"Ich habe fertig - ik ben gedaan."

Beste vrienden,

Voor alle voetbalreporters is het de klassieker onder de persconferenties van voetbaltrainers. De drie minuten van Giovanni Trappatoni in het jaar 1998 als hoofdtrainer van Bayern München. Hij had hevige kritiek geuit op enkele van zijn spelers omwille van hun gebrek aan professionaliteit en beeindigde zijn toespraak met de woorden: “Ich habe fertig – ik ben gedaan”.    

Zijn gebrekkig Duits gaf een hoge voorzet aan menig cabaretier, en zijn slotzin, dat „Ich habe fertig“, werd een gevleugeld woord bij al die mensen, die op een humoristische manier willen duidelijk maken dat ze met bepaalde mensen, of met een bepaald probleem, niets meer te maken willen hebben. Zo naar het motto: ik heb te veel in het niets geïnvesteerd en ik trek de lijn: „ik ben gedaan“.   

Dat geldt bv ook voor de vrouw die het geduld met haar man verloor. Ze had hem ooit leren kennen als een ondernemingslustige jonge man en was ermee getrouwd. Maar nu was hij verworden tot een brutale kerel met slechts één doel in zijn leven: Zijn bierbuik redden van de uitdroging!

Het geldt ook voor de man die de voortdurende vertelwaterval van zijn eega, die urenlang zijn gehoorzenuwen blijft teisteren niet meer kan tolereren, ik ben gedaan!!   

Of de kerkelijke overste die tegenover de hem toevertrouwde gelovigen, die zich helemaal niets meer laten zeggen en zich ook helemaal niet meer gedragen zoals hij het zou willen, gewoon resigneert. Anderzijds rukt het gelovige volk ook steeds verder weg van  de kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders omdat hun verkondiging en de zwaartepunten die ze in de pastoraal zetten, mijlen ver afstaan van de behoeften en de verzuchtingen van het volk.  Op een bepaald ogenblik loopt de emmer gewoon over. “Ich habe fertig“ – „Ik ben gedaan“. Het is genoeg geweest!  Punt – gedaan!  

Wanneer je dat punt hebt bereikt, dan is dat nog geen reden om beschaamd te zijn. Andere mensen is het net zo vergaan en die waren ook veel beroemder dan u of ik. Hebben jullie de eerste lezing nog in jullie oren? Die heeft ons herinnerd aan een dergelijke beroemdheid, de profeet Elia. Die had zijn opdracht tot een goed einde gebracht. Hij had aan de afgodenverering voor de regen- en vruchtbaarheidsgod Baal een einde gemaakt, en de bijhorende priesters geëlimineerd. Maar dat heeft hem niet alleen lof, maar ook een doodsbedreiging van koning Ahab en diens vrouw Jezebel opgeleverd. Daarom vluchtte Elia een dagreis de woestijn in, kroop onder een bremstruik en zuchtte: “Nu is het wel genoeg Heer, neem mijn leven want ik ben ook niet beter dan mijn voorvaderen. Elia zegt daar ook “Ich habe fertig - ik ben gedaan”!     

Met weinig woorden wordt hier de persoonlijke woestijn van Elia beschreven. Zijn angst en zijn krachteloosheid. Zijn begeestering is helemaal in moedeloosheid omgeslagen en hij geeft het op. Hij kan en wil niet meer verder. Alleen nog slapen, de ogen sluiten, met rust gelaten worden. Dat is alles wat hij nog wil, en onder de bremstruik heeft hij een plaats gevonden waar hij alles, de ganse belasting van zijn leven, kan afleggen.   

Soms voel ik me ook zoals Elia. Dan zeg ik: “Ik wil niets meer zien of horen” en dan bedoel ik dat ik gewoon tot rust wil komen en alles even wil afschakelen.   Soms is alles wat op ons mensen afkomt, wat aan ons vasthangt of wat van ons gevraagd wordt, gewoon te veel. “Ik wil niets meer horen of zien” – of ook: “ik ben gedaan”, signaleert dan het verlangen naar een “time-out” , naar een uitstappen uit de ratrace van het leven. Want dat leven is veel te druk en zeer onrustig, gekenmerkt door ruzie en vijandigheid.    

De bremstruik van Elia kan ook een symbool voor ons afschakelen, voor onze wens naar rust en slaap, zijn.  En een dergelijke slaap is altijd een heilzame slaap. Dikwijls is hij ook een eerste stap op de weg van genezing uit een persoonlijke crisis. Een eerste nieuw begin!  De oude spreuk: „Slaap er maar eens een nachtje over“, is niet uit zichzelf ontstaan.   Mensen hebben altijd al gevonden dat het belangrijk was om, vooraleer belangrijke beslissingen te nemen of grote veranderingen aan te vatten, er eens een nachtje over te slapen. Iemand zei ooit: “Wij hebben altijd weer behoefte aan een veilig hol waar wij ons in kunnen terugtrekken – zelfs al is het maar het hol van onze slaap”.  En een ander belangrijke tijdgenoot liet God ooit zeggen: “Wie niet slaapt zie ik niet graag,. De slaap is een vriend van de mens en een vriend van God. Ja, misschien is de slaap wel het mooiste en het beste van mijn schepping!”      

Maar het verhaal van Elia gaat nog verder. Een Engel raakte hem aan en zei tot hem: “Sta op en eet!”  En toen Elia om zich heen keek zag hij een brood dat in gloeiende as was gebakken en een kruik met water. Hij at en dronk en ging dan terug liggen. Maar de Engel kwam terug en zei opnieuw: “Sta op en eet! Anders is de weg te zwaar voor je!”  

Met een paar woorden is er voor Elia een heel nieuw begin gemaakt. Een Engel raakt hem aan, brengt hem wat hij nodig heeft om te overleven en spreekt hem moed in. Ook daar kan ik parallellen zien aan mijn eigen leven. Ook ik ontmoet soms een engel die me verder helpt. Dan zeg ik tegen die mens: “Jij bent door de Hemel gezonden!” Iemand die er gewoon voor me is, die geduld met me heeft en die aanvoelt wat ik nodig heb. En die mens probeert ook nog een tweede keer om me overeind te krijgen wanneer hij aanvoelt dat het bij de eerste poging niet helemaal gelukt is. “   „Jij bent door de Hemel gezonden“, dat betekent voor mij ook: Jij probeert me niet om te praten, je komt niet met vrome en banale uitspraken en je probeert niet me de les te lezen. Je overgiet me niet met gouden raad en je komt ook niet af met banale uitspraken zoals: “dat komt wel weer goed”, of “het kan toch niet meer erger worden”, of  “Schep moed, het zal allemaal wel een diepere zin hebben!”  Neen, die menselijke engel begeleidt me en laat me toch mijn vrijheid.   

„Jij bent door de Hemel gezonden“, omdat je me vriendelijk aanspreekt en bemoedigend tegen me zegt: “kom, probeer het nog maar eens!”  Die engel laat me voelen dat hij me tot iets in staat acht, dat hij mijn ideeën waardeert.  En hij wekt mijn levenshonger en dorst, mijn verlangen naar zingeving en vreugde.  Voelt u hoe dat beeld van die engel uit de bijbel is getransformeerd naar het beeld van mijn eigen engel?  Die menselijke engel die mij helpt om terug op te staan en mijn weg verder te gaan.    

Dan gaat de lezing verder: „Elia stond op, at, dronk en ging, door die spijzen gesterkt, veertig dagen en veertig nachten verder tot aan de berg Horeb, de berg van God.”  Ook hier wordt, met weinig woorden, weer een nieuw doel voor Elia uitgetekend. Met verse krachten gaat hij op weg naar de Horeb. Hierbij staat de berg symbool voor de ontmoeting met God en voor zijn eigen heroriëntering.  Soms zijn wij allemaal, U en ik, toch ook zoals deze Elia. We zeggen toch dikwijls: “nu heb ik terug een doel voor ogen.”  En daarmee bedoelen we: Ik ben me opnieuw bewust geworden waarvoor ik leef. Ik herken terug een zin en de juiste richting. Maar “Ik heb terug een doel voor ogen” zou ook kunnen betekenen: Ik herken de opdracht die God mij geeft; een opdracht die alleen ik zelf, met mijn bekwaamheden, maar ook met mijn grenzen, kan uitvoeren. Ook wanneer de weg mij door de woestijn voert, wanneer die weg moeilijk en lastig is, of wanneer ik moeizaam en zwaar beladen onderweg ben. De berg Horeb uit de lezing, die kan in mijn leven voor een nieuw doel staan, voor een nieuw interesse in God en in wat Hij met mijn leven voorheeft.   

Herinnert u zich nog dat reclamespotje op de TV van die twee oude schoolvrienden die foto’s net als speelkaarten op de tafel gooien om elkaar te overtroeven? “Mijn auto, mijn huis, mijn Yacht!” Wanneer ik het wil kan ik met de hulp van de lezing van vandaag niet alleen Giovanni Trappatoni terug op de been helpen, maar ik kan ook mijn eigen geloofsverhaal in beelden op tafel leggen: “Mijn woestijn, mijn bremstruik, mijn engel, mijn Horeb” en daarmee kan ik aantonen wat mij vermoeit, maar ook waar ik de kracht vind, wat mij terug op de been helpt, welke doelen ik nastreef en waar ik mijn hoop op vestig.  Amen