Paastijd (B)

De liturgische kalender laat vandaag de keuze tussen twee paasteksten, die van Johannes en die van Marcus. Ze vertellen beide het verrijzenisverhaal maar doen dat op een heel andere manier. Marcus' verhaal brengt nogal wat moeilijkheden met zich mee. Johannes relaas loopt het beste af. Petrus en de andere leerling - waarschijnlijk Johannes zelf - geloven op het eind van het verhaal in Jezus' verrijzenis. Het is een mooie tekst met een goede afloop. Denkelijk is het daarom waarschijnlijk voor velen die voor de keuze tussen de twee teksten staan de gemakkelijkste, en de meest voor de hand liggende, zelfs in een liturgische cyclus waar we eigenlijk het hele jaar geconcentreerd zijn op het evangelie volgens Marcus.

Marcus' tekst is veel moeilijker. Ze eindigt met het wegvluchten van de vrouwen die naar het graf gekomen waren. Ze rennen weg, omdat ze bang zijn. Dat einde was zo onwelkom, dat er later een ander einde aan Marcus' verhaal toegevoegd werd.

Marcus' oorspronkelijke eind van zijn evangelie is even abrupt als het begin er van. Aan dat begin komt er zo maar ineens een man op het toneel vanuit de woestijn: Johannes. Hij wordt onmiddellijk gevolgd door een ander, Jezus, waarvan Marcus zorgvuldig opmerkt dat hij uit een plaatsje van niets, uit Nazaret in Galilea komt. Het kon eigenlijk niet erger, Nazaret was eigenlijk nergens, en Galilea stond in Jeruzalem bekend als een soort rovershol.

Hier, op het einde van zijn evangelie laat Marcus weer die drie woorden vallen, Jezus, Nazaret en Galilea. De jongeman die in een wit gewaad in de grafspelonk zit, zegt dat Jezus uit Nazaret ons voorgegaan is naar Galilea. Een vreemd einde en een vreemde geschiedenis. Enkele vrouwen, Maria van Magdala, Maria de moeder van Jakobus en Salome waren heel vroeg in de morgen naar het graf gekomen. Ze hadden van te voren olie en kruiden gekocht om het lichaam van Jezus, dat in haast en slordig begraven was, te wassen, te balsemen en voor goed te ruste te leggen. Het was een riskante taak. Ze hadden gehoord van de soldaten aan het graf. Het was ook een overhaast besluit geweest. Terwijl ze op weg zijn vragen ze zich af, wie de steen weg zal rollen. Een overbodige vraag, want als ze bij het graf aankomen is die zware steen al weggerold. Ze gaan de grafspelonk binnen en zien dan die jongeman in zijn witte gewaad. Die zegt hun, dat de Jezus, wiens lichaam ze komen begraven, verrezen is. Hij zegt: ‘Hij is hier niet' en hij wijst aan waar ze hem neergelegd hadden.

Dan geeft hij hen een verdere boodschap: ‘Ga aan zijn leerlingen en aan Petrus (in die volgorde!) zeggen: Hij gaat u voor naar Galilea; daar zult ge hem zien,juist zoals hij u gezegd heeft.' De vrouwen komen het graf uit en vluchten weg. Ze zijn zo bang (‘buiten hun zinnen', is een betere vertaling) dat ze het bericht niet eens doorgeven.

Inderdaad een vreemd einde. Een einde dat volgens enkele commentatoren alleen maar gelezen kan worden als een protest van Marcus tegenover de volgelingen van Jezus, die hij - waarschijnlijk in Jeruzalem - kende. Maar het was niet alleen maar een protest tegen die groep, het is een meer algemeen protest tegen al die volgelingen van Jezus, die volgens Marcus niet begrepen waar het Jezus eigenlijk om ging. Dat is iets waar Marcus - in tegenstelling tot Matteüs - steeds weer op terugkomt: de volgelingen die hij had, begrepen hem niet. Dat is wat hij vermoedelijk ook hier weer wil zeggen. Jezus werd noch tijdens zijn leven noch bij zijn dood begrepen.

Hoewel dit het einde van Marcus' evangelie is, laat hij het hier niet bij zitten. Er is dat ander verzoek om aan zijn leerlingen door te geven dat ze naar hem toe moeten gaan. Ze dienen Jeruzalem te verlaten om dan vanuit het verachte Galilea zoals hij hun weg te gaan.

We vermeldden al in een eerdere bijdrage dat Marcus zijn evangelie als titel geeft: ‘Begin van de goede boodschap van Jezus.' Zijn leven is het begin, de rest moet volgen. Wij behoren tot die rest. Wij worden uitgenodigd zijn weg te gaan. Om hem te volgen dienen we Jeruzalem te verlaten en vanuit Galilea opnieuw te beginnen. In verschillende bijbelvertalingen eindigt het laatste vers van Marcus' originele einde met drie punten... Marcus' evangelie is bedoeld als een vervolgverhaal.