Tijd door het jaar (B)

 

De voorlaatste zondag van oktober. Het is al meer dan honderd jaar dat deze dag gekend is als missiezondag, een dag om de nadruk te leggen op kerk als missie.

In feite is die band er al van bij het begin. Een volgeling van Jezus is iemand die door hem is geraakt, van hem een zending ontvangt en overloopt van vreugde en er anderen over spreekt.

Geraakt door

Filippus had contact met Jezus die hem uitnodigde hem te volgen. Filippus ontmoette nadien Natanaël en hij vertelde hem over Jezus.

Zo was het voordien ook gegaan met Andreas, die een van de eerste geroepenen was en die onmiddellijk daarna zijn vreugde mededeelt aan zijn broer Petrus. “Wij hebben de Messias gevonden” (Joh. 1,41). Dit liet verstaan dat ook Petrus ernaar op zoek was en hij er voor open stond. Maar is een andere geraakt door wat mij raakt?

(Tijdens de ‘Week van de Spirituele Zorg, die dit jaar plaatsvindt van 11 oktober tot 15 oktober, koos de vereniging van Zorgpastores voor het thema 'Rakelings nabij’).

Na zijn heengaan, nadat Jezus niet meer lichamelijk en tastbaar aanwezig is, geven zijn leerlingen gehoor aan zijn opdracht om Hem te verkondigen. Zij doen dit allereerst in Jeruzalem. Hun woord en levenswijze raakt vele mensen, maar leidt ook tot vervolging. Het werd hen in de gerechtszaal verboden ooit nog iets over Jezus te zeggen of te leren. Petrus en Johannes gaven hun rechters dit antwoord: “Het is voor ons onmogelijk niet te spreken over hetgeen wij gezien en gehoord hebben” (Hand. 4,20).

Paus Franciscus koos dit woord van de apostelen “We moeten wel spreken over wat we gezien en gehoord hebben” (Hand. 4,20) als titel boven zijn boodschap voor missiezondag 2021. Hij schrijft: “Eens wij de kracht van Gods liefde hebben ervaren en zijn vaderlijke aanwezigheid in ons persoonlijk en gemeenschappelijk leven herkennen, kunnen we niet anders dan delen en verkondigen wat we gezien en gehoord hebben.”

De vlam aanwakkeren

Maar die vlam kan wel lang op een laag pitje staan. De kerk is niet altijd missionair geweest, Misschien omdat men in het Westen een tijdlang dacht dat elkeen christen was. Bij de ontdekking van de Nieuwe Wereld kreeg de zending een nieuwe impuls, soms hand in hand met de kolonisatie en in een te westerse verpakking van de boodschap.

Ook op onze dagen is er enige vermoeidheid. De pandemie heeft sporen nagelaten. We hebben mekaar minder ontmoet. Wij voelden dat kerken opzij werden geschoven. Voeg daarbij spanningen binnen christelijke gemeenschappen, die verlammend werken.

We krijgen nu nieuwe impulsen om mee stappen met het synodaal proces dat op gang wordt gezet en waarbij wij oog hebben voor de verscheidenheid van noden en situaties; Zien we wat er aan de rand gebeurt? Een vraag die paus Franciscus bijna voortdurend stelt. En waar het evangelie van de ontmoeting van Jezus met de blinde ons aan herinnert.

Bartimeüs, de blinde bedelaar

Er ziet een blinde bedelaar langs de weg. De man is blind, maar hij heeft een vermoeden wie Jezus is en hij maakt hem zijn zorg bekend. Hij roept: “Jezus, Zoon van David, heb medelijden met mij!” Dit geeft aan dat hij niet totaal onbekend is met Jezus.

En daarmee stoort hij de groep, die rondom Jezus is en niet wil van dit oponthoud. Jezus heeft de roep gehoord en gaat naar de blinde toe. Al kan hij vermoeden wat de man wenst, toch stelt hij hem de vraag: “Wat wil je dat ik voor jou doe?” Daar waar de menigte de kreet niet wil horen en doof is voor de nood van deze man, ziet Jezus het verlangen en het geloof van deze man. Hij krijgt het zicht terug of ziet nu pas voor het eerst. Hij die aan de rand zat van de weg, staat op en gaat met Jezus mee. Van de periferie naar het centrum. Er zou maar één wereld mogen zijn, waarin elkeen meetelt. In de gemeenschap van de kerk mag geen dichtbij en veraf zijn. Wij zijn er allen één in Christus.

Ontmoetingsdag

In augustus had bisschop Lode Van Hecke in het bedevaartsoord Oostakker-Lourdes zijn eerste ontmoeting met missionarissen uit het bisdom Gent die op vakantie waren. De buitenlandse priesters en religieuzen die in het bisdom werken, waren eveneens uitgenodigd. Daarover zei bisschop Lode bij het begin van de eucharistieviering:

"We zijn verenigd rond het altaarMissionarissen die we zenden. Missionarissen die naar ons gezonden zijn. Ik hoorde ooit eens zeggen: “Dat is nogal iets: vroeger stuurden we ze uit. Nu moeten we ze krijgen!” Toch een heel bijzondere kerkopvatting. Meer een uitdrukking van koloniale zelfvoldoening dan van kerk zijn op een 'katholieke” manier'! 

 

Een missionaire kerk stuurt steeds uit (hoe klein ze ook is) maar krijgt ook altijd (hoe rijk ze ook is in “personeel”).

De ontmoeting in Oostakker was op de feestdag van de apostel Natanaël, ook gekend als Bartholomeus. In zijn homilie vond bisschop Lode in de lezingen van deze feestdag een aanduiding van de plaats en de taak van de missionaris. De bisschop zei: “Onze plaats is die van Filippus: ergens middenin tussen Natanaël en Jezus. Luisterend zowel naar de ene als naar de andere. Gaande van de ene (Jezus) naar de andere (Natanaël) Met een woord dat komt van het Woord. Het geopenbaarde Woord wordt vandaag nog steeds menselijk woord, in Jezus, maar ook in ons en in hen tot wie wij ons richten.”

Missie sluit aan bij wat bij mensen leeft, bij hun diepste ik en ze leidt naar God. De medemens is als missionaris een tussenschakel, bereid om een weg te tonen, en niet om op te dringen.

Getuigenissen

Het getal missionarissen is verminderd en slechts enkelen waren met vakantie. En toch toonde dit samenzijn een rijk beeld van de verscheidenheid van werk en inzet. Onder hen drie Zusters, elk van een andere congregatie, werkzaam in Rwanda. Zij vertelden over de inzet bij landbouwers en armen en een van hen sprak over de grote toename van Rwandese Zusters. Een Zuster van de congregatie van de Afrikaanse missies (Lavigerie) vertelde over een parcours dat haar in Rwanda had gebracht, nadien in Algerije en bij een vormingsproject in Polen. Een dame is catechist en woont al veel jaren in een wijk in Kinshasa.

 

Zuid-Amerika was vertegenwoordigd door een priester Fidei Donum, werkzaam in Venezuela. Die dag werd de herinnering opgehaald aan de overleden bisschop André De Witte. Hij was vicevoorzitter van de Commissie voor Landpastoraal van de Braziliaanse bisschoppen.

 

Twee paters Augustijnen: een uit de Filipijnen, betrokken bij de Filipijnse gemeenschap en een Afrikaan, pastoor van de Gentse regenboogkerk, waar hij Marcel De Meyer (+ 2021) heeft opgevolgd.

 

Van de buitenlandse priesters, werkzaam in het bisdom, was de pastoor van Temse aanwezig, die uit Kongo komt.

.

De Zusters Missionarissen van Liefde, (Mother Teresa) waren aanwezig. Onder hen een Vlaamse zuster, Zusters uit India en een uit Slowakije. Ze zouden enkele dagen later een vakantieweek inrichten voor vijftig Romakinderen.

 

De Zusters van Liefde van Jezus en Maria richten in Gent een internationale gemeenschap op. Twee van hen kwamen aan juist voor het begin van de coronatijd en wonen in de Caritasgemeenschap in Melle. Zuster Sushila komt uit India en beschouwt haar medewerking aan dit project als een dank om het werk van missionarissen uit ons land, zoals pater Lievens. “Nu ben ik hier om de liefde van Jezus te komen delen met u allen die ik en alle mensen in India hebben gekregen van de mensen uit uw land.” Samen met haar kwam een medezuster uit Pakistan, Sr. Noreen. Deze komt uit een gezin van negen kinderen en legde in 2005 haar eerste geloften af. “Ik ben maar een eenvoudig iemand. Ik kreeg al veel zegeningen van de Heer. Ik werd Zuster van Liefde om in onze manier van leven Gods liefde voelbaar te maken. Eerst God liefhebben en dan de Zusters. Daarvoor wil ik leven. Daarom is de spreuk van onze congregatie ‘God is liefde.”

In augustus is een derde Zuster aangekomen, Sr. Charitine uit Rwanda. Ze leert nu vlijtig Nederlands. « (Mt 28,19-20). Cet envoi en mission de Jésus à ses disciples me rend disponible et me donne courage d'être missionnaire. Je suis venue en mission par amour de servir les autres qui ne sont pas mes compatriotes et de trouver Jésus en eux. 

Etre missionnaire m'aidera à valoriser les autres cultures, à m'ouvrir à l'interculturalité pour être au service des autres sans frontières. A avoir un esprit de la gratuité à la même ligne de me donner toujours sans réserve pour tous ceux qui sont dans le besoin. »

 

Deze drie waren blij om de ontmoetingsdag in Oostakker. Ze wachten nog op de komst van een medezuster uit Kongo om dan in Gent te starten.

 

Missie is niet de zaak van één dag, maar hoort bij ons christen-zijn;

 

Missio neemt in ons land een nieuwe koers. Missio wordt sterker geïntegreerd binnen de pastorale werking van de bisdommen (www.missio.be)

 

Bartimeüs blijft na zijn ontmoeting met Jezus niet zitten maar hij gaat met hem mee op tocht.

 

Antoine Rubbens


 

Als bijlage: Een recent getuigenis van Zuster Sushila Toppo:

Beste vrienden in Christus Jezus,

(Gal. 1; 3-4) “Genade en vrede zij u van God de Vader en de Here Jezus Christus. Hij gaf zichzelf voor onze zonden om ons te redden van onze slechte en moeilijke tijden”.

Ik sta hier voor God en u namens mijn twee medezusters om mijn dank uit te spreken aan God en aan ieder van u speciaal aan Fr. Rubbens en de Zusters die ons hebben begeleid en geestelijk gesteund terwijl we hier anderhalf jaar verbleven. Vorig jaar, toen we hier pas waren aangekomen, heb ik u verteld over het goede werk van de missionarissen van hier in onze landen. Vandaag zeg ik opnieuw dat ze een groot voorbeeld voor ons zijn. Het geloof dat we hebben ontvangen is een geschenk van uw land voor alle gelovigen in onze continenten Azië en Afrika. Tegenwoordig zijn er veel roepingen. Het is de vrucht van geloof en hard werken van jullie voorouders. Kerken zijn nu heropend na de Corona-pandemie en ze zitten vol met mensen.

God heeft ieder van ons geroepen om zijn kinderen te zijn. Hij eerde mensen door ons tot rentmeesters van de schepping te maken. Hij maakte ons tot verantwoordelijke rentmeesters voor alles wat bestaat in de schepping, mensen en alle levende wezens. Wij zijn de medewerkers van God in de voortplanting. Wij zijn de verzorgers van onze families en buren. Ieder mens is geboren uit liefde, is liefde, wil liefde, leeft van liefde en wil liefde geven. Familie is de wortel en bron van liefde. “Een cultuur van zorg voor de ander is een manier van vrede.” zegt paus Franciscus.

Mat 5; 7 “Gezegend zijn de barmhartigen, want zij zullen barmhartigheid verkrijgen.” God is zo barmhartig geweest voor ieder van ons en hij vraagt ons om barmhartig te zijn voor elkaar. Familie is de plaats waar moeder voor vader en kinderen zorgt. Vader zorgt op dezelfde manier voor de moeder en de kinderen. Als we een baby zijn, doen ze alles zo liefdevol voor ons. Als ze op oudere leeftijd hulpbehoeftig worden, is het onze eerste plicht om voor hen te zorgen. Elkeen is een zegen voor elkaar. Een gezin dat liefheeft, geeft ook. Grootouders zijn onze leraren en we leren veel van hen. Oude personen in het gezin zijn een zegen. Ook zij hebben onze liefde nodig. Ze zijn kwetsbaar.

Mt. 5,9 “Gezegend zijn de vredestichters, want zij zullen kinderen van God worden genoemd.” Waar liefde is, is vreugde en vrede. Ieder van ons heeft de verantwoordelijkheid om vrede te brengen in ons eigen hart, in de familie, de vrienden en buren.

Rom. 12,10 Paulus zegt: “Heb elkaar lief met broederlijke genegenheid. Overtref elkaar in het tonen van eer.”

Rom. 15:1 herinnert Paulus ons er opnieuw aan: wie sterk zijn, de plicht hebben de tekortkomingen van de zwakken te verdragen en onszelf niet te behagen.

Ik zeg al deze paar woorden vanuit een kleine ervaring dat de familiecultuur in Europa lijkt af te nemen. Ik kan het mis hebben, maar het is mijn observatie. Kinderen zijn alleen en ouders hebben niets meer tegen hen te zeggen wanneer deze volwassen zijn. Maar ouders hebben de verantwoordelijkheid om moreel, geestelijk en psychologisch voor de kinderen te zorgen, zelfs nadat ze getrouwd zijn. Evenzo mogen kinderen zichzelf niet de zegeningen van de ouders onthouden. Niet alle gezinnen, maar de meeste gezinnen zorgen voor de ouders, vooral als ze oud zijn. Een moeder alleen kan niet voor de kinderen zorgen. Ze heeft de hulp van haan ouders nodig. Kinderen hebben dus ook grootouders nodig. Ieder van ons moet dus voor elkaar en voor de schepping zorgen. Dit geeft ons veel geluk en rust.

De mensen in België zijn erg liefdevol en aanhankelijk. Je bent goed georganiseerd en denkt goed aan iedereen. Ik zie overal veel ontwikkeling maar geloof in God, kerk en eucharistie is niet erg belangrijk en dat is erg ontmoedigend. Veel zelfvertrouwen, zelfafhankelijkheid en bekwaamheid hebben ons geleid tot individualisme. Dit is op zich al prachtig en comfortabel.  Daardoor hebben we meer tijd voor onszelf en een economische welstand.  Het heeft echter een keerzijde dat wij zo de een prachtige cultuur vernietigen.  De cultuur namelijk van het gezin, geloof, sacrament, eucharistie, huwelijk enz. En om deze waarden te hebben, hebben we God nodig in het gezin. We moeten hem in onze familie brengen door Zijn woord dat is - het voedsel voor de ziel. "Wat wint de man als hij de hele wereld wint, maar zijn ziel verliest." We zijn reizigers naar ons eeuwige huis. Dit zal eindigen, maar het eeuwige huis zal niet eindigen. Laten we er dus samen naar streven om Gods koninkrijk op te bouwen. Amen.

Bedankt voor het geduldig luisteren. Moge God ieder van ons zegenen.

Zuster Sushila

 

Paus Franciscus over Bartimeüs

 

Bij de afsluiting van de 14e Gewone Bisschoppensynode (25 oktober 2015) over het gezin hield de paus volgende homilie:

Zoals het volk van Israël door Gods vaderlijke zorg werd bevrijd, zo werd ook Bartimeüs door Jezus’ medelijden bevrijd. Jezus gaat weg uit Jericho. Alhoewel Hij de hoofdweg opgaat, die naar Jeruzalem, houdt Hij toch halt om gehoor te geven aan de kreet van Bartimeüs. Hij laat zich door zijn vraag raken, Hij laat zich in zijn toestand betrekken. Hij stelt zich niet tevreden met hem een aalmoes te geven, maar wil hem persoonlijk ontmoeten. Hij geeft hem geen aanwijzingen noch antwoorden, maar stelt hem een vraag: “Wat wilt ge dat Ik voor u doe?” (Mc. 10, 51). Dat zou een overbodige vraag kunnen lijken: wat zou een blinde anders verlangen dan te kunnen zien? Nochtans, met deze vraag van aangezicht tot aangezicht, direct maar met respect, toont Jezus dat Hij onze noden wil beluisteren. Hij verlangt met ieder van ons een uitwisseling van leven, van reële situaties, die ten overstaan van God niets uitsluit. Na de genezing zegt de Heer tot deze man: “uw geloof heeft u genezen” (Mc. 10, 52). Het is mooi om zien hoe Christus het geloof van Bartimeüs, zijn vertrouwen in Hem bewondert. Hij gelooft in ons, veel meer dan wij in onszelf geloven. 

Er is een interessant detail. Jezus vraagt Zijn leerlingen, Bartimeüs te roepen. Zij richten zich tot de blinde met twee woorden, die elders in het Evangelie alleen door Jezus gesproken worden. Eerst zeggen zij: “Heb goede moed!”, met een woord dat letterlijk betekent: “heb vertrouwen, bewapen je met moed!”. Inderdaad, alleen de ontmoeting met Jezus geeft aan de mens de sterkte om de zwaarste situaties aan te gaan. Het tweede woord is “ga!”, wat Jezus tot vele zieken zegt die Hij bij de hand neemt en geneest. De Zijnen doen niets anders dan Jezus’ bemoedigende en bevrijdende woorden herhalen, die rechtstreeks, zonder sermoenen naar Hem leiden. Jezus’ leerlingen zijn daartoe geroepen, ook vandaag, vooral vandaag: de mens in contact brengen met het medelijdend erbarmen dat redt. Wanneer de kreet van de mensheid zoals bij Bartimeüs nog sterker wordt, is er geen ander antwoord dan ons Jezus’ woorden eigen maken en vooral Zijn hart navolgen. Situaties van miserie en conflict zijn voor God gelegenheden tot barmhartigheid. Het is vandaag tijd voor barmhartigheid!

Er zijn echter bepaalde bekoringen voor wie Jezus volgen. Het Evangelie belicht er tenminste twee. Geen enkele leerling houdt halte, zoals Jezus. Zij gaan door, zij vervolgen hun weg alsof er niets gebeurd is. Terwijl Bartimeüs blind is, zijn zij doof: zijn probleem is het hunne niet. Dat kan ook voor ons een risico zijn: ten overstaan van aanhoudende problemen, is het beter door te gaan, zonder ons te laten storen. Op die manier zijn wij zoals de leerlingen, met Jezus, maar we denken niet zoals Jezus. We zitten in Zijn groep, maar verliezen openheid van hart, verwondering, dankbaarheid en enthousiasme en lopen het risico aan de genade te wennen. Wij kunnen over Hem spreken en voor Hem werken, doch ver van Zijn hart leven, dat zich neigt tot wie gekwetst is. Daar ligt de bekoring: een spiritualiteit van zinsbegoocheling. We kunnen door de woestijnen van de mensen gaan zonder te zien wat er werkelijk is, en slechts zien wat we willen zien; wij kunnen wereldvisies opbouwen, maar aanvaarden niet wat de Heer voor onze ogen plaatst. Geloof dat in het leven van de mensen geen wortel kan schieten, blijft dor en schept andere woestijnen in plaats van een oase.

Er is een tweede bekoring, die van een voorgeprogrammeerd geloof. Wij kunnen op weg gaan met het volk Gods, maar hebben reeds een gepland traject waar alles in zit: wij weten waarheen we gaan en hoe lang dit duurt; iedereen moet ons ritme respecteren en ieder bezwaar hindert ons. Wij lopen het gevaar zoals vele mensen uit het Evangelie te worden die hun geduld verliezen en Bartimeüs afsnauwen. Eerst hadden ze kinderen afgesnauwd, nu de blinde bedelaar: wie stoort of niet mee kan, moet uitgesloten worden. Jezus wil daarentegen insluiten, vooral wie in de marge staat en tot Hem roept. Die hebben geloof, zoals Bartimeüs, want weten dat men heil nodig heeft, is de beste manier om Christus te ontmoeten. 

Tenslotte volgt Bartimeüs Jezus op Zijn weg. Hij vindt niet alleen het zicht terug, maar sluit zich aan bij de gemeenschap van degenen die met Jezus op weg zijn. Dierbare Synodevaders, wij zijn samen op weg gegaan. Ik dank u voor de weg die wij gedeeld hebben, met de blik op de Heer en onze broeders, op zoek naar paden die het Evangelie in onze tijd aanwijst om het liefdesmysterie van het gezin te verkondigen. Vervolgen wij de weg die de Heer verlangt. Vragen wij Hem een genezen en verloste blik, die het licht weet te verspreiden omdat hij herinnert aan de schittering die hem verlicht heeft. Zoeken en zien wij Gods heerlijkheid die straalt in de levende mens en laten wij ons nooit door pessimisme en zonde verduisteren.

Paus Franciscus