De Damiaanactie is net voorbij. Het is eigenlijk fantastisch om dat te kunnen zeggen. Daarmee bedoel ik dat het fantastisch is dat wij – de mens – er in geslaagd is een middel te vinden om deze ziekte te bestrijden. Ik bedoel er uiteraard niet mee dat ik blij ben dat melaatsheid nog bestaat. Het is fantastisch omdat de Damiaanactie en anderen niet alleen een huidaandoening kunnen genezen, maar daardoor vaak ook een isolement kunnen doorbreken. Maar hoe hard de regels uit het joodse wetboek mogen lijken, het was nodig om de aandoening in te dijken. Hoe belangrijk het is, hebben we laatst nog ondervonden toen Ebola uitbrak. Er zijn vandaag nog melaatsen, dus we kunnen het letterlijk lezen, of we kunnen op zoek gaan naar de melaatsen van vandaag. Zijn er vandaag in onze samenleving mensen of groepen van mensen die gemeden worden, geïsoleerd? Mensen die gemeden worden omwille van onze eigen veiligheid? Slechte vrienden waar we onze kinderen willen van weghouden omdat ze hen misschien op het verkeerde pad zouden kunnen brengen. Jezelf of je kinderen beschermen, daar kan toch niemand tegen zijn?
Jezus blijkbaar ook niet, want Hij heft de regels niet op. Maar anderzijds blijft Hij ook een mens die vindt dat Hij zijn medemens niet in de steek kan laten omdat Hij diep vanbinnen weet dat God niemand in de steek laat. Hij steekt Zijn hand uit om hem te genezen. Is het nu de bedoeling dat alle mensen de melaatsen gaan aanraken en zelf melaats worden? Ik denk het niet, anders zou Jezus de regels opheffen. Maar Jezus wil wel duidelijk maken dat dit niet de wil van God is, God wil dat de mens rein wordt. God wil niet dat mensen uitgesloten worden. Ook hen moet een helpende hand geboden worden. Alleen een helpende hand kan genezing brengen, om het met een parafrasering van een slogan te zeggen: "onverschilligheid doodt, liefde geneest" . Moeten we ons dan allemaal laten "besmetten", ons eigen leven en dat van onze kinderen "in gevaar brengen"? Neen, want als je iemand een hand reikt, kan je dat ook op een behoedzame, veilige manier doen. Hoe groot ons respect voor pater Damiaan ook moge zijn, het valt niet te ontkennen dat hij wat voorzichtiger had kunnen zijn. Maar voor Damiaan was het belangrijk dat hij één van hen werd. Ik denk niet dat Jezus dit verwacht van alle mensen. Maar op een behoedzame, voorzichtige manier andere een helpende hand aanreiken, moet kunnen. Het moet kunnen, want er is geen alternatief, als we "de besmetten" isoleren, kan de aandoening verder woekeren en wordt het alleen maar erger.
Laat me een voorbeeld geven. De meeste ouders hebben schrik van slechte vrienden voor hun kinderen. "Slecht" kan hier verschillende betekenissen hebben: bijvoorbeeld jongeren die aan de drugs zitten. Uiteraard wil je als ouder niet dat je kind ook aan de drugs geraakt. Maar lost het iets op als je alleen maar je kinderen verbiedt hen nog te zien? Hoogstwaarschijnlijk maak je het daardoor alleen nog interessanter om hen in het geniep op te zoeken. Of ga je hen een helpende hand aanreiken? Mogen die bij ons thuis komen om hen op zijn minst te laten zien dat leven zonder drugs ook kan? Brengen wij hen in contact met hulpverleners? Helpen we hen hun verslaving onder ogen te zien? Ik weet het, dat is niet simpel, en de meesten van ons zijn daar niet voor opgeleid, we moeten dus zeer voorzichtig zijn, maar ergens diep in ons voelen we toch dat we die jongeren toch niet zomaar aan hun lot kunnen overlaten? Samen met hulpverleners moeten we hen de hand reiken, al was het maar om hen de kans te geven te voelen dat er nog mensen zijn die om hen geven.
Het is niet alleen een kwestie van een hand uitsteken, de ander moet ook nog meewerken. Jezus vraagt Hem of de regels te volgen en dus bij een priester te gaan die kan vaststellen dat hij genezen is. In ons voorbeeld kunnen de jongeren bijvoorbeeld tonen aan de maatschappij dat ze het menen met het afkicken als ze zich laten behandelen.
Natuurlijk, als zoiets je overkomt, dan loop je over van geluk en dan kan je dat niet voor jezelf houden. Ondanks het verbod van Jezus om iets te vertellen, bazuint de ex-melaatse het dus rond met een toeloop als gevolg. Is het verbod van Jezus iets van de evangelist? Waarschijnlijk wel, in de opbouw van zijn evangelie wacht Marcus tot het bittere einde om zijn toehoorders te vertellen welke Messias Jezus is, het is bijvoorbeeld niet een Messias die een opstand tegen de Romeinen gaat beginnen. Het is een Messias die goed nieuws is voor mensen in nood, mensen aan de kant en daarom is Hij slecht nieuws voor de machthebbers, met de gekende reactie.