Broodnodig is de Heer (17de zondag, B)

‘Hoe moeten wij brood kopen om deze mensen te laten eten?’ vraagt Jezus, bij het zien van de grote menigte die naar Hem toe gekomen is. De leerlingen zien wel een jongen met vijf broden en twee vissen, maar geloven er zelf niet in. Nochtans begint Jezus daarmee de massa te spijzigen. Wie de moed heeft het kleine wonder te zien, wie daadwerkelijk begint te geloven, zal ervaren hoe Jezus uiteindelijk het grote Wonder zal voltrekken.

Het gebeurde een aantal jaren geleden: na een verblijf van ‘n week in Polen keerde ik met de trein naar huis terug. De nacht bracht ik door in een coupé in het gezelschap van Polen, Duitsers en drie Oegandezen. Zo goed en zo kwaad als het kon, hadden we de coupé met 8 mensen gedeeld. Over en weer werden er gesprekken gevoerd. Van slapen komt dan weinig terecht. En toen het in de morgen licht begon te worden en we Nederland begonnen te naderen, begonnen de Oegandezen hun ontbijt uit te pakken. Het waren drie studenten weg- en waterbouwkunde die een studiereis door Europa maakten om zodoende kennis op te doen voor het werk dat ze als jonge ingenieurs in de toekomst in hun eigen land zouden gaan verrichten. Ze waren zojuist in Rusland geweest en waren nu op weg naar Engeland. Inmiddels waren de Duitsers en de Polen uitgestapt. We zaten enkel nog met zijn vieren in de coupé: drie Oegandezen en ondergetekende. Er werden enkele blikjes limonade voor de dag getoverd, en er kwam een klein kippetje met wat brood op de kleine coupétafel. “Voor hun drieën toch wel wat klein”, dacht ik. Ik kan echter niet uitdrukken wat door mij heenging op het moment dat ze mij als eerste, vriendelijk en beslist, het beste deel van de kip aanboden en me vroegen er wat brood bij te nemen. Ik probeerde het vriendelijk af te slaan, maar dat lukte me niet: ik zou hen beledigen. Met zijn vieren aten we ervan en er bleef nog over.

Medegelovigen, een klein wonder van broodvermenigvuldiging. Het bevestigt ons in de overtuiging dat het Evangelie, de Blijde Boodschap, ook op straat te vinden is, ook in de buurt, ook in de trein, ook in de bus, ook op vakantie of thuis. Het gebeurt daar waar mensen geloven in kleine wondertjes. Delen met elkaar van het weinige dat ze hebben, en het vele dat ze geven.
Stel je nou eens voor – je kunt het je bijna niet indenken – maar stel je eens voor dat de Oegandezen me vriendelijk en beslist voor joker hadden laten zitten met als redenering: ‘Die Hollander heeft toch genoeg…’, dan hadden we de houding gehad van het rijke deel van de wereld ten opzichte van het arme deel. Want doen wij toch niet nog vaak zo?
Christenen mogen geen miljarden uitgeven aan luxe, comfort, munitie, terwijl er nog zoveel mensen in krotten wonen en omkomen van honger. Dieren mogen geen voorrang hebben op mensen en toch hebben heel veel huisdieren in Europa en Amerika het beter dan miljoenen mensen in de Derde wereld.

We spreken van een crisis in onze westerse kerk, maar ik zeg u, de Kerk zal in onze gewesten overleven in zover wij bereid zijn ook nu nog de goederen van deze wereld te delen met hen die honger hebben. Er is brood in de wereld voor iedereen. Alle mensen kunnen verzadigd worden, als wij, zoals Jezus voordeed, brood delen met hen die honger hebben.
Zijn wij bereid dit brood uit te delen, totdat inderdaad de maag van de laatste hongerige verzadigd wordt? In ons land wordt 5% van het brood in de vuilnisemmer gegooid, dat zijn 60 miljoen broden per jaar. Toch hebben wij de middelen en de mogelijkheden om nog gedurende deze generatie alle honger en alle ellende uit de wereld te bannen; als we maar de goede wil zouden hebben.
De geleerden zoeken naar het tijdstip, waarop de mens de drempel van het dierzijn naar het mensworden overschreden heeft. Sommigen zeggen: bij het uitvinden van de eerste werktuigen, anderen: bij het uitvinden van het vuur. Maar, meer en meer wint de overtuiging veld dat de bakermat daar ligt waar de mensen het voedsel en de lasten met elkaar begonnen te delen.

Jezus gaf het brood niet alleen als levensonderhoud, maar veel meer als levensinhoud; in het gebroken worden in zijn dood aan het kruis en daarna verrijzenis; Gave, Brood, heilige Communie. Zo is en blijft Hij: Brood des Levens. Navolging waard.
Als gelovigen hebben wij de taak het brood voor de lichamelijke honger aan te reiken, en het geestelijke Brood voor de geestelijke honger te verkondigen; Jezus Christus de Heer. Amen.

Pastoor Geudens,
mijn preken; http://bid24uur.wordpress.com/