Overweging op Sacramentsdag (2009)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 538 niet laden

De vijftigplussers onder ons hebben waarschijnlijk nog wel herinneringen aan de Sacramentsprocessies van vroeger. Ik in ieder geval zie nog hoe de processie trok door het park van ons internaat, vanuit de kapel, langs de vijver, naar het rustaltaar op de tennisbaan in het bos, en weer terug langs de vijver waar er gekleurde zandtapijten op het gazon waren aangebracht. Misdienaars met wierook liepen voor de stoet uit, waar heren in jacquet met witte handschoenen een baldakijn droegen, waaronder de rector in vergulde koorkap de monstrans droeg. We bogen diep, knielden en zongen. Toen was ik diep onder de indruk.
Maar naarmate de jaren vorderden en ik steeds meer de kern van de eucharistie op het spoor kwam, vroeg ik me af: Wat deden we eigenlijk met die processie op Sacramentsdag? Het feest van de Drie-eenheid van vorige week en Sacramentsdag van vandaag doorbreken de reeks van zondagen, waarop we het leven, de woorden en daden van Jezus gedenken. Het zijn twee feesten, gebaseerd op een bepaalde tijdgebonden theologische opvatting. Ze zijn daardoor historisch gedateerd.
Aan het feest van Sacramentsdag gaat een lange historische ontwikkeling vooraf, die in de vijfde eeuw begon. Toen verstond men in onze streken het Latijn niet meer, en werd er minder gepreekt. In de eucharistie werd het accent verlegd van horen naar zien. Omdat men niet meer begreep wat er gebeurde, werd er compensatie gezocht in wat je kon zien: veel gebaren, veel kleuren, veel bedienaren, veel voorwerpen. (De Krijtberg op zondagmorgen is daar een voorbeeld van.) De opheffing van de hostie binnen de eucharistie kreeg daardoor grote nadruk en alle aandacht.
Bovendien kregen de woorden van de apostel Paulus steeds meer invloed: &Vóór we eten van het brood en drinken uit de beker, moeten we eerst onszelf onderzoeken& (1 Kor. 11, 28). De geconsacreerde gaven van brood en wijn werden zo heilig en de mensen voelden zich tegelijkertijd zo zondig, dat zij niet meer te communie durfden te gaan. Het gevolg was dat het vierde Concilie van Lateranen (1215-1216) verplicht stelde, dat elke gelovige met Pasen moest communiceren. Het was dus niet zo, dat mensen niet wilden communiceren, maar ze durfden niet. Zo ontstond de oogcommunie: je keek naar de hostie, maar je consumeerde hem niet. Die oogcommunie werd uitvergroot op zondagmiddag tijdens het lof. Dan vierde men de vesper voor de uitgestelde hostie in de monstrans, waarmee aan het eind de zegen werd gegeven.
Dat het brood werd losgemaakt van de eucharistieviering zinde de deelnemers aan het Concilie van Trente in de zestiende eeuw in het geheel niet. Openlijk werd verklaard dat de eucharistie werd ingesteld, &opdat deze genuttigd wordt.& Het Tweede Vaticaans Concilie heeft dit 45 jaar geleden krachtig benadrukt, zodat eucharistie en communie weer bij elkaar worden gehouden en een eenheid zijn.
Als we kijken naar de drie evangelies, waarin het Laatste Avondmaal beschreven wordt, lezen we in alle drie de woorden van Jezus: &Blijf dit doen om mij te gedenken.& Daar gaat het in het sacrament van de eucharistie over. Tijdens het Laatste Avondmaal werd de bevrijding uit de slavernij gevierd, en ook dat God een verbond had gesloten met de mensen. We worden door Jezus uitgenodigd om te doen zoals hij: brood breken en delen, wijn drinken uit de ene beker, mensen bevrijden uit de slavernij van welke soort dan ook. In het vierde evangelie schrijft Johannes niet over het Laatste Avondmaal, maar in plaats daarvan vertelt hij het verhaal over Jezus, die de voeten van zijn leerlingen was. Dat is als het ware een nadere toelichting op wat Jezus op die laatste avond wilde zeggen: &Doe zoals ik. Laat jezelf gegeten worden door hen die hongerig zijn. Wees zoals ik. Laat jezelf gedronken worden door hen die dorstig zijn. Doe zoals ik. Ga door je knieën om anderen te dienen.&
Je zou dus kunnen zeggen: het sacrament van de eucharistie moet niet gezien, maar gedaan worden. Op die manier tonen wij onze trouw aan het verbond, dat God met de mensen heeft willen aangaan. Geen enkel sacrament staat op zichzelf. Geen enkel woord van God staat op zichzelf. Geen enkele daad van Jezus staat op zichzelf. De sacramenten, de woorden van God, de daden van Jezus moeten in ons landen en vrucht dragen. Alleen zó gedenken wij hem. Als wij God niet doen, kan hij niets uitrichten in onze wereld. In die zin kunnen wij ons de woorden eigen maken die het volk richtte tot Mozes: &Wij zullen de Heer gehoorzamen, we zullen alles doen wat hij heeft gezegd.&
Misschien kunnen we Sacramentsdag ook noemen Verbondsdag. Dan komen we heel dicht bij de oorspronkelijke betekenis van het woord sacrament: eed van trouw. Zo beamen we, dat God ieder van ons heeft willen kiezen. Zo laten we zien, dat we met God verder willen. Amen.