Een huis voor God, een huis voor mensen (1999)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 198 niet laden
Er was eens een timmerman die de opdracht kreeg om een huis voor God te bouwen.
De timmerman had in zijn leven reeds vele mooie huizen en gebouwen gemaakt, maar dit was wel de meest bijzondere opdracht in zijn leven. Hij kon er die nacht niet van slapen.
“Hoe moet je nu een huis voor God bouwen?”dacht hij.

De volgende dag besloot hij enkele mensen om advies te vragen. Hij ging naar een oude vrouw in de buurt. Ze was al jaren weduwe. Veel mensen kenden haar als een wijze vrouw.
De timmerman klopte bij haar aan en vroeg haar: “Hoe moet je een huis voor God bouwen?”
De oude vrouw keek de timmerman lange tijd aan zonder iets te zeggen. Toen zei ze: “Het huis van God moet gebouwd worden met liefde en aandacht.
Ze ging verder:” Toen ik vele jaren geleden alleen kwam te staan, na de dood van mijn man, voelde ik me koud en verlaten. Ik voelde me in de steek gelaten. Mijn hart was zwaar van verdriet. Ik ging wel naar de kerk, maar daar was het ook koud en leeg. Ik miste mijn man zo. Ik leefde zonder verwachting.
Er was toen hier in de straat een vrouw, die ik eigenlijk nauwelijks kende. We groetten elkaar als we elkaar op straat tegen kwamen; verder niet. Op de een of andere manier voelde zij dat ik zwaar van verdriet was. Ze klopte soms aan en kwam bij me zitten. Ze zei alleen maar: “Het is niet gemakkelijk om verder te leven zonder je man…”
Dan zweeg ze en kon ik vertellen wat ik voelde. Die vrouw kwam altijd op het juiste moment. Ze leek wel helderziende. Een engel was ze. Ze had een open en warm gezicht. Er straalde licht uit haar ogen…
Die vrouw was voor mij een bode van God. Door haar heb ik weer verwachting gekregen. Door die vrouw weet ik dat het huis van God moet worden gebouwd met liefde en aandacht.

De timmerman dankte de oude vrouw en ging naar huis. Hij dacht lang na over de woorden van deze vrouw. Ook die nacht kon hij niet slapen.
De volgende dag ging hij naar een oude man in de buurt. De man was vroeger onderwijzer geweest. Iedereen kende hem, want de meeste mensen had hij in de klas gehad. Veel mensen spraken nog over hem, want hij was een goede onderwijzer.
De timmerman zei: “Ik heb een opdracht gekregen om een huis voor God te bouwen. Kun je mij ook zeggen welke grond het beste is om zo’n huis op te bouwen?
“De oude onderwijzer hoefde er niet lang over na te denken. “Vertrouwen,”zei hij, “dat is de beste grond.
“ Kun je me dat uitleggen?”vroeg de timmerman.
“ Toen ik nog les gaf op school, “zei de onderwijzer, “waren er kinderen die niet zo goed konden leren. Ze konden niet zo snel lezen en rekenen, maar vaak waren ze wel goed in iets anders, zoals tekenen of handwerken.
Ik lette altijd op wat een kind wel kon en zei :”Er zijn geen domme kinderen.”
Ik gaf de kinderen vertrouwen. Ik merkte dat ze daardoor ook vertrouwen kregen in zichzelf. Ik zei vaak tegen hen: “Ik hoop dat jullie goede mensen worden. Mensen die vertrouwen geven en aandacht hebben voor anderen.”
“Vertrouwen, “herhaalde de oude man, “dat is volgens mij de beste bouwgrond.”

De timmerman dankte de onderwijzer en ging naar huis. Die nacht viel hij in een diepe slaap. En een droom overviel hem.
Hij droomde dat hij in een stad liep. In die stad hadden de huizen geen deuren. “Waarom hebben de huizen hier geen deuren?”dacht de timmerman. Zijn gedachten werden gehoord. Hij hoorde een stem die zei:
“In deze stad zie je de huizen van God.
De mensen vertrouwen elkaar.
Er is liefde en aandacht.
Je hoeft hier niet bang te zijn.
Niemand doet hier een ander nog kwaad.”
Een diep gevoel van vreugde doorstroomde de timmerman. Zijn ogen waren vochtig van tranen toen hij wakker werd.

De volgende dag kwam de opdrachtgever om te vragen of de timmerman al een schets had getekend voor het huis van God. “Hoe ver ben je met je werk?” vroeg de opdrachtgever.
De timmerman zei: “Ik heb raad gevraagd aan wijze mensen en in een droom is mij duidelijk geworden: het huis van God moet gebouwd worden op vertrouwen. Het moet gedaan worden met liefde en aandacht. Daar wil God wonen.”

Het was rond Kerstmis dat dit alles gebeurde. Het was donker en er hing oorlog in de lucht. Het was een onzekere tijd. De deuren in de straten waren dubbel vergrendeld. Er waren veel vreemdelingen in de straten. Veel mensen vertrouwden elkaar niet meer.
Thuisgekomen wist de opdrachtgever wat God wilde: een huis van vertrouwen, liefde en aandacht. Elk mens kan het bouwen.
Elk mens wil er wonen.