Het is een belachelijke zaak ons af te vragen of dit iets met onze tijd en met onszelf te maken heeft. Wie zich in een tijd van God-is-dood nog nooit van God verlaten heeft gevoeld leeft op de maan. En wie beweert dat hij alleen maar van horen zeggen weet wat eenzaamheid is... zo iemand moet nog geboren worden.
Laten we gewoon eerlijk zijn: voor heel wat mensen zit de hemel potdicht. Of het nu is vanwege ziekte, eenzaamheid, huwelijksconflict, werkeloosheid of moedeloosheid, dat doet er verder niet toe.
Kan dan voor ons de hemel openscheuren? Ik denk van wel. Want het is ons geloof, onze geloofsovertuiging, dat God ons niet in de steek laat. Wij hebben tot Hem geroepen, en Jezus is Zijn antwoord. En die mens, die Gods antwoord is, roept niet, schreeuwt niet, verheft zijn stem niet op straat. Hij is herkenbaar aan het feit dat hij het geknakte riet niet breekt en de kwijnende vlaspit niet dooft. En wat met geknakt riet wordt bedoeld en wie die kwijnende vlaspit is, is niet zo moeilijk te achterhalen. Dat zijn wij. Voor ons is de hemel opengescheurd. Jezus is Gods antwoord op ons roepen.
Waarom zouden wij niet echt naar dat antwoord luisteren? Wat maak je je bezorgd om de dag van morgen. Je bent toch veel meer waard dan een zwerm mussen? Kijk naar de zon, dan is de schaduw achter je. De dood is geen punt, maar een dubbele punt. Er komt wat achter. God heeft je lief, omdat je beter bent dan je denkt. Dit en nog zoveel meer zegt Jezus. Gods antwoord op ons roepen. Maar wij krijgen dit antwoord pas, als we eerst geroepen hebben. Alleen wie op de grond ligt kan opgetild worden.