De vrouw verstoten?

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 233 niet laden

De mens is man-en-vrouw. De één is niet af, niet compleet zonder de andere. Als de man de vrouw vindt, zegt hij: eindelijk! Als de vrouw de man vindt, zegt ze eindelijk! Vlees van mijn vlees, mens zoals ik, mijn ‘tegenover', mijn vreemde vriend, mijn vreemde vriendin. Zo hebben mensen het al miljoenen en miljoenen keren gezegd en gezongen. Dat lied zingt ons vandaag ook Genesis. In een mytheverhaal. Mooi dus en heel diep.

Een mythe spreekt over het geheim vooraleer er over de zogezegde realiteit iets gezegd wordt. Een mythe zegt iets over die realiteit die er is voor alle rationeel denken, over de droom die aan de grondslag ligt van de menselijke realiteit. De droom niet vergeten alsjeblieft, anders zie je de realiteit te schraal, te zakelijk, te vlak. Op man en vrouw ligt er een droom. Ze zijn daaruit geboren. Ze zijn geschapen om voor elkaar gedroomde partners te zijn. Aan huizen en planten en bomen en dieren heeft een mens niet genoeg. Dat past bij hem, dat is zijn wereld, zijn milieu, maar dat is niet vàn hem, dat is niet zijn vervulling, niet zijn partner, niet zijn ‘tegenover'. De wereld van de dingen laat de mens in zijn eenzaamheid, terwijl er onder zijn hart, ter hoogte van zijn rib, een lege ruimte is, een holte van gemis: voor degene die komen moet, voor degene die van dezelfde adem is, voor degene die hetzelfde leven voelt en voedt. Voor de andere die voor mij gemaakt is, voor de vreemde die mijn vriend kan worden.

Een Amerikaanse psychologe heeft zo over het huwelijk gesproken. Over intieme vreemden! Niet vanuit een lange droom, maar vanuit haar jarenlange praktijk. Droom en werkelijkheid dekken dus elkaar: mens-zijn is leven op de grens van intimiteit en vreemdheid, van aantrekking en afstoting, van verleiding, bekoring, aanvaarding, afwijzing. En het nooit moe worden dit heilige spel te spelen, totdat wij ooit eens kunnen zeggen: eindelijk. Eindelijk mag ik naakt zijn, me tonen zoals ik ben zonder schaam te, zonder de ogen dicht: mijn tegenover wordt mijn aanvulling, mijn vervulling.

En... God heeft dat zo gewild. Hij schenkt ze aan elkaar, om twee aan twee te leven, niet als solisten die altijd mij-liederen zingen maar als een klein koor dat een leven lang mag oefenen om ooit eens een duet te zingen! Hoog en laag, mannelijk en vrouwelijk, luid en stil, met twee melodieën die eindigen op éénzelfde noot.

Geef toe, dat Genesis mensen dromen doet. Tussen man en vrouw is de vraag niet wie het eerste woord heeft of het laatste. God spreekt in hen het eerste woord: hun geheim is groter dan ze kunnen zeggen.