Om de eerste te zijn (2009)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 716 niet laden

Zusters en Broeders, op zijn tocht doorheen het Joodse land ging het Jezus  niet altijd voor de wind en moest Hij vaak optornen tegen de hooghartige en zelfgenoegzame houding van Schriftgeleerden en Farizeeën. Het houdt Hem bezig: niet ieder mens staat open voor zijn blijde boodschap. Hij wil zijn leerlingen er voor waarschuwen dat Hem kwade tijden te wachten staan: De Mensenzoon wordt overgeleverd in de handen van de mensen en ze zullen Hem doden". Maar de leerlingen zijn hardhorig voor zo'n onheilspellende boodschap -net zoals vele mensen van onze tijd willen ze alleen maar een goed-nieuws-show horen. Marcus zegt: Zij begrepen  die woorden wel niet , maar schrokken ervoor terug Hem te ondervragen. Geen moeilijkheden zoeken, de ogen sluiten voor mogelijke problemen, laat ons gerust om ons zalig en rustig ongecompliceerd leventje verder te leven. Eigenlijk sluiten de leerlingen hun oren en ogen voor de realiteit.

Trouwens, hoe kunnen Jezus' woorden over zijn naderende dood hen beroeren? Ze zijn met heel andere dingen bezig onder mekaar. Waar hebt ge onder weg over getwist?, vraagt Jezus hen bij hun thuiskomst in Kafarnaüm. Maar ze zwegen, want ze hadden onderweg een woordenwisseling gehad over de vraag wie de grootste was. Dat moet toch ook een ontgoocheling geweest zijn voor de Heer: terwijl Hij met zijn vertrouwelingen over zijn lijden wil spreken, maken zij ruzie over wie wel de grootste is, wie het grootste gelijk heeft aan zijn kant.

Goede Vrienden, Jezus nodigt ons uit om al onze discussies over wie het meest vermag, over wie het rijkste is, over wie zich het meest kan permitteren, te laten varen, en ons eerder dienstbaar op te stellen. En dat betekent dienstbaar zijn aan het geluk van de alledaagse mensen rondom ons in de meest gewone omstandigheden. Onze christelijke levensstijl van dienstbaarheid moeten we niet ver gaan zoeken: dag aan dag krijgen we de kans om onze dienstbaarheid gestalte te geven. Jezus blijft zeggen: "Als iemand de eerste wil zijn, zal hij de laatste van allen moeten wezen en de dienaar van allen". Die taal horen mensen niet zo graag, het gaat er hen vooral om wie er gelijk heeft, wie het voor het zeggen heeft.

En om zijn woorden nog meer kracht te geven, doet Hij een geste: Hij nam een kind en zette het in hun midden; Hij omarmde het en sprak tot hen: Wie een kind als dit opneemt in mijn Naam,  neemt Mij op".

Wat bedoelt Jezus hiermee, goede vrienden? In kinderen straalt nog heel veel van het echt menselijke, waarmee wij geboren worden: eenvoud, recht door zee in hun antwoorden, eerlijkheid, onbevangenheid, een kinderlijk vertrouwen. Kinderen staan nog open voor de echte waarden van het leven; ze denken nog niet in categorieën van macht, bezit, invloed. Ze zijn nog kwetsbaar en teer, open en ontvankelijk.

Of toch? Voelen we niet dat onze consumptiemaatschappij van vandaag weinig of geen oog meer heeft voor de eigenheid van kinderen en hen gewoon beschouwt als wezens, aan wie wat te verkopen valt? Of wijzelf, goede vrienden? Leeft er onderhuids ook niet bij vele ouders het verlangend dat hun kind het beste, het verstandigste, het meest bekwame, het suksesrijkst zou zijn, dat kind naar wie nu al wordt opgekeken als naar een wonderkind? Houden we de woorden van Jezus van vandaag achter de hand: "de voornaamste, de beste is hij of zij die het meest dienstbaar is".