Genezing van een melaatse (2009)

Gebed

Hervorm uw kerk,
Geef haar moed
Uw woord te doen, uw hart te volgen;
Dat zij niet langer probeert over mensen te heersen,
Maar in dienstbaarheid gerechtigheid doet..
Voor alle kerken bidden wij
Dat zij in armoede en zonder pretenties
Het dienstwerk mogen voortzetten
Dat Jezus aan alle mensen is komen verrichten.
Dat zij het evangelie uitbeelden
En tot geloof inspireren.

naar Oosterhuis

Inleiding

Misschien herinnert u zich nog hoe een aantal jaren geleden koningin Fabiola een aids-patiënt in het St.-Jansziekenhuis bezocht en de man bij haar binnenkomst een kus gaf. Het gebaar werd door de tv dik in de verf gezet, omdat men wilde aantonen dat een aantal taboes, waardoor aids-patiënten totaal geïsoleerd raakten, onterecht waren.

Elke tijd en generatie heeft blijkbaar haar eigen taboes en ontdoet zich van wat haar bedreigt. Honderd jaar geleden behandelde men zo tbc. In de Middeleeuwen was het de pest en cholera of nog vroeger de melaatsheid. En in de tijd van Jezus waren het de huidziekten (in de NBV spreekt men over huidvraat omdat het om huidziekten in het algemeen ging waarvan melaatsheid slechts één uiting was) waardoor men vreesde besmet te worden. De sociale en religieuze gevolgen waren dikwijls verschrikkelijk. Men beschouwde de ziekte als een straf van God en naast de religieuze veroordeling werd men ook sociaal geïsoleerd. We horen een fragment uit het boek Leviticus. De nauwkeurige beschrijving geeft een gevoel van de angst en afweer die men tegenover deze mensen had. In het licht daarvan krijgt het optreden van Jezus in het evangelie een profetisch karakter.

Homilie

In het stukje evangelie dat we net hoorden lijkt niemand zich iets van regels aan te trekken. De man met een huidziekte moest zich afzijdig houden, maar dringt toch door tot Jezus. Op zijn beurt zou Jezus alle contact moeten vermijden om zelf niet onrein te worden, maar door diep medelijden bewogen (splanchnistheis staat er) raakt Jezus de man toch aan. Vervolgens geeft Hij de man de raad om zich aan de priester te tonen en zo langs officiële weg weer bij de gemeenschap te horen, maar de man trekt zich daar niets van aan maar gaat vol blijdschap zijn geluk aan iedereen verder vertellen. Alle taboes worden overschreden door intense gevoelens: het diep ongelukkige gevoel van iemand die sociaal en religieus helemaal geïsoleerd is, de diepe bewogenheid van Jezus om het lot van de man en achteraf de intense blijheid omdat hij terug deel kan uitmaken van zijn familie en volk. Zoals zo vaak zijn alleen sterke gevoelens of religieuze bezetenheid in staat om voorbij redelijkheid, voorbij kritiek en taboes een stap naar verbondenheid te zetten. Ik denk dan aan wat ouders soms voor hun kinderen willen doen, of de inzet van religieus bewogen mensen voor zieken of voor gemarginaliseerden.

Wanneer huidvraat evolueerde naar melaatsheid werden mensen erg bang voor besmetting. Door het wit uitslaan en de isolatie bracht men de ziekte in verband met de dood. Van melaatsheid genezen was daarom ongeveer zoiets als opstaan uit de dood. Vandaar dat men in de overtuiging leefde dat alleen God deze ziekte kon genezen. Jezus was ten diepste bewogen, staat in de tekst. Dezelfde uitdrukking staat er als Hij ziet dat het lijk van een jongen naar buiten wordt gedragen. Deze houding van ‘intens compassion' moet Hem helemaal getypeerd hebben. In het verhaal ontstaat een heel nieuwe situatie. Op veel plaatsen zegt Jezus dat het onderscheid rein-onrein voorbij is, maar nu doet zich een nieuwe situatie voor. Door de zieke aan te raken wordt Jezus zelf onrein. Hij bevindt zich nu in het andere kamp.

Ik moet spontaan denken aan pater Damiaan, die besefte dat hij voortaan tot een andere wereld zou behoren en melaats met de melaatsen zou worden. Zoals anderen arm met de armen werden, of helemaal het lot van rechtelozen op zich namen.

Voortaan zal Jezus met heel zijn persoon in opstand komen tegen de instandhouders van een maatschappij, die stabiliteit verkiezen boven gerechtigheid. Waarom dat onderscheid tussen dingen die rein en onrein zijn, tussen mensen die taboe zijn en de anderen. Overstijgt Gods barmhartigheid en liefde niet alle onderscheiden? Vanuit een niet te begrijpen conservatisme verkoos men stabiliteit boven gerechtigheid.

In feite beleven we op vandaag eenzelfde situatie. Vanuit een onachterhaalbaar conservatisme is onze paus bereid een dwaas als bisschop Williamson in de kerk op te nemen, omdat hij nu eenmaal graag de conservatieve groep van Pius X in de groep wil hebben. Want deze man ontkent niet alleen de holocaust, hij is tegen elke toenadering tussen christenen joden, christenen en andere godsdiensten, maar eveneens tegen het feit dat vrouwen studeren, enz. Er speelt zeker ook een gebrek aan feeling mee waardoor deze paus precies niet kan inschatten wat sommige woorden en daden kunnen teweegbrengen (cfr. zijn woorden in Regensburg over islam).

Maar het probleem ligt dieper en raakt aan het wezen van een bepaald soort conservatisme. Waarom verkozen Joodse leiders wetten in stand te houden waardoor een hele groep mensen werden miskend? Waarom zijn kerkelijke leiders zo verdraagzaam naar een groep christenen, die op geen enkele manier zich houden aan afspraken en het geloof als een monolithisch bastion willen poneren boven mensen, maar is men extreem hard en veroordelend naar theologen die opkomen voor een groot groep christenen die als uitschot worden behandeld? Het gaat niet eens om ongehoorzaamheid, maar de kern van de Blijde Boodschap overbrengen aan hen die geen kans tot leven krijgen, net als deze melaatse. Waar is de houding van ‘mededogen' waar het evangelie telkens naar verwijst? Waarom verkiest men een onrechtvaardige stabiliteit die bang is voor elke nieuwe gedachte, elke nieuwe visie boven rechtvaardigheid?

Conservatisme wordt meestal gevoed door angst, maar is helemaal niet onschuldig als het overgaat naar vechtende suprematie. De vraag brengt ons tegelijk in het centrum van Jezus' zending. Hij verkondigde een liefde en nabijheid zonder één enkele menselijke berekening, boven alle hang naar rust en stabiliteit maar gedreven door mededogen. Zo moeten ook wij zijn, en zo zou ook het gezicht van onze kerk moeten zijn.

Als afsluiting van de woorddienst en overgang naar het eucharistisch gedeelte nodig iik u uit te luisterne naar een prachtig stukje muziek van Christobal De Morales: "Parce mihi Domine en miserere mei'. Heer, heb medelijden met mij en ontferm u over mij'. Het zijn woorden uit de psalm die helemaal aansluiten bij het gebed van de melaatse.