Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt (2009)

De liturgie acht het nodig het slotvers uit het evangelie van vorige week te hernemen (Joh. 6,51).  Dit vers met zijn drie wezenlijke onderdelen weegt zwaar door.  Jezus bevestigt nogmaals dat hij het Levend brood is, komend van bij de Vader.  Hij zegt dat wie ervan eet, in eeuwigheid leeft.  Deze vangt nu reeds aan.  Dit is een van de verzen naast vers 6,47, dat Bultmann graag gebruikt voor zijn opvatting dat de eschatologie zich nu reeds voltrekt.  Bultmann ontwikkelde een sterk 'existentiële' interpretatie van de Verrijzenis.  Ze kan als volgt samengevat: "Waar de mens gaat geloven, d.w.z. zich tot God bekeert door het Woord van Christus, dààr grijpt voor deze mens de verrijzenis plaats.  Verrijzenis is dus wezenlijk een werkelijkheid die zich existentieel, hier en nu in ons bestaan voltrekt, daar waar de mens zijn duisternis verlaat en gelovig wordt" (P. Schmidt, Woord van God, p. 211).

Het derde onderdeel van het eerste evangelievers op deze zondag is dat het brood dat Jezus geeft zijn vlees is.  Hier zijn we volop in de eucharistische duiding van de broodrede.

Jezus spreekt over zijn vlees, over zijn bloed en dat wij dit mogen eten (kauwen).  "Hier is een nieuwe offerspijs in het geding - brood en zelfs vlees - , een mensenzoon zelve, die alles wat hij is en alles wat hij heeft prijs zal geven om gegeten en gedronken te worden en dusdoende degene die eet en drinkt in leven te kunnen houden.  Hij is zó door en door manna, dat leven buiten hem niet mogelijk is.  Het woord van God, in hem gesproken, moet gekauwd, opgegeten gedronken worden, wil het de mens die hoort in leven houden.  Het zal hem zijn leven kosten, maar precies dat is het waarvoor hij in de wereld is gekomen" (J. Nieuwenhuis, Het laatste evangelie, p. 162).

Johannes zegt in hoofdstuk 6 wat de drie synoptici over de eucharistie bij het laatste avondmaal vertellen.  "De broodverdeling langs de zee is Eucharistie avant la lettre: maar dat wist en herkende de gemeente pas, toen zij zelf reeds vele jaren lang Eucharistie gevierd en verkondigd had" (J. Nieuwenhuis, op. cit., p. 163).

Dicht bij mij staat het gedachtenisprentje met de foto van Christophe, een jongen met een hart vol verlangens, op zoek naar evenwicht, met een diepe wens naar vrede en overeenkomst.  Hij werd op een onverwachte en gewelddadige wijze aan de liefde van zijn moeder ontrukt, vermoord op een zondagnamiddag in Brugge.  De dag voordien, het was na de repetitie van de TV-mis die tijdens het jubeljaar van het psychiatrisch centrum Caritas/Melle zou worden uitgezonden, was hij de communie komen vragen.  Hij verlangde heel sterk naar de 'hostie'.  Hij gaf er misschien een magische betekenis aan, alsof niets hem zou deren, als de geconsacreerde hostie in hem was.  Hij geloofde heel vast in Jezus' woord: "Wie van dit brood eet, zal leven in eeuwigheid."

Tijdens het eucharistisch congres in Québec kwam de jongste zus van de Vietnamese kardinaal Nguyen Van Thuan vertellen hoe haar broer tijdens zijn dertien jaar gevangenis de eucharistie opdroeg.  De bisschop vroeg om een beetje wijn als medicijn tegen de buikpijn en het werd hem toegestaan.  "Elke dag vierde ik de heilige mis met in mijn hand drie druppeltjes wijn en een druppel water.  Van het papier van sigarettenpakjes maakten we kleine zakjes om het Allerheiligste in te bewaren.  Zo droeg ik Jezus in de eucharistie altijd bij me, in de zak van mijn hemd."

Peter D'Haese beluisterde in Québec het getuigenis van Mgr. Henri Teissier, toen ontslagnemende aartsbisschop van Algiers en noteerde: "Mgr. Henri Teissier van Algiers plaatste de eucharistie in het concrete leven dat dag in dag uit het zijne is in een land waar zinloos geweld en terreur in zijn meest afschuwelijke vormen een haast dagelijkse realiteit is.  Hij vertelde over kleine groepjes christenen die werkelijk hun leven riskeren wanneer zij 's zondags samenkomen voor gebed en eucharistie, maar het niet kunnen nalaten.  Als ik in de eucharistieviering aan de consecratiewoorden kom - aldus de aartsbisschop - en de woorden herhaal 'Dit is mijn lichaam, gegeven voor u' ben ik er mij goed van bewust dat dit ook elke dag mijn eigen lichaam kan betreffen.  Hij had het ook over zijn bijzondere band met de nu vermoorde monniken uit het trappistenklooster van Thibirine en over de dominicaan Pierre Claverie die hem destijds opvolgde als bisschop van Oran.  Maar hij kon ook vertellen dat hij een echte vriendschapsband heeft met bepaalde muzelmannen die evenzeer als hij en wij van vrede en verzoening dromen, die hem in het geheim komen opzoeken en hem en de christenen hun warme sympathie betuigen.  De golf van geweld binnen de Islam mag ons in geen geval blind maken voor het feit dat echte vriendschap en samenleven in wederzijdse eerbied tussen christenen en broeders en zusters uit de Islam mogelijk zijn."

Op een ontmoetingsdag met Oost-Vlaamse missionarissen haalde Mgr. Van Peteghem een citaat aan van Mahatma Gandhi: "Ik kan begrijpen dat als God mens wordt in een wereld die honger heeft, dat hij dan brood wordt."

Een byzantijnse mozaïek in de abdij Tabga aan het Meer van Galilea toont twee vissen en een mandje met vier broden.  Waar is het vijfde brood uit het evangelie?  De kunstenaar geeft aan dat het vijfde brood het eucharistisch brood op het altaar is.  Christus schenkt zichzelf onbeperkt als voedsel voor mensen van alle tijden.