Het bed van de lamme

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 233 niet laden
Voor dit stuk zou je vele titels kunnen bedenken. Zo zou je kunnen spreken over vier mannen op het dak. Dat zou mooi zijn, maar het is een tikje te spectaculair. Of je zou de vergeving der zonden bovenaan kunnen plaatsen, maar dat staat misschien te plechtig. Ik houd het maar op het bed van de lamme. Het is dankbaar om er een lied over te maken. 'Neem je bed op en wandel' is één van die liederen. Het is nog mooi ook.

Hoe mooi ook, het is toch misleidend. Het betreft hier namelijk niet in de eerste plaats een genezingswonder. Daarvoor zouden die enkele schriftgeleerden niet van een godslastering hebben gesproken. Genezers waren er toen - gelukkig - voldoende. Ze deden het op hun primitieve manier, maar ze deden het toch maar. Dat is dus niet het eigenlijke punt in het verhaal. De (on)heilige ergernis werd pas gewekt toen Jezus zei: ,,Uw zonden zijn u ver-geven". Dan brak het protest los. Het is, eerlijk gezegd, een moeilijk stuk. Hoe was die man een zondaar? Heeft die man gevraagd om vergeving van zijn zonden? Over dat alles lezen wij niets. Er staat alleen dat hij lam was. Verlamd zijn en zondaar zijn, dat hoort dus blijkbaar bij elkaar.

Dat maakt het voor ons zo moeilijk. Volgens ons zijn moreel kwaad en fysiek kwaad van een andere orde. Afzonderlijk te zien, afzonderlijk te benaderen, afzonderlijk te genezen. Daarom zijn er voor ons zovele specialisaties in de wetenschappen omtrent de mens. Wie omgaat met moreel en fysiek kwaad van de mens is enkel competent voor één of ander facet van de hele problematiek. Wij zijn daarom voortdurend verwijs-mensen. Wij verwijzen cliënten of patiënten door naar... Zo is dat vandaag. Een eeuw geleden was dat helemaal niet zo. Toen kon elke geneesheer alles genezen. Het waren allemaal wonderdokters. Vanuit vandaag gezien werden onze voorouders vaak primitief behandeld. Met Jezus zitten we nog verder terug in de tijd, nog meer in de primitiviteit.

Als ik het juist zie, was zowel de zieke mens als de zondaar in de ban van kwade machten. Het was iets wat door de mens gedaan werd onder invloed van ‘de boze' of door iets wat op de mens gegooid werd. De mens was een fatalistisch onderworpen wezen. Wat hij deed en wat hem overkwam, had zijn oorsprong in de wereld van het kwade. Wat ik daarmee bedoel, is mezelf niet helemaal duidelijk. Dat was het voor hen evenmin. Ze konden het niet benoemen. Het was het naamloze mysterie van het kwaad. In dat mysterie waren kwaad en lijden in elkaar verankerd.

Wat doet nu Jezus? Hij ont-ankert, ont-bindt en ont-maskert. Hij maakt los. Het kwaad van de mens komt uit een andere bron dan het lijden van de mens.

Iemand die Gods geest heeft ingeademd, kan de macht van de duivel aan banden leggen. Hij kan daarnaast ook de zieke mens aanraken. In dit verhaal doet Jezus dat ook. De lamme plooit zijn bedje op en wandelt met een vrij hart. Zo zijn ziekte en kwaad van elkaar gescheiden. Het is alsof Jezus hier zegt: wat God gescheiden heeft, zal de mens niet verbinden. Dat doen wij echter telkens opnieuw. Wij verblinden ziende mensen, wij verdoven de oren van de jeugd, wij verlammende mobiliteit van zovele mensen.

Onze reflexen zijn vaak primitief verlamd.