaar geleden wees een jonge Duitse theologieprofessor op de forse achteruitgang van het christendom in Europa. Het zogenaamde christelijke Europa is een kerk van heidenen geworden. Zij bestaat niet meer als kerk van heidenen die zich hebben bekeerd maar als een kerk van heidenen die zich nog christen noemen. “Das Heidentum sitzt heute in der Kirche selbst, und gerade das ist das Kennzeichnende sowohl der Kirche unserer Tage wie auch des neuen Heidentums, dass es sich um ein Heidentum in der Kirche handelt und um eine Kirche, in deren Herzen das Heidentum lebt. Der Mensch von heute kann also als Normalfall den Unglauben seines Nachbarn voraussetzen” (J. Ratzinger in Hochland, oktober 1958)). Het heidendom zit in de kerk zelf en naast de gelovige is zijn ongelovige buurman.

En toch

Zowel de oude als de hedendaagse Thomas hebben redenen om te twijfelen; maar zij vinden toch redenen om zich te verwonderen. Hij had het eerlijk getuigenis van zijn medeapostelen. Geloven is vertrouwen schenken. “Ik weet aan wie ik mijn vertrouwen heb geschonken”, roept Paulus uit (2 Tim.1,12).

Wij hebben tekenen van inzet van mensen voor anderen. De wetenschap overbluft, maar ze zet tevens aan om ons te verwonderen over alles wat kan, de snelheid van de communicatie, het wonder van het heelal, zowel dit van de macrokosmos als van de microkosmos.

Het leven is meer dan wat wij ervan verstaan en begrijpen. En nadat alles is gezegd en verklaard, kunnen we nog altijd vragen “en wat dan?” Zowel de ongelovige als de gelovig kunnen zeggen op het einde van de discussie ‘en toch!’. Het is een impliciet erkennen dan er meer is dan wij beweren te kennen.

Er is meer tussen hemel en aarde dan wij vermoeden, Horatio, of kunnen dromen. “There are more things in heaven and earth, Horatio, [Than are dreamt of in your philosophy]”

Didymus

Toch, we zouden zo gaarne voor eens en voor goed een definitief antwoord willen krijgen op onze vragen en twijfels. Vandaar onze sympathie voor onze tweelingbroer de apostel Thomas. Zijn bijnaam Didymus betekent tweeling. Hij is zowel de patroon van de twijfelaars als van de gelovigen.

Thomas staat een ronde achter op de kring van de apostelen. Tien van hen hadden op de paasavond een ontmoeting met de Verrezen Jezus. Thomas was er toen niet bij en hij kon of wou niet aanvaarden dat ze Jezus gezien hadden, opgestaan uit de dood.

Thomas behoudt niettemin een ronde voor op allen die na hem komen. Hij had op de achtste dag de Heer gezien en had zelfs de doorboorde zijde van Jezus mogen aanraken. Daarop legt hij zijn korte geloofsbelijdenis af. “Mijn Heer en mijn God.” Dit is een gebed en een liefdesverklaring Groot is de vreugde wanneer je degene in wie je vertrouwen stelt, terugvindt en je twijfel opgeheven wordt. Wij blijven aangewezen op het getuigenis van anderen en op het geloof van de kerkgemeenschap.

De contacten met de verrezen Heer zijn beperkt in de tijd. Lucas spreekt over een periode van veertig dagen (Hnd. 1,2) De ontmoeting, waar de apostel Paulus zich later op beroept; is al van een ander aard. Her is een visioen op de weg naar Damascus. Ze veroorzaakte een ganse ommekeer in het leven van Paulus.

Er zijn in de geschiedenis nog Christusverschijningen geweest. Mystici beroepen er zich op: Lutgardis, Gerttudis, Theresia van Avila, Margaretha-Maria Alacoque, de Poolse zuster Faustina. Nog altijd zijn er die beweren dat zij Jezus hebben gezien.

De Deense journaliste Charlotte Rørth schreef het boek De dag dat ik Jezus ontmoette. Bekentenissen van een moderne ongelovige. Ze beweert dat zij twee maal Jezus heeft gezien. Toch wat eigenaardig. Het is bij haar een Jezus die niet zendt en geen engagement vraagt, terwijl in de Schrift de ontmoeting met Jezus tevens een opdracht inhoudt.

De Onverschilligheid voorbij

Bij het 175 jaar bestaan van de Brugse congregatie ‘Zusters van de Bermhertigheid Jesu’ verscheen het jubileumboek De onverschilligheid voorbij. Daarin wordt een eigentijdse invulling gegeven aan de zeven geestelijke werken van barmhartigheid.

Het tweede van deze werken is “Twijfelenden goede raad geven.” Roger Burgraeve, Ilse Van Haut en Dirk De Wacher geven aanduidingen op deze weg. Twijfel is goed en helpt ons zoveel vooruit. Zij wijzen naar Descartes, met wie het tijdperk van de methodische twijfeli is aangebroken. In het leven staan we voor keuzes en je kan blijven betwijfelen of we de juiste keuze hebben gemaakt. “De twijfel maakt de mens tot Mens” (op. cit, p. 62).

Thomas is niet de enige in de Bijbel die in zijn geloof door twijfel is getekend. “Geloven in God s een overtuiging, een weg die je in je leven gaat. In een streven naar rationele plausibiliteit maar ook met kritische vragen waarop je nooit een sluitend antwoord kunt krijgen.” “Geen geloof zonder twijfel. Maar ook geen twijfel zonder geloof, dat is zonder vertrouwen en overgave. Alleen binnen de zekerheid van het geloof – niet als weten maar als vertrouwen – kan de twijfel gedijen als een manier om in dat geloof te groeien. De twijfel vernietigt het geloof niet, maar transformeert het van een ‘blind’ naar een ‘ziend’ geloof, zonder evenwel ‘helderziend’ te worden” (op. cit, p. 54).

“Het leven op deze planeet is lastig. Daarmee moeten we leren omgaan in plaats van oplossingen te zoeken in schijngeluk. Misschien is dat wel ons lot: dat er meer vragen zijn dan antwoorden en meer twijfels dan zekerheden. Is die fragiliteit niet de barst waar ons echte mens-zijn zich openbreekt?” (Dirk de Wachter, Ibid, p. 62).

Wanneer mensen om raad vragen is het luisteren zeer belangrijk. We gaan met hem mee op de weg van de onderscheiding. “De wijsheid van de onderscheiding houdt de aartsmoeilijke opgave in om de ander tegemoet te treden met een zo groot mogelijke innerlijke openheid, vrijheid en beschikaarheid. Dat betekent ook dat je er voortdurend op bedacht bent je terughoudend en respectvol op te stellen voor de weg van onderscheiding die die ander ook te gaan heeft” (R. Burggrave en Ilse Van Halst, o.c. p. 61).

Jezus is Thomas tegemoet gekomen in zijn twijfel. Er was ruimte voor ontmoeting.