Beste vrienden,
Het Evangelie van vandaag gaat in wezen over drie centrale begrippen die we in het Evangelie van Johannes altijd weer ontmoeten en die symbolisch het ganse Johannesevangelie samenvatten: Brood, Leven en Geloof!
„Jullie zoeken mij, omdat jullie volop van het brood hebben kunnen eten” Jezus refereert hier duidelijk op de broodvermenigvuldiging.
Brood, de zuivere belichaming van voeding, het dagelijkse brood dat elke mens nodig heeft om in leven te blijven. God heeft de mens geschapen als een wezen dat van voeding afhankelijk is. Iedere mens heeft, elke dag weer, honger en dorst, en elke mens is er, elke dag opnieuw, op aangewezen dat hij iets te eten en te drinken krijgt. Je kan dat natuurlijk als vanzelfsprekend aanvaarden. Maar je kan er ook filosofisch over nadenken en de diepere zin ervan trachten te ontdekken. De mens is van nature een behoeftig en afhankelijk wezen. Hij kan alleen maar voortbestaan wanneer hij voeding en vloeistof krijgt – en dat regelmatig en dikwijls. Een gewone primitieve steen is op dat gebied beter af. De mens is een “gebrekkig” wezen. Geen mens kan op zichzelf, zonder verbinding met de buitenwereld, leven. Iedereen is aangewezen op de anderen, op datgene wat de natuur hem biedt, en in laatste instantie ook op God, zijn schepper, die hem zijn dagelijks brood schenkt.
“Elk brood bevat de genade van God” zei Sint Franciscus. Uit elk brood, uit elk voedsel dat wij tot ons nemen, blijkt dat wij begiftigd zijn, dat wij leven van Gods liefde, die ons door de gaven van de natuur wordt doorgegeven en van het werk van andere mensen.
Misschien moeten we ons daar terug bewust van worden wanneer we vanmiddag aan tafel zitten en het eten wordt opgediend. Het basisbeeld “Brood” gaat in het Evangelie op in een groter begrip: in “leven”, “eeuwig leven”, “leven in overvloed”.
De mens heeft niet alleen honger naar brood en dorst naar water – hij heeft in wezen een nog veel grotere honger en dorst naar leven – naar leven in overvloed.
Leven, dat betekent meer dan gewoon maar in leven zijn of je leven rekken. Leven is ook: vreugde, vervulling, zin, liefde, vrijheid en geborgenheid beleven. Een mens leeft niet van brood alleen. Met goed gevulde buik in welstand leven is niet voldoende. Dat blijkt uit onze welvaartsmaatschappij waar zo veel mensen innerlijk leeg en ontevreden zijn en geen zin meer hebben in het leven. Het aantal zelfdodingen elk jaar, meer dan 1000 in Vlaanderen alleen, spreekt daar boekdelen van. Dan moet je je toch afvragen: hoe komt dat? Wat ontbreekt er? Wat maakt dat er dat zo veel mensen vertwijfeld en levensmoe zijn?
Wat de mens ontbreekt om het echte overvloedige leven te kennen en te beleven, daar heeft het geloof een antwoord op. „Ik ben het brood om van te leven, wie naar mij toe komt krijgt geen honger meer, en wie in mij gelooft krijgt nooit meer dorst” - met andere woorden: Wat het dagelijkse brood is voor ons lichaam, is Jezus Christus en de verbinding met Jezus Christus door het geloof, voor onze ziel. „Ik ben gekomen opdat ze een leven mogen bezitten, en wel in overvloed“, zegt Jezus op een andere plaats, en aan het slot van het Johannesevangelie staat: “Deze woorden werden neergeschreven opdat u zult geloven dat Jezus de Messias is, de zoon van God, en opdat u, door te geloven, leven zult bezitten in zijn naam.
Het geloof is ons echte levenselixir. Zonder geloof zouden we heel beklagenswaardige geestelijke hongerlijders zijn, alhoewel het ons materieel aan niets ontbreekt.
Daarom is het geschenk van het geloof, en dat wij geloven is inderdaad een geschenk, „Gods werk“ – een nog grotere genade dan het “dagelijkse brood”. Ook daar moeten we ons bewust van worden en we moeten trachten om dat geschenk van het geloof ook met anderen te delen.
De wereld van vandaag, of ze zich ervan bewust is of niet, hongert en dorst naar God. Daarom kunnen we aan onze medemensen geen grotere dienst bewijzen, dan wanneer we aan hen iets van ons geloof doorgeven. Wanneer we hen, zo goed we kunnen, helpen om „het voedsel dat blijft, het voedsel van het eeuwige leven“ te vinden. Amen.