Wilt ook gij soms heengaan?

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 233 niet laden

De evangelielezing gaat over een crisis. En wat een crisis is, weten we maar al te goed. Ons geloofsleven en ons kerkelijk leven heeft de laatste tien jaren behoorlijk naar adem gesnakt. En nog steeds hoor je opmerkingen als: de kerk heeft zijn tijd gehad; mij zien ze er niet meer. De vraag: ‘wilt ook gij soms heengaan?' schijnt door velen al beantwoord te zijn met een eenvoudig: ‘ja'. Vandaag ligt die vraag voor ons: heeft de godsdienst nog toekomst?

Er zijn mensen die van mening zijn dat iedere kerkdienst productief moet zijn, uit moet monden in een politieke daad, een protestmars, een demonstratie, een actie, desnoods een caritatieve daad. Die mensen hebben gelijk dat een kerkdienst dienstbaar moet zijn aan de wereld, bij moet dragen aan het welzijn van de wereld. Inderdaad is een kerkdienst die alleen maar verwijst naar een hiernamaals geen goede kerkdienst. En omdat lang niet iedere kerkdienst uitmondt in een daad, zeggen die mensen: voor mij hoeft het niet meer. En ze haken af. Ze zeggen: het gaat er alleen maar om dat je een goed mens bent. En daar heb ik de kerk niet voor nodig.

Toch komen we gedeeltelijk daarvan terug. Sinds de opkomst van de industrie is er een bepaalde eenzijdigheid in ons denken gekomen. We berekenen praktisch alles volgens productienormen. Wat levert het op? Wat geeft het voor rendement? Maar de vraag is of ons leven nog een andere waarde heeft dan productiviteit. Ben je alleen maar gelukkig als je veel produceert, veel verdient, veel presteert? Als we eerlijk zijn zullen we moeten zeggen dat onze gelukkigste ogenblikken juist erg onproductief waren. Gelukkig ben je als iemand van je houdt, als je heel fijn met iemand hebt gepraat, als je de deur achter je dicht doet en op vakantie gaat, als je een gezellige verjaardag viert.

Er is een tijd geweest - maar die ligt gelukkig achter ons - dat de norm van productiviteit zo hoog werd opgeschroefd, dat de mens geen vrije tijd meer had. Twaalf-urige werkdag, kinderarbeid. Zeer productief. Maar voor de mens zeer destructief. Ik geloof dat we daar wel goed van teruggekomen zijn. Wie geen tijd meer heeft om te genieten, om te rusten, om te fietsen, te vrijen of te wandelen, of een verjaardag te vieren, gaat er aan, vernietigt zichzelf. Die tijd is voorbij. Hoewel: nog niet helemaal. Wel valt het op, dat we de goede kant uitgaan. Op scholen wordt steeds meer tijd ingeruimd voor creatieve vakken als tekenen, muziek en dans. Er is in het westen een merkwaardige belangstelling voor oosterse mystiek. Er is een groeiende behoefte aan rust en bezinning. Moderne vliegvelden en ziekenhuizen hebben een meditatieruimte. Taizé trekt duizenden jongelui.

Er is duidelijk iets in de mens dat een grotere waarde heeft dan productiviteit. We kunnen de mens wetenschappelijk helemaal verklaren uit moleculen en genen en chromosomen. Maar je kunt niet verklaren waarom een mens liefheeft, en waarom je een ander lief vindt. Iemand zei: ik dacht dat mijn armen gewoon armen waren. Maar toen ik voor het laatst mijn moeder omhelsde wist ik dat mijn armen méér waren dan armen. Een van onze grote artiesten werd op een morgen wakker en ontdekte dat hij handen en voeten had en een mond en armen en benen. En hij maakte een liedje: dank u wel dat ik er ben. En heel Nederland genoot van dat lied. Iedereen herkende zichzelf. Het gaat er niet alleen om wat wij produceren, het gaat erom dat wij er zijn. En dan groeit de behoefte om tegen iemand met een hoofdletter te zeggen: dank u wel dat ik er ben, dank u wel dat ik in uw armen veilig ben, dank u wel dat u mij hebt gemaakt, dank u wel dat u van mij houdt, dank u wel dat u er bent voor mij.

Dat is allemaal niet productief. Maar het maakt een mens wel diep gelukkig. Daarom zou ons antwoord op de vraag: wilt ook gij soms heengaan, moeten zijn: neen.

Of godsdienst nog toekomst heeft hangt samen met de vraag of de mens nog toekomst heeft. Daarop moet ons antwoord zijn: ja. We gaan inzien dat het goed is hier zo maar samen te komen en te zeggen: fijn dat wij er zijn. We gaan inzien dat het goed is hier zo maar samen te komen en tegen Iemand met een hoofdletter te zeggen: dank u wel.