Operatie Manna (2009)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 198 niet laden

‘Operatie Manna'. Zo werd het genoemd. Limburg was al bevrijd door de geallieerden, maar in Holland was honger, echte honger. De voedseltoevoer was door de Duitsers geblokkeerd. Op 29 april 1945 werd, na maanden onderhandelen, 535 ton voedsel door meer dan 200 bommenwerpers uitgeworpen. Brood uit de hemel, ‘operatie Manna'.
Ik realiseer me vandaag dat het verhaal over 'brood uit de hemel', eeuwenlang verteld is door mensen en aan mensen die werkelijk honger leden! En ook vandaag wordt het evangelie beluisterd, elders in de wereld, door mensen die met honger in de kerk zitten!

 

GEEN HONGER GEKEND

Ik moet u zeggen dat ik zelf nooit honger heb gekend. Ik heb wel eens trek in iets gehad. Heel erge trek ook! Ik reed eens met een collega terug uit Griekenland. Vanaf Brindisi reden we honderden kilometers in een lelijk eendje. We gunden ons niet de tijd om te eten. De maaltijd werd telkens uitgesteld van rustplaats tot rustplaats. Tenslotte voelde ik hevige krampen in de maag, reed boos de eerste de beste afrit af, parkeerde de auto in een stadje en ging zitten in een willekeurig restaurant. Na een bord spaghetti keerde de rust en de vrede terug. Ik zou de auto wel even ophalen, liep een staat uit, verwachtte een pleintje; geen pleintje! Nog een straat en tenslotte was ik de weg kwijt. Ik wist niet in welke stad ik was, niet waar mijn collega zat en al helemaal niet waar de auto stond. Maar ik had gegeten. Erge trek heb ik wel eens gehad maar honger niet. Niet zoals die winter in Holland. Niet een lichaam waarvan elke cel schreeuwt om voedsel; niet zo dat eten een obsessie wordt, het enige dat nog telt; dat je zoekt naar brood desnoods in een vuilnisbak. Honger kan mensen tot kannibalisme drijven. Ik heb het in de verste verte niet gekend.

 

GEEN DORST GEKEND!

Ik heb ook nooit dorst gevoeld. Wel eens zin in een glas water gehad. Toen bisschop Gijsen was benoemd, reed ik in een taxi op kosten van de KRO met deken Meijs uit Hoensbroek naar Hilversum. Ad Langebend verwachtte ons in Brandpunt. Het was een lange rit. De stemming was nerveus, de studio heet en op de terugweg dommelde ik in. De hele avond hadden we iets willen drinken, maar het was er niet van gekomen. Ineens schrok ik overeind; de taxi minderde vaart en reed een oprit op. In zag tot mijn vreugde een rechthoekig blauw verkeersbord met een wit vlak en groot glas schuimend bier! Toen ik mijn ogen helemaal open had, bleek het glas bier echter een benzinepomp te zijn! De rest had mijn verlangen gezien! Zin heb ik wel gehad, maar echte dorst niet. Niet het waanzinnig makend drang om een druppel vocht, niet het lusteloze trage gevoel in het hele lijf.

 

GEWAAGDE UITSPRAAK

Al eeuwen hebben de mensen in onze streken geen honger of dorst gekend en dat is heel bijzonder. Het is daarom de vraag of we het evangelie van vandaag wel begrijpen. Of we wel begrijpen waarom die armoezaaiers op zoek zijn naar Jezus. Onder hen waren vaders en moeders die van dag tot dag leefden, loerend op iets eetbaars, een vrucht die overbleef of een weggegooid stuk brood. De samenkomst met Jezus was een feest van delen geweest. Nu zochten ze hem. Als je honger hebt dan is er maar één ding dat telt.
Tegen deze mensen durft Jezus te zeggen : ‘Jullie zoeken brood? Manna, zoeken jullie? Wel, ik heb iets beters. Dat brood uit de hemel was maar een voorproefje. Het was het teken van iets anders, van brood dat echt geestelijk is, dat echt van God komt en dàt ga ik jullie geven!' Deze opmerking van Jezus sticht verwarring. Wat bedoelt Hij? ‘Geef ons maar dat gewone brood!', zeggen de mensen. ‘Dat is genoeg! Het stilt de honger, die zeurende, vermoeiende, slopende, knagende zucht naar voedsel.' En nou bedoelt Jezus iets anders?!

 

TWEE SOORTEN BROOD

Er zijn twee soorten brood. Brood van de aarde en brood van de hemel. Er is brood dat je krijgt en er is brood dat je geeft. De hemel geeft het brood. Jezus geeft zichzelf. Hij wordt gebroken. De liefde waarin een mens niet om zichzelf geeft, dat is het ware, bevrijde leven. De mens die niet meer vecht om zijn eigenbelang maar zichzelf kan verliezen in het lot van een ander, een zwerver, een ziek kind, een naaste..., die mens zal God vinden!

 

VOETBAL

Lieve kinderen. Vera was binnenkort jarig. Ze werd al tien jaar. Zaterdagmiddag was er een partijtje met discodansen. En zondag kwam de familie: opa's en de oma en minstens twee tantes. Vera had er een heel jaar op moeten wachten. Iedereen bracht cadeautjes mee. Haarspeldjes als prachtige blauwe vlindertjes, een luisterboek over koning Arthur, de cd met de bende van de korenwolf, een make-up-setje met echte nagellak en een heleboel drop. De tantes hadden een doos met 24 kleurpotloden en een t-shirt uit Londen. En toen kwam oma...! Oma hield de handen op de rug. ‘Dag, lieve schat', zei ze stralend. ‘Nu ben je een tiener geworden, een echte dame. Daarom krijg je van mij een voetbal. Kijk!' Vera was een beetje teleurgesteld. Ze hield niet van voetballen. Dat moest oma toch weten. Oma haalde van achter haar rug een enveloppe vandaan. Daar kon toch geen voetbal in! Ze gaf de enveloppe aan Vera. Vera maakte hem open. ‘Die voetbal die heb ik naar Afrika gestuurd. Met jouw groeten erbij! Ze is voor Afrikaanse kinderen. Dat die wat kunnen voetballen. Ze zullen er elke dag plezier van hebben!' Een voetbal van Vera voor Afrikaanse jongens! Vera voelde nu hoe groot ze was geworden en hoe belangrijk. De Afrikaanse jongetjes zou ze boven haar bed hangen. Vera was dolblij. ‘Hoe heb je die in Afrika gekregen?', vroeg ze. Oma keek plechtig en zei: ‘Ik heb daar Novib opdracht voor gegeven.' En toen nog plechtiger: ‘Via Internet!' Iedereen lachte want normaal zat oma achter de computer alleen maar te vloeken!