Geroepen worden (2009)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 554 niet laden
Geroepen worden, wat is dat eigenlijk, hoe gaat dat eigenlijk? Hebben wij zoals we hier samen zijn als christenen ook ervaringen in die richting of is dat iets voor buitengewone mensen? Hebben we wel eens zoiets als ‘een stem' gehoord in ons binnenste, een stem die bleef aanhouden, een stem die we op den duur niet konden ontwijken? Een stem van een andere mens, of misschien wel de stem van God?

Laten we de zojuist gehoorde verhalen nog wat dieper tot ons doordringen.

Het eerste verhaal, dat van Samuël, is een beeldverhaal, een verhaal dat we niet al te letterlijk moeten verstaan, maar dat bij de mensen die het horen of lezen iets wil wakker maken. Het is een verhaal waarin wijzelf ons misschien kunnen herkennen.

Samuël is een jonge jongen met een bijzondere naam: Sam betekent horen of hij die hoort en El betekent God, dus hij die God hoort. Over hem gaat dit verhaal. Hij is een leerling. Hij moet het vak nog leren. Zijn ouders hebben hem toevertrouwd aan God en Zijn dienstwerk in de tempel van Jerusalem. Eli is zijn leermeester en leidsman. Samuël is leergierig en ijverig, zo blijkt. Hij ligt te slapen, het zal dus nacht zijn, maar hij wordt meteen wakker en staat op als hij zijn naam hoort. Tot driemaal toe maar liefst. Tot driemaal toe uit je slaap opstaan, dat is niet niks. En het lijkt ook nog voor niets, zijn meester Eli weet nergens van. Maar na de derde keer begrijpt deze dat hier wat anders aan de hand is. Het is God zelf die de jonge Samuël roept. Hier raken we aan een belangrijk moment in het leerproces van Samuël. Samuël wordt nu eigenlijk pas werkelijk geroepen in de dienst van God, niet via zijn ouders, niet via zijn leermeester, maar direct en onmiddellijk door God zelf. Een prachtig verhaal. Een verhaal dat herkenbaar is voor elke mens: roeping gaat niet ineens, roeping heeft tijd nodig, roeping is een proces.

Zo verging het de jonge Samuël en zo vergaat het ook de twee leerlingen van Johannes de Doper maar wel weer op een heel andere manier. Ze zijn bij Johánnes in de leer, maar ze worden door hem als het ware naar Jézus doorgestuurd: "Daar is het Lam van God", met andere woorden "daar moet je zijn, dat is een belangrijk iemand, iemand die met God van doen heeft". En de twee leerlingen gaan. Ze willen iets weten over Jezus, ze zijn geboeid en geraakt door hem, ze zijn misschien al geroepen. "Waar houdt u verblijf?'. Dat betekent: "Waar ben je mee bezig, hoe ziet jouw leven eruit?" Jezus neemt ze mee. Waar naar toe meldt het verhaal niet, maar aangezien Jezus een rondtrekkend rabbi was zonder vaste woon- of verblijfplaats kunnen we aannemen dat de twee leerlingen deelgenoot werden van zijn manier van leven, van zijn omgaan met zieken en noodlijdenden, van zijn verkondiging en zijn bidden. Ze zijn enthousiast, zeker die ene die Andreas heet. Hij gaat naar zijn broer Simon en brengt die ook bij Jezus. Het is een beetje een olievlek: de een steekt de ander aan. De roeping groeit, in diepte en in omvang. Er zijn er nu al drie. En dit verhaal gaat alsmaar verder en is verder gegaan tot in onze dagen. Er zijn nu miljoenen Jezusvolgers over de hele wereld..... Miljoenen die in Jezus iets herkennen van hun hoop, hun vertrouwen in een betere wereld, hun verlangen naar vrede en recht voor iedereen. Miljoenen die zich christen willen noemen. Daar horen wij ook bij..... zeker! De vraag is echter: hoe diep is die ‘roeping', dat verstaan van de stem en het mee willen gaan in de leefwijze van Jezus tot ons doorgedrongen. Misschien moeten we dat grote roepen eerst een beetje kleiner maken om dichter bij onze eigen roeping te komen? Waar riep en roept het in ons? Door wie werden en worden wij geroepen? Wanneer klonk of klinkt er een stem? En hoe gingen of gaan we daar dan op in?

Geroepen worden heeft te maken met iets dat we niet zelf kunnen regelen, niet zelf kunnen organiseren, waar we misschien ook helemaal niet op hebben gerekend. Het komt op onze weg, onverwacht, soms verrassend en blij makend, soms pijnlijk en leed brengend.

Verliefd worden: de stem van de ander die jouw liefde wekt, waar je op in gaat nog niet wetend waar het zal eindigen. Hoe trouw kun je zijn? Blijft de stem je ook lokken als het moeilijk wordt? Als de dagen zwaar worden? Als de ander ziek of lastig wordt? Als je niets meer herkent van dat eerste roepen en de liefde langzaam maar zeker lijkt uit te doven? Als je je leven eerder als een kooi ervaart dan als een vrije ruimte? Waar ligt dan je roeping?

Of er komt een mens op je pad die een beroep doet op jouw inzet en zorg. Waar je helemaal niet op had gerekend en wat helemaal niet past in de planning die je had gemaakt. En waar je toch niet omheen kunt omdat het maar blijft kloppen aan de deur van je hart.

We kunnen dit aanvullen met talloze voorbeelden uit ons eigen leven. Soms weet je van binnenuit heel zeker: "dit moet ik doen, ik kan niet anders". Soms blijf je wikken en wegen, want als je nú ja zegt, blijft het misschien wel ja voor heel lang. Er komt altijd een staart aan en daar schrik je voor terug. Zóveel consequenties..... nee, ik moet eerst toch maar eens goed nadenken.

Wat betekent het eigenlijk als we christen willen zijn? Het is een heel persoonlijke keuze en verantwoordelijkheid, maar altijd binnen een gemeenschap. We hebben het geluk met anderen samen hierover te kunnen nadenken en onze keuzes te maken. Het gaat allereerst om goed te luisteren. Samuël zei: "Spreek Heer, uw dienaar luistert". En Eli zal hem zeker geholpen hebben om goed te kunnen onderscheiden waartoe de Heer hem riep. En na het luisteren komt het onderzoeken: "Waar houdt U verblijf", vroegen de leerlingen aan Jezus. En bij het onderzoeken komt mogelijk de geraaktheid en dan het wikken en wegen, het erover spreken met anderen, anderen erbij betrekken en dan ja zeggen op het gekozen zijn: "Jij bent Simon, voortaan zul je Kefas - rots zijn".

Laten we toch goed luisteren naar wat er te horen valt in de stilte van ons hart. Misschien horen we: "Jij bent Wiel, jij bent Leny, jij bent Karin, jij bent Geert, jij bent Mia...... en vul maar in. Ik roep jou om over je eigen grenzen heen te stappen en je te laten voegen in het plan dat ik met jou heb. Je bent een rank aan de wijnstok. Ik roep jou in mijn dienstwerk, Ik heb je nodig. Schrik niet. Ik weet wat je waard bent en Ik ben met je, vandaag en alle dagen.