27e zondag door het jaar B (2012)

Het lijkt een mannenaangelegenheid, tenminste als we de eerste lezing volgen en de vraag van de Farizeeën in het Evangelie. De vrouw wordt geschapen omwille van de man en de man verlaat zijn vader en moeder om zich te binden aan zijn vrouw. De Farizeeën vragen of het een man geoorloofd is zijn vrouw weg te sturen met een scheidingsbrief. Een modern politiek standpunt, als je het maar zorgvuldig doet kan alles.

 

Het antwoord aan de leerlingen van Jezus valt meteen op. Het geen mannenaangelegenheid en geen mannenrecht, het is geen mannenreligie en God of godsdienst is geen mannenzaak. Jezus zegt: “Wie zijn vrouw wegzendt en een andere huwt maakt zich tegenover haar schuldig aan echtbreuk. En wanneer zij haar man verlaat en een andere huwt begaat zij echtbreuk.” Het huwelijk is een verbond van man en vrouw, als gelijkwaardige wederhelften.

 

Maar er valt meer op. In het Evangelie horen we Jezus dikwijls de ruimte kiezen in de Wet van Mozes. Als de Joodse overheden Hem vragen stellen over de Sabbat, zegt Jezus: “De Sabbat is er voor de mens, de mens is er niet voor de Sabbat.” Als zij vragen stellen omdat de leerlingen van Jezus niet vasten zoals de leerlingen van Johannes de Doper en die van de Farizeeën, neemt Hij zijn leerlingen in bescherming; zij zullen pas vasten als de Bruidegom is weggenomen. Wanneer een overspelige vrouw bij Hem wordt gebracht en ze haar willen stenigen, zegt Hij: “Laat degene die zonder zonden is de eerste steen werpen.” We zijn gewend dat Jezus verwijst naar Gods wil achter de Wet van Mozes. Hij wil de wet herstellen naar zijn oorspronkelijke bedoeling. Maar vandaag is Jezus Roomser dan de paus, Hij is strenger dan Mozes.

 

Hoe komt dat? Als Jezus wat het huwelijk betreft strenger in de leer is dan zijn tijdgenoten, dan moet er iets bijzonders op het spel staan. Het heeft ermee te maken dat Jezus zich niet laat vangen in een strikvraag. En dat moet ons helpen evenmin in de vragen van het leven vast te lopen.

 

Jezus lijkt naïef. Weet hij niet hoeveel huwelijken spaak lopen. Weet Hij niet van de wantoestanden in sommige huwelijken. Weet Hij niet van dronkenschap, verslavingen, geweld, misbruik? Moeten ze dan maar bij elkaar blijven? Weet hij niet van de problemen van onze tijd waarin bijna een op de twee relaties uit elkaar gaan? Waarom geeft Jezus daar geen antwoord op?

 

Ik denk dat het inderdaad om die vraag gaat. Waarom geeft Hij daar geen antwoord op? Wanneer mag je wel uit elkaar? Wanneer is het teveel, is het onhoudbaar, wanneer houdt het op?

 

Maar met die vraag zijn we bij Jezus op het verkeerde adres. Bij Hem houdt het nooit op. Hij is precies degene die Gods eindeloze en mateloze trouw toont. Aan het kruis toont Hij dat zijn liefde zelfs de dood ervoor over heeft. In de wonden van zijn lichaam toont Hij wat voor lijden Hij bereid is voor ons te dragen, om ons juist te bevrijden uit die doodlopende strikvragen die we elkaar stellen. Wie gered wil worden, moet op een ander niveau gaan leven.

 

Jezus gaat terug naar de wil van de Vader. Dat moet ons uitgangspunt zijn. Hij laat zich niet verleiden om allerlei uitzonderingen te noemen waarin scheiding wel mogelijk of wel geoorloofd of zelfs goed is. Natuurlijk zal de Kerk in het leven van alle dag aan de slag moeten. Maar we zien dat de Katholieke Kerk naar het voorbeeld van Jezus hierin principiëler is dan veel andere religies en zelfs veel andere Christelijke kerken.

 

Waarom gaat Jezus niet in op de vraag wanneer een stel wel uit elkaar mag gaan? Het antwoord zien we in onze moderne wetgeving. Een gedoogbeleid voor drugs of prostitutie, legalisering van abortus en euthanasie, gelijkschakeling van verschillende relaties met het huwelijk, er zijn talloze voorbeelden. Zodra de wetgever de wet aanpast aan de uitzondering, gaat de uitzondering de wet bepalen en zo het leven beïnvloeden. Er gaat als het ware een schakelaar om in het denken. Al bij voorbaat sluipt de gedachte mee: “Als het niet lukt, kunnen we ermee kappen.”

 

Het huwelijk in de ogen van Jezus is net zozeer navolging als welke andere roeping. Als Hij zegt: “Wie mij wil volgen, moet zijn kruis opnemen.” Dan geldt dat net zozeer voor echtparen. Als Hij zegt: “Wie zijn leven in de wereld wil redden, zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest om mijnentwil, zal het redden.” Het huwelijk als roeping biedt een uitgelezen kans om Jezus na te volgen en te groeien in menselijkheid en naastenliefde. De onhebbelijkheden van de ander brengen ook mijn eigen onhebbelijkheden aan het licht. De moeite die de ander met mij heeft, bieden mij een kans om aan mezelf te werken, alles is een kans om meer lief te hebben.

 

Jezus gaat altijd voor de grotere trouw, de grotere liefde. Hij laat ons daarvan een teken na in de Eucharistie. Het Brood dat wij ontvangen is zijn lichaam, het vlees dat gegeseld is, dat het lijden heeft verduurd, zijn lichaam dat aan het kruis gehangen heeft uit liefde. Hem ontvangen wij in zijn Nieuwe Verbond, om zelf te groeien in kracht, zodat wij het uithouden, het niet opgeven, zodat wij kunnen gaan voor de grotere trouw, de grotere liefde. Alleen zo krijgt Gods Koninkrijk gestalte. Amen.