4e zondag door het jaar (2009)

"Hij sprak hen toe als iemand met gezag".
Elke tijd kent gelukkig wel mensen die dat doen, spreken met gezag!
President Barack Obama bijvoorbeeld: Ondanks zijn tengere gestalte, daar staat iemand, die man heeft uitstraling, hij wijst nieuwe wegen, wijst mensen op hun eigen verantwoordelijkheid en geeft hoop. Vanzelfsprekend deskundigheid en gezond verstand, maar vooral liefde in plaats van haat.
Ik zag en hoorde van de week nog zo iemand in een actualiteitenrubriek:
Piet Buyse, burgemeester van het Vlaamse Dendermonde, de plaats die afgelopen week zo verschrikkelijk werd getroffen door de crèchemoorden.
Een verpersoonlijking van het verdriet dat leeft in een gemeenschap, een man die rond de rouwenden stond, die uithaalde naar bepaalde journalisten en die hun gedrag vergeleek met dat van gieren.
Een persoonlijkheid. Gezagvol.

In beide lezingen van vandaag gaat het over gezag.
Mozes roept in de eerste lezing zijn volk op, vlak vóó³r zijn dood en voor de intocht in Kanaän, de grote weldaden van God in Egypte en veertig jaar woestijn niet te vergeten.
Ook wanneer zij zich in het beloofde land gevestigd zullen hebben, moeten zij de Heer trouw blijven en zijn wetten onderhouden. Dan zal God hen hoog verheffen en hen met zegeningen overstelpen. Mozes als leraar én profeet. Daar is volgens de joodse traditie ook niet zo'n groot verschil tussen. Een goede leraar richt zijn leerlingen op de toekomst, brengt ze in beweging en zet hun bestaan in een profetisch perspectief op grond van het woord van de Eeuwige. Een man met charisma, een man met gezag.

Marcus beschrijft ons Jezus ook als leraar en profeet. Voor hem is Jezus eigenlijk de tweede Mozes. Nadat Hij eerst langs het meer van Galilea enkele volgelingen gemobiliseerd heeft, trekt Jezus met hen naar Kafarnaüm. En daar, in de synagoge, blaast Hij als het ware de oude woorden van de profeten nieuw leven in. `Een nieuwe leer met gezag' constateren de omstanders. Nee, geen misverstand niet de leer zelf was verouderd. Van de woorden van Mozes hoefde geen titel of jota vervangen te worden. Nee, een leer die gezag heeft, de nieuwe leer van Jezus, is een eigentijdse interpretatie van oude woorden.
Het nieuwe zit er hem niet in dat er nog meer kennis over die woorden wordt opgedaan, of dat er haarkloverij plaats vindt over wat er nu precies staat, zoals de schriftgeleerden volgens Marcus doen. Nee, het nieuwe zit hem hierin dat die oude woorden vragen om een antwoord, God wil een reactie, vraagt om doen!
Profetische woorden van een man met gezag!

Mozes waarschuwt echter ook niet te luisteren naar wolkenschouwers, waarzeggers, wichelaars en hen die geesten raadplegen of doden oproepen. Valse profeten zijn het, broodprofeten, prekers voor eigen parochie, voor eigen gewin.

Dan is de onvermijdelijke vraag natuurlijk: hoe maken we dat onderscheid tussen goed en vals En Mozes antwoordt dan: als een profeet zegt te spreken in naam van de Heer, maar zijn woorden komen niet uit en er gebeurt niets, dan is dat geen profetie van de Heer geweest' en hij besluit: `Zo'n profeet moet ter dood worden gebracht'. Maar is dat niet een beetje achteraf gepraat? Ik denk het niet.

Om vals van goed te onderscheiden moeten we eerst vaststellen wat goed is.
In de bijbel zijn profeten geen helderzienden, geen toekomstvoorspellers, geen waarzeggers, het zijn zeggers van de waarheid. Gods profeten doen een appèl op de hoorder en geven die een eigen verantwoordelijkheid, confronteren, ook ons, met de consequenties, houden een spiegel voor. Zij proberen met de ogen van God naar de wereld te kijken en van hun bevindingen leggen zij getuigenis af: `Zo spreekt de Heer...'. Daarbij schouwen zij wel in de toekomst, maar zij zien die niet als een onontkoombaar lot, zij willen slechts waarschuwen. Het gaat bij deze onruststokers niet om wat er uit komt, maar om wat er aan komt. Ze zien dat er onheil op komst is, maar zij zien ook steeds heil in het verschiet.

Het belangrijkste criterium voor de goede profeet, voor de tussenpersoon namens God, voor diegene die spreekt met gezag, is dat de woorden de trouw aan de tien geboden weerspiegelen. Wie daarvan afwijkt is op de verkeerde weg.
Gezag wordt niet in de eerste plaats geboren uit kennis, uit argumenten of resultaten en ook niet uit maatschappelijk succes, maar uit de liefde van de ene mens tot de andere. Zodra iemand getuigt voor zijn eigen winkel wordt hij verdacht. Die profeten kennen ook wij, in de politiek bijvoorbeeld of wanneer we alleen maar kijken naar de talloze t.v. programma's over de economische recessie en de daarbij schijnbaar behorende graaicultuur.
Liefde en belangeloosheid zijn en blijven de bijbelse normen voor iemands gezag.

Bij Mozes is het oordeel over iemand die namens zichzelf spreekt niet mis te verstaan. "Hij moet sterven' staat er. Dat wil zeggen: dat kost hem zijn leven als profeet. Hij is ongeloofwaardig en moet aftreden.
De geloofwaardigheid van Jezus, zijn gezag, is daar in Kafarnaüm niet in het geding. Wet en profeten komen in Hem samen als een levend getuigenis. In spreken, doen en laten is Hij het vleesgeworden Woord. Hij spreekt niet voor eigen winkel. Hij spreekt niet namens zichzelf, niet voor zijn bekendheid, maar altijd, zo zou je kunnen zeggen voor de winkel van zijn Vader, ter ere van God. Dat is wat Jezus' getuigenis onverdacht maakt en dat overtuigt, dat heeft gezag! Het grijpt de mensen aan en laat hen niet meer los. Zijn manier van optreden is integer en oprecht. En als altijd wordt die oprechtheid met angst en beven herkend door de onoprechtheid. Marcus verbeeldt dat met die onreine geest, die in een laatste stuiptrekking verzet pleegt tegen de waarheid die Jezus is. De oprechtheid van deze mens is al het kwade de baas. Het is de genezende kracht van Jezus. Een daad van bevrijding als teken, als een wonder, daar in die synagoge van Kafarnaüm.
En daarmee hebben we, zou je kunnen zeggen, het wezenlijke ijkpunt van ware profetie te pakken: `Bevrijdt het mensen van onmenselijkheid of niet?'

Het was destijds aan het volk van Mozes, aan de kinderen Israëls, niet de oren te laten hangen naar valse profeten, maar om het onheil af te wenden, in het vertrouwen dat God hen zijn heil niet zou onthouden. In de synagoge van Kafarnaüm is Jezus het levende bewijs van een God die bevrijdt.
Ook ons zal Gods heil niet worden onthouden wanneer wij onszelf bevrijden van onmenselijkheid, de onreine geest het laten afleggen tegen de waarheid die Jezus is.
Hoe? Door niet achter de valse profeten van vandaag aan te lopen. Door te getuigen van ons geloof, door te getuigen van de bevrijdende kracht van God, en door te doen. Er te zijn voor die mensen die ons nodig hebben, dichtbij en ver weg. Door hier en nu mee te werken aan het realiseren van een hemel op aarde!
Dat het zo moge zijn!