Wie de eerste wil zijn (Mc 10,4)

Het evangelie van Marcus is samengesteld uit vele korte stukjes, die Marcus meestal aan elkaar verbindt met een opvallende kort woordje. zoals 'euthus', dat 'terstond, dadelijk, onmiddellijk, zodra' betekent. Toch plaatst hij deze stukjes in een groter geheel. Dit weten helpt voor een beter begrip (S. Lamberigts, De blijde boodschap van het Marcusevangelie in Het Teken, sept. 2003).

Drie maal een lijdensvoorspelling

In zijn evangelie functioneert de belijdenis van Petrus als een scharnier (8,27-30). Hij en de apostelen erkennen Jezus als Messias. Daarop volgt een tweede driedelig gedeelte ( Mc,31 - 10,52), waarin Marcus aantoont wat voor een soort Messias Jezus eigenlijk is. Dit gedeelte (Mc. 8,31-10,52) heeft opnieuw een driedelige structuur. Aan het begin staat telkens een lijdensvoorspelling (Mc. 8,31-32a; 9,31; 10,32-34), waarop de leerlingen met onbegrip reageren (Mc. 8,32b; 9,32-34; 10,35-37). Dit wordt telkens gevolgd door een onderrichting van Jezus over het opnemen van het kruis en over navolging (8,34-38; 9,35-37; 10,38-45).

Voor de derde keer krijgen we een staaltje van het onbegrip van zijn leerlingen. Deze keer komen alweer de zonen van Zebedeus aan het woord. Ze leggen Jezus hun vraag voor. Er staat geen vraagteken achter hun bede. Maar het is een wel degelijk een vraag. Jezus aanhoort hen welwillend en vraagt hen; “Wat wil je dat ik voor u doe?”

De wens voor een ereplaats

Ze vragen om een goede plaats, een ereplaats wanneer Jezus in zijn glorie komt. Hun vraag komt toch heel ongelegen. Ze getuigt van onbegrip. Het is niet tot hen doorgedrongen dat de weg van Jezus langs het lijden loopt. Hoe durven ze zo iets vragen aan een man, die zal gekruisigd worden. Het is voor Jezus niet gemakkelijk geweest om met mensen op te trekken, die zo weinig van hem verstonden. Hij had leerlingen die niet zien! Wanneer Jezus aan het kruis sterft tussen twee rovers, de een rechts, de andere links van hem, zien zijn leerlingen niet, want ze zijn gevlucht.

“Alhoewel Jezus duidelijk zijn lijden aankondigt, blijven de leerlingen zonder begrip. Jezus zegt onomwonden dat liefde en dienstbaarheid in Gods Naam niet denkbaar zijn zonder een keerzijde van lijden en pijn, maar de leerlingen verstaan dit niet. Zij laten zich leiden door menselijke overwegingen. Zij blijven dromen van een aardse en politieke Messias, die alle problemen in een handomdraai zal oplossen en die hun de eerste plaatsen zal bezorgen in het toekomstige koninkrijk. De leerlingen begrijpen niet omdat zij het kruis en het lijden nog niet in hun eigen leven geïntegreerd hebben. Zij zijn nog niet in staat de beker te drinken, die Jezus uit liefde voor de zijnen tot de laatste druppel zal ledigen. Alleen concrete navolging kan hun dit inzicht bijbrengen. De zonen van Zebedeüs komen solliciteren voor de eerste en de beste plaatsen in het koninkrijk. Zij kunnen 'zien', maar in feite zijn zij 'stekeblind'. De 'blinde' Bartimeüs (Mc. 10,46-52) daarentegen 'ziet' wel waar het eigenlijk op aankomt, want hij gaat Jezus achterna en volgt hem op zijn kruisweg naar Jeruzalem. Slechts door Jezus na te volgen, kan men leren dat liefde ook lijden veronderstelt en dat lijden uit liefde nieuw leven en verrijzenis betekent” (S. Lamberigts, art. cit.). De keuze voor Christus en voor een christelijke levensstijl is verbonden met lijden. Wij kunnen daardoor botsen met de spelregels van de maatschappij, waar ellebogenwerk mensen naar beneden duwt.

Dienaar zijn

Jezus geeft opnieuw duidelijk aan wat zijn levensvisie en programma is. Zijn leerlingen hadden al onder elkaar getwist wie van hen de belangrijkste zou zijn in het Koninkrijk. Jezus had toen een kind in hun midden geplaatst. Daarbij had hij dan gezegd: “Wie de belangrijkste wil zijn, moet de minste van allemaal willen zijn en ieders dienaar” (Mc. 9, 35). Zijn leerlingen zijn hardleers en komen enkele tijd later opnieuw met de vraag naar ereposten. Bij Jezus staat echter het dienen voorop. “Wie van jullie de belangrijkste wil zijn, zal de anderen moeten dienen en wie van jullie de eerste wil zijn, zal ieders dienaar moeten zijn” (Mc. 10,43-44). Hij voegt er aan toe. “Want ook de Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losgeld voor velen” (Mc. 10,45).

Jezus stelt de dienst tegenover de harde houding, die machtigen aannemen. Bij hen geldt de wet van de sterkste. Waar absolute macht heerst, is er corruptie. Doorzien we deze machtsmechanismen en hoe kunnen we er tegen reageren en ze blootleggen? De sociale leer van de Kerk kan hierbij inspireren. Jezus reikt eveneens stof aan voor gewetensonderzoek aan de kerken en de plaatselijke gemeenschappen en bewegingen. Het verhaal dat Marcus brengt is immers beïnvloed door spanningen in de jonge kerk.

Bruggen slaan

De voorlaatste zondag van oktober gaat onze aandacht naar de missionaire opdracht van de kerk. Volgend jaar bestaat dit initiatief honderd jaar. Missie is een dienst aan de Kerk en aan de wereld door het bevrijdend woord van Jezus te laten horen. Met Missio slaan we bruggen. Verbondenheid is het sleutelwoord van de Missio-campagne in 2018. We willen bruggen slaan tussen God en mens, kerk en samenleving, jong en oud én België en Ivoorkust. Bruggen bouwen betekent enerzijds erkennen dat er een afstand is. Anderzijds wil je je daar niet bij neerleggen. Missio gelooft immers in ontmoeting en dialoog. Zo ontstaan rijkdom en solidariteit.

Als gastland kiest Missio in 2018 voor Ivoorkust, in het oosten van Afrika. Hier maken jongeren deel uit van het heden van kerk en samenleving, niet enkel de toekomst. Bovendien slaat iedereen er de handen in elkaar door zijn of haar kennis in te zetten ten voordele van de maatschappij, de kerk en de verspreiding van het geloof. Bij de ene is dat Bijbelkennis, bij de andere communicatie via sociale media. Zo verrijkt iedereen elkaar.

De heilige paus Paulus VI

In deze oktobermaand verklaart paus Franciscus een van zijn voorgangers paus Paulus VI (1897-1978) heilig. Deze ietwat vergeten paus heeft een grote rol gehad in de afwerking van het tweede Vaticaans concilie. Paus Johannes had het bijeengeroepen. Paus Paulus heeft het voortgezet doorheen drie sessies en heeft het besloten in 1965. Hij was een open geest en een biddend man. Hij dacht zeer christocentrisch. Zijn eerste toespraak als paus tot de concilievaders 1963 ging over Christus, de Pantocrator naar wie de kerk op weg is.

Paus Giovanni Battista Montini Paulus VI (1897-1978) wou Petrus én Paulus zijn. Zowel de groep uit de minderheid als deze van de meerderheid hebben hem opgeëist. Hij streefde ernaar dat de conciliedocumenten met de grootste eensgezindheid zouden goedgekeurd worden. Enkele van zijn interventies, onder invloed van de minderheidsgroep, hebben vooral in de derde sessie voor een donkere week gezorgd. Hij heeft tijdens het concilie enkele punten naar zich toe getrokken, zoals de visie op de geboorteregeling en vragen over een gehuwd priesterschap.

Heel symbolisch was zijn reis naar het Heilig Land, waar hij op de Olijfberg patriarch Athenagoras heeft ontmoet. Daarop zijn reizen gevolgd naar de UNO in New York, naar India, de Filipijnen, Oeganda en andere landen. Deze waren een uitdrukking van zijn missionaire zorg. Hij heeft belangrijke encyclieken geschreven, zoals Populorum Progressio, maar hij wordt het meest vastgepind op de encycliek Humanae Vitae, die vijftig jaar geleden in 1968 werd gepubliceerd. Hij was voor eenvoud. Hij stapte af van de sedes gestatoria, deed afstand van de pauselijke tiara en nam het kruisbeeld als pelgrimsstaf. Hij stierf op het feest van de Transfiguratie in 1978. Bij zijn uitvaart stond de kist op de grond, met daarop het evangelieboek. Zijn graftombe in de Sint Pietersbasiliek was een van de meest sobere.

“Heer Jezus! Zie wij zijn bereid en wij staan gereed voor de opdracht om uw Evangelie te blijven verkondigen aan de wereld. Wij zijn erin geplaatst om te leven volgens uw geheimvolle en liefdevolle voorzienigheid!

O Heer, vraag - zoals U beloofd hebt – aan de Vader (Joh. 16, 26), dat Hij ons door U de Heilige Geest zendt, de Geest van waarheid en sterkte, de Geest van alle vertroosting, die ons getuigenis duidelijk, goed en doeltreffend maakt.

Heer, blijf, zo vragen wij, altijd met ons, Maak ons allen één in U zodat wij door uw kracht geschikt zijn om uw vrede en uw heil aan de wereld mee te delen” (Paus Paulus VI, Gebed bij de opening van de bisschoppensynode 1974 over de ‘evangelisatie in de hedendaagse wereld).