Profeten in hun midden (2012)

Dat onze tong al eens uitglijdt en struikelt bij het uitspreken van het woord Deuteronomium mag niet verwonderen.  Het is een moeilijk woord.  Het komt uit het Grieks en betekent: tweede wet, de herschreven en hertaalde wet.  Het is het laatste boek uit een reeks van vijf (Pentateuch), die aan Mozes worden toegeschreven.
 

Mozes, de schrijver van dat laatste boek!?  Zo werd het eeuwen lang beweerd.  Hij zou dan zijn eigen dood op de berg Nebo beschreven hebben.  Hij zou dan de auteur zijn van veel stukken, die eeuwen later zijn neergeschreven.  Het boek werd afgesloten na de Babylonische ballingschap ten tijde van de tweede tempel (na 515 a.c.n.).  Het was een langdurig proces van overleveren en redigeren (NBV). 

Het is een interessant boek.  Het rt over Mozes en over de Wet.  De schrijvers duiden de Wet in nieuwe levensomstandigheden.  Zij zijn bezorgd dat Israël zijn trouw aan de HEER bewaart te midden van vreemde volkeren.  Er is een serieus verschil tussen het Israël in de woestijn, het Israël met Jeruzalem als hoofdstad, het Israël na de ballingschap.  Het boek diende tot herbronning.  Deze gaat terug naar het fundament zonder dit zo te fixeren dat we fundamentalist worden en elk gesprek met het heden uitsluiten. 

Het boek houdt de herinnering levendig aan de relatie, die de HEER met zijn volk is aangegaan.  Het bevat de prachtige geloofsbelijdenis van Israël, die we samen met de Joden elke dag kunnen bidden: “Luister, Israël: de HEER, onze God is de enige.  Heb daarom de HEER lief met hart en ziel en met d inzet van al uw krachten” (Deut. 6,4-6).  We horen deze geloofsbelijdenis op de 31° zondag A. 

De schrijvers van dit boek zijn overtuigd dat de HEER onder zijn volk zal aanwezig blijven door zijn profeten.  De grootste profeet is Mozes, de vriend van God.  Hij had een Godservaring bij het brandend braambos en op de Sinaï.  Hij mocht of moest spreken in de naam van God.  Profeten zijn stormvogels voor God.

Israël kreeg in zijn geschiedenis meerdere profeten gekend.  Van een aantal zijn hun woorden en geschriften bewaard.  Profeten beoefenen de ‘achtzaamheid’.  Wie op zichzelf ‘acht’, zal anderen kunnen waarnemen om samen te zijn waar we horen te zijn.  De ziel is de plaats waar het ik woont en waar God spreekt vanuit de diepte.  Tot op onze dagen klinken profetische stemmen.

Profeten zijn een geschenk van God.  Ze praten niet naar de mond en botsen op tegenstand (Lc. 4,24).  Wat onderscheidt echte van valse?  Deuterononium onderscheidt hen van waarzeggers en wolkenschouwers.  Wie als profeet eigen belang en status nastreeft, is er geen.  Een vuistregel ter onderscheiding kan deze zijn: “Echt is alles wat God groter maakt en de mens dient.”

Wanneer een profeet of een droomuitlegger uit uw midden een teken of een wonder voorspelt, dat vervolgens uitkomt, en hij verbindt daaraan een oproep om andere, u onbekende goden te volgen en te dienen – luister dan niet naar wat hij zegt.  Want de HEER, uw God, wil u daarmee op de proef stellen, om te ontdekken of u hem wel met hart en ziel liefhebt.  Blijf de HEER, uw God, volgen en heb alleen voor hem ontzag.  Leef zijn geboden na en luister naar hem; dien alleen hem en blijf hem toegedaan” (Deut. 13,2-4).

Jeremia, voor wie zijn zending als profeet, zo zwaar was, gaf volgende criteria aan om echte van valse profeten te onderscheiden:  “Luister niet naar wat de profeten jullie verkondigen.  Ze geven jullie valse hoop.  Hun visioenen zijn hun eigen verzinsels, ze komen niet van de HEER.  Tegen hen die mij minachten durven ze te zeggen: “De HEER zegt dat het jullie goed zal gaan.”  En tegen ieder die zich door zijn koppige hart laat leiden zeggen ze: “Nee, onheil blijft je bespaard.”  Wie het raadsbesluit van de HEER kreeg toevertrouwd, moet zijn woorden in zich opnemen en gehoorzamen” (Jer. 23,16-18).

Profeten zullen zoals Mozes het volk onophoudelijk herinneren aan zijn opdracht drager en boodschapper te zijn van Gods project met de mensheid.  Hun rappel van het Verbond van God is het criterium om de echte van de valse profeten te onderscheiden (Bible Pastorale, p. 207).

De profetische stroom was een tijd lang opgedroogd in Israël om dan weer op te flakkeren met Johannes de Doper en met de beslissende doorbraak van Jezus uit Nazareth.  Hij wordt als profeet begroet, een nieuwe Mozes (Hnd. 3,22-26).  Naar hem zullen we luisteren (Mc. 9,7).  “De profeet is er niet om te vertellen wat er morgen of overmorgen gebeuren gaat en zo de nieuwsgierigheid of de behoefte aan zekerheid van de mensen te bevredigen.  Hij laat ons het gelaat van God zien.  Daarmee toont hij ons de weg die we moeten gaan” (J. Ratzinger, Jezusboek, Inleiding p. 26).  De NBV spreekt over profeten in het meervoud daar waar de meeste vertalers het enkelvoud gebruiken.  Dit verwijst makkelijker naar Jezus, de enige die nog meer dan Mozes God nabij is en die komt van bij de Vader.  “In Jezus is de belofte van de nieuwe profeet in vervulling gegaan.  Hij leeft voor Gods aangezicht niet alleen als vriend, maar als Zoon” (Ib., p. 28).  Dit geloven we als christenen.

 

Antoine Rubbens