Elia, gesterkt door het voedsel (1 Kon. 19,7-8)

 

Zoals Elia in de woestijn kunnen wij bij de bremstruik kracht putten om op te staan en verder te gaan. Het verhaal gaat over een man op weg en over iemand, die deze levensmoede mens aanspreekt, hem voedsel geeft en hem aanport om mee te werken. God werkt doorheen menselijke ervaringen en ontmoetingen.

Vermoeide mensen

Tot zijn 63° werkte pater Werner Vanmoerkerke als missionaris in Dominica. Hij kwam terug naar België waar hij een nieuwe taak kreeg. “In Dominica hebben de missionarissen hun taak voltooid. Ze hebben er het evangelie gebracht en de mensen zijn er bekwaam om zelfstandig hun kerk uit te bouwen. Er zijn voldoende goed geschoolde priesters en veel goed gevormde leken die zich willen engageren. Ze kunnen weg zonder buitenlandse hulp”. Pater Werner had er geen spijt van dat hij in Vlaanderen een nieuwe uitdaging had aanvaard. Hij ervoer natuurlijk een enorm verschil bij zijn terugkeer: “Je komt in een totaal andere levenritme terecht. De mensen leven hier onbeschrijfelijk ‘gehaast’. De stress is voelbaar en de mensen hebben zo weinig tijd. Alles moet hier efficiënt gebeuren. Het merendeel van de bevolking heeft het materieel wel goed maar toch missen ze veel en iets essentieels. Ze zijn op zoek naar zingeving. Op het eerste gezicht lijkt het erop dat de kerk op deze zingevingvragen geen antwoord meer te bieden heeft. De kerkmensen zijn hoofdzakelijk oudere mensen geworden, de priesters zijn mensen op leeftijd. Velen lijken moe gestreden. Ze doen me denken aan de profeet Elia, die volgens het Bijbelse verhaal, ontmoedigd over de situatie, onder een bremstruik ging zitten en ontgoocheld aan God zei: “Het is nu genoeg geweest, laat mij maar sterven.”

 

Na zijn terugkeer kon pater Werner meewerken aan de heroriëntering in Roeselare van het kloostergebouw van de paters redemptoristen. Door samenwerking met Jonge Kerk Roeselare en anderen is daar het initiatief gegroeid om het gebouw te gebruiken als plaats voor onthaal, vorming en liturgie, aangepast aan de noden van de huidige tijd. De nieuwe vereniging noemt De Bremstruik, een Bijbelse naam uit de levenscyclus van de profeet Elia. Pater Werner overleed in 2006. Hij had voor opvolgers gezorgd, die de taak van De Bremstruik blijven behartigen en de werken van de wondere profeet Elia actualiseren. Tachtig vrijwilligers werken mee. De Bremstuik is verhuisd van de Sint-Alfonsusstraat naar het gewezen klooster van de Zusters Clarissen in de Arme Klarenstraat.

In Oostende is rondom de oude Kapucijnenkerk een Elia-gemeenschap gegroeid met zorg voor de armen en om voor hen en anderen een luisterend oor te zijn. Sinds eeuwen vinden de Karmelieten hun inspiratie bij de figuur van Elia. De Karmel is de enige orde die met deze profeet teruggaat naar het Oude Testament.

Een profeet in depressie

Het oude verhaal van Elia biedt heel veel herkenningspunten voor mensen van hier en nu. Wie was Elia? Hij was een strijder voor God. Hij durfde opkomen tegen de aanhangers van allerlei afgoden. Deze behoorden tot de religie van de wrede koningin Izebel, de vrouw van koning Achab. Zij was een heidense vrouw en had haar afgoden meegebracht. Elia was haar tegenstander. Hij was een radicaal man. Op de berg Karmel bond hij de strijd aan tegen de vereerders van de valse goden. Vanuit zijn vertrouwen in God behaalde Elia de overwinning, al moest hij daarvoor met stokken en zwaarden slingeren en veel tegenstanders doden. Na die overwinning sloeg hij op de vlucht, bang voor de wraak van de koningin. Elia maakte een depressie door en trok naar de woestijn, waar hij in het niemandsland terecht komt.

Uitgeblust

Metaal is hard en beton is sterk. Toch is het verschijnsel bekend van betonmoeheid en metaalmoeheid. De draagkracht is immers beperkt. Op vrachtwagens hangt een klever dat het laadvermogen aangeeft. Mensen hebben zulk een klever niet. Maar ook hun laadvermogen is beperkt. Er bestaan geen tellers en meters voor onze emoties. Wie zich bewust is van een naderende emotionele uitputting, houdt best even halt om opnieuw op adem te komen. Studiedagen in de verzorgingssector over “zorg(s)zaam omgaan” met mensen hebben meestal succes wegens de nood in die sector.

Wat met het Godsgeloof?

Elia leek zelfs uitgeblust te zijn in zijn ijver voor God en in het geloof en vertrouwen in God. Het lijkt onwaarschijnlijk en toch. Wij kunnen moe worden op spiritueel en geestelijk vlak. Zuster Katelijne vierde haar gouden kloosterjubileum. Ze vond het goed dat zij bij die viering herinnerd werd aan het begin van haar roeping: “Ik was toen vurig en ik dacht dat dit verlangen alleen maar kon groeien. Maar ik wist niet dat de vlam zo zwak kon zijn.” De keuze voor God is een weg over hoogten en laagtes? Wij gaan de weg met vallen en opstaan. Wij zijn niet gespaard van de donkere nacht (Sint Jan van het Kruis).

Onder de bremstruik

Elia was moe en ging onder een bremstruik liggen om in de slaap de vergetelheid te zoeken. Elia kreeg voedsel aangereikt, maar toch bleef hij liggen en ging niet verder. Een tweede keer kwam een bode om hem aan te porren dat hij zou eten en drinken. En dan trok Elia verder. Het had gehoord en verstaan dat iemand hem nodig had. Ook ons wordt gezegd dat wij nog een taak te volbrengen hebben. Wij hebben daarvoor een lange weg te gaan, die loopt over bergen en dalen.

Brood van Leven

De liturgie reikt ons het verhaal van Elia aan op deze negentiende zondag vooral als aanloop naar het evangeliewoord van Jezus. In zijn broodrede zegt Jezus ons dat hij het levend Brood is. “Als iemand van dit brood eet, dat hij is, zal leven” (Joh. 6,51). Wanneer de Kerk eucharistie viert, komt de Heer in ons midden om ons te begeleiden. Hij ontsluit voor ons de Schrift en geeft zich te kennen in het breken van het brood. Zoals Elia heeft elk van ons een weg, soms een heel lange te gaan. Jezus biedt zich aan als tochtgenoot.

In de vijftiende eeuw gaf het Leuvens Broederschap van het Heilige sacrament aan Dirk Bouts de opdracht voor een drieluik met als middenpaneel een uitbeelding van het Laatste Avondmaal van Jezus met zijn apostelen. Dirk Bouts plaatst het Laatste Avondmaal in een rijk gotisch interieur. Hij legt de band met vier taferelen uit het Oude Testament, die het Laatste Avondmaal voorafbeelden. Op de zijpanelen schilderde Dirk Bouts het offer van Melchisedech, de gave van het manna, het vieren van het Joodse paasmaal en de engel die aan de vermoeide Elia het voedsel brengt zodat deze opnieuw op weg kan gaan, de weg naar de herbronning op de berg Horeb (Sinaï).

Ons samenzijn op zondag rond de Heer is een weldoende halte, een adempauze passend bij vakantie. God wil ons een nieuwe levensadem geven. In Hem mogen wij herademen. De eucharistie is een ontmoeting met de Heer en met de gemeenschap, die hij samenroept. Wij zijn pelgrims, onderweg naar het volle leven.

Heer, wanneer ik vermoeid neerlig en dreig op te geven,

Kom naar mij toe.

Verkwik mij met je levend brood en met fris water uit de kruik.

Zend mij een metgezel.

Sterk mij voor mijn tocht naar de Horeb,

Waar ik leven mag in liefdevolle aandacht

Van de zachte bries van jouw aanwezigheid (Naar een gebed uit het Bezinningscentrum Karmel-Gent).