Heilige Familie (2002)

Zijn vader en moeder stonden verbaasd over wat van Hem gezegd werd. Ik moet dan denken aan ouders die op de tafeltjesavond van school komen en van de leerkracht te horen krijgen: ‘uw zoon of dochter doet het erg goed, hij of zij blinkt uit in zoveel vakken, we stellen voor ...., en dan komen de plannen. Thuis is je kind gewoon zoals hij of zij is, maar anderen zien ineens dingen in jouw kind die je zelf niet gezien had.

Toch verbaast het míj een beetje dat Jozef en Maria verbáasd stonden. Of zegt dat iets over het gewone van Jezus? Maria heeft een bijzondere ervaring gehad rond het begin van haar zwangerschap, zo heeft Jozef zijn vrees kunnen overwinnen, de Voorzienigheid heeft geregeld dat Jezus in de geboortestad van David ter wereld kwam, herders komen erop af, zij vertellen opvallende dingen, wijzen komen erop af, zij brengen hulde aan het kind, is dat allemaal niet bijzonder genoeg? Maar op een of andere manier moet dat ook iets gewoons hebben gehad, zoals je dikwijls dingen op twee manieren kunt duiden.

Een kind, geboren in de drukke periode van de volkstelling, massa's mensen op de been. Is het dan vreemd dat die herders ook daar in de buurt zijn. Er circuleerden natuurlijk massa's geruchten, altijd als er een bezettende macht is zoals nu de Romeinen, komen er geruchten op, dat God een redder zal sturen. Zulke verhalen zijn met name voor herders voer om door te vertellen. En die wijzen, waren dat niet gewoon van die eeuwige zoekers die nu ook daar in de buurt kwamen en ook geen onderdak vonden, alles was tenslotte vol. En dat zij tegen een paar ouders over hun eerstgeboren kind mooie en wondere dingen zeggen, wie doet dat niet als hij op kraamvisite komt? En in een land als Judea, zeker in die tijd, waarin alles is doordrongen van geloof en religieuze gevoelens, ligt het wel heel voor de hand dat bezoekers iets vrooms zeggen. Jozef en Maria blijven nuchter.

Maar het houdt niet op, De tijd van de wettelijke reiniging van moeder en kind breekt aan. Ze gaan naar de tempel, de heilige plaats, daar waar God aanwezig is onder zijn volk, waar je gebed rechtstreeks doordringt tot Gods hart, waar je overal schriftgeleerden, tempelpriesters, oudsten en farizeeën tegenkomt, waar je onder de indruk raakt van het roemrijke verleden van Israël. Daar in die tempel zijn twee mensen, twee oude mensen. Is het bij hen misschien de vroomheid die het hart op hol drijft, de hoop op betere tijden, komt het doordat zij in hun nadagen zijn en zij zo verlangen naar de vervulling van hun hoop? Ook zij spreken wonderlijke woorden.

Wanneer wij dit Evangelie lezen, dan lezen we dat met in ons hoofd de kennis van wie Jezus is, wie Hij zal worden, wat er in zijn leven gaat gebeuren. Dat weten wij, maar dat weten Jozef en Maria niet. Wij kijken terug en dan wordt het allemaal gemakkelijker, zoals altijd in het leven, als je alles van tevoren kon weten, zou je nu wel weten wat je moet kiezen.
Ik denk dat wij Maria en Jozef al te gemakkelijk op een niveau plaatsen, ver verheven boven de gewone mensen, ingewijd in Gods geheimen, met bijzondere genade begenadigd, alsof het eten nooit kon aanzetten, alsof de kleine Jezus het niet in zijn broek deed, alsof er nooit een plank brak wanneer Jozef aan het werk was, alsof Jezus zich nooit bezeerde. Je loopt het risico om dit gezin, dat we het heilig huisgezin noemen, in een roze wolk te plaatsen en vervolgens in een kastje te zetten en er achter een glazen ruitje naar te kijken, vol bewondering wat God daar ooit een keer heeft bewerkt.

Maar dat is niet de bedoeling. Die ene zin haalt ons uit de droom. ‘Zijn vader en moeder stonden verbaasd over wat van Hem gezegd werd.' Inderdaad, het gewone leven, woorden van mensen, maar ook opvallende gebeurtenissen en religieuze ervaringen zijn niet zo eenduidig en simpel uit te leggen. Daarom bewaart Maria de dingen in haar hart en overweegt ze bij zichzelf. Zij heeft tijd nodig om de dingen te leren verstaan, en ze heeft veel geduld nodig omdat alleen de tijd sommige dingen kan leren. Ze heeft wijsheid nodig om dingen te kunnen duiden, maar ze heeft bovenal haar verbondenheid met God nodig om het spoor te zien waarin ze de betekenis moet zoeken.

Daarin ligt ook in feite het belangrijkste verschil tussen Maria en ons. Haar verbondenheid met God is vanaf het begin zuiver geweest. Er was in haar geen weerstand tegen Gods bewegingen in haar hart. Zonder zonde zijn, begenadigd zijn, betekent dat je vervuld bent van een verlangen te doen wat God vraagt, meer nog, het betekent dat zij van nature naar de dingen verlangt die God wil. Een innerlijke afstemming van de ziel op God. Verder is Maria een gewone jonge vrouw, zelfstandig en sterk in haar karakter, niet erg afhankelijk van haar omgeving, tegelijk waarachtig dienstbaar op de goede manier.

En van Jozef staat dat hij een rechtvaardig mens is. Gevoed door de Joodse wet, richt hij zijn schreden op het pad van de gerechtigheid, dat betekent leven naar Gods geboden. Goed zijn voor de arme en de verschoppeling. Zo zal hij Jezus opvoeden. Maar net als wij moeten zij in het dagelijks leven zoeken naar ‘wat nu?' en ‘hoe?' en ‘wanneer?'.

‘Zijn vader en moeder stonden verbaasd over wat van Hem gezegd werd.' Die zin kan ons helpen om onze eigen positie te verduidelijken. Wat hadden Maria en Jozef meer dan wij? Ze hadden in zekere zin minder dan wij. Ze hadden wel de Joodse Wet, maar nog niet het Evangelie. Wij leren van Jezus, wij hebben zijn woorden van wijsheid ter beschikking, los of we er veel mee doen, maar we hebben ze ter beschikking. Maria en Jozef hadden het Oude testament en daarbij Gods genade in hun hart. Toch was dit al genoeg om Gods kompas te volgen en de weg door het leven te vinden. Dat kompas leidt hen naar Jeruzalem, dat kompas leidt hen naar Egypte, dat kompas doet Maria meetrekken met haar Zoon, tot onder het kruis.

Waarom is dit een heilig huisgezin? Omdat zij in de dagelijkse praktijk, dus in het gewone leven aan God een plek wisten te geven en de problemen konden aanvaarden en overwinnen met Gods hulp. Waarom een heilig huisgezin? Omdat ze alledrie een leven met God leidden, ieder naar zijn en haar eigen situatie, gave en zending. Een heilig huisgezin, niet om ademloos in bewondering te zwijmelen, maar om na te volgen en van te leren. Amen.