Alles begint met doop

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 233 niet laden
Het Geloofsboek heeft een hele mooie bladzijde over het doopsel. Het zegt: ‘In het doopsel wordt driemaal ja gezegd: een ja van God, een ja van de kerkgemeenschap en een ja van de dopeling.' Alles begint bij God. Hij is het die als eerste ja zegt tot de mens: ‘Ja, je bent mijn kind, Ik wil je laten delen in mijn eigen goddelijk leven.' Dat jawoord neemt God nooit terug. Dit jawoord van God is eigenlijk de kern van ons geloof in eeuwig leven. Ook een rechtgeaarde moeder zal altijd ja zeggen tegen het leven van haar kind, maar zij is niet altijd bij machte om dat jawoord waar te maken, soms sterft het kindje in haar armen. Maar Gods jawoord is zo machtig dat Hij zijn woord altijd gestand kan doen. Gods jawoord tot het leven houdt niet op met de dood. Over de dood heen zegt God ja tot het leven. Hij laat je nooit vallen. Hij schenkt onvergankelijk leven in het heilig doopsel. Daarom hoeft het doopsel nooit herhaald te worden. Gods jawoord blijft, ook als een mens verkeerde wegen gaat. De mens kan nee zeggen, maar God zegt altijd ja. Ieder mens is eenmalig en draagt zijn eigen naam. En die naam blijft geschreven staan in de palm van Gods hand. God veegt die naam nooit uit. Daarom gaven onze voorouders aan hun kinderen altijd een christelijke naam, de naam van een heilige.

Ja zegt ook de Kerk bij het doopsel van een nieuwe christen. Wij worden geboren binnen de geborgenheid van een parochiegemeenschap waar we thuis horen. Een christen die niet tot een parochiegemeenschap wil behoren is eigenlijk ontworteld en vroeg of laat zal hij nergens meer thuis zijn. Ook de kosmonauten die meer dan een jaar rond de aarde cirkelen, komen weer terug op de aarde, waar ze thuis zijn. Daarom wordt het kind in de eigen parochie gedoopt. Peter en meter vertegenwoordigen deze parochiegemeenschap. Zij moeten echte gelovigen zijn, zodat ze hun petekind ook kunnen voorgaan in het geloof. Het is daarom ook zinvol dat in een grote parochie de kinderen gezamenlijk gedoopt worden, zodat er werkelijk een hele parochiegemeenschap is, die de kinderen verwelkomt.

Het derde jawoord is het jawoord van de dopeling. Als u ooit tegenwoordig bent geweest bij de doop van een volwassene, dan weet u dat dit jawoord altijd een diepe indruk maakt: Ik geloof in God, ik wil opgenomen worden in de gemeenschap van de Kerk en ik wil leven volgens het evangelie van Jezus. Bij kleine kinderen is dit jawoord niet zo duidelijk. Sommige mensen vinden daarom dat je beter zou kunnen wachten met de doop totdat het kind zelf kan kiezen. Deze redenering klinkt wel heel verstandig, maar er zijn toch grote bezwaren. Christelijke ouders willen hun kinderen zo vlug mogelijk deelachtig maken aan het goddelijk leven, zij zijn ervan overtuigd dat die goede Geest van Jezus niet werkeloos zal zijn in het leven van het kleine kind. En wanneer zou een kind vrij kunnen kiezen? Voert het voorbeeld van de ouders, het contact met vrienden, de vorming op school, het kind niet mee in een stro-ming, waarvan het alle invloeden zozeer zal ondergaan, dat het eigenlijk niet meer vrij is? De ouders moeten er zich voor inzetten dat liet kind de gelegenheid krijgt om steeds meer en overtuigder zijn eigen ja op zijn doopsel te kunnen geven. Daarom bidden wij iedere zondag de geloofsbelijdenis als een herinnering aan ons doopsel, daarom gebruiken wij wijwater dat toch het doopwater is, waardoor wij ons herinneren dat wij gedoopt zijn in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest.

Elk jaar worden wij tijdens de paaswake uitgenodigd om bewust onze doopbeloften te vernieuwen. De vernieuwing van de doopbeloften is ook een van de hoofdmomenten van de vormselviering. Als wij dat alles overdenken, worden wij ons ervan bewust hoe belangrijk ons doopsel is, dat bij het doopsel alles begint. Het is een gave, die een opgave wordt, waaraan wij heel ons leven zullen moeten werken, die voor ons een zending inhoudt voor de hele Kerk. Als wij ons daarvoor dag na dag proberen in te zetten, dan zal God door zijn Geest zelf voltooien wat Hij in ons begonnen is.