Met twintig gestebroden (2 Kon 4,42-44)

 

De schrijvers van de twee boeken Koningen hanteren “een mengvorm van vertelkunst en geschiedschrijving”.  Zij roepen de lezer op tot de juiste houding tegenover de God van Israël.  Door terug te blikken op de geschiedenis houden ze de lezers een les voor: “ontrouw aan God en het dienen van andere goden leidt tot rampspoed: berouw en inkeer hebben redding en voorspoed tot gevolg.” (NBV).  De lezer krijgt in boek Koningen enkele levendige verhalen over de profeten Elia en Elisa. 

Elisa is door de profeet Elia als diens opvolger gesteld, “die hij wel om het aantal en de opvallendheid van zijn wonderen, maar niet door zijn persoonlijkheid en godsdienstige invloed overtrof” (Bijbels Woordenboek).   Elia was de profeet van het vuur, Elisa is meer de profeet-herder.  Zijn naam betekent “God heeft geholpen.”  Elia wordt 30 keer vernoemd in het Nieuwe Testament; Elisa slechts eenmaal (Lc. 4,27).

Elia roept Elisa terwijl deze aan het ploegen is.  “Elia liep op hem af en gooide zijn mantel om hem heen.” (1 Kon. 19,19).  Wanneer Elia later wordt weggenomen ten hemel en meegevoerd in een stormwind, raapt Elisa de mantel op die was afgegleden (2 Kor. 2,13).  Hij kon die onmiddellijk gebruiken om ermee op de rivier te slaan zodat het water naar links en rechts kon vloeien en hij de rivier kon oversteken.  De mantel was het teken dat Elia’s geest in hem was neergedaald (2 Kon. 2, 15) en hij kreeg iets van de allures van Mozes en Jozua, die de Israëlieten over het water hebben geleid.  Elisa is wellicht 50 jaar lang profeet geweest.  Daarmee overspant de regeringstijd van Jehoram, Jehu, Jehoahaz and JoashElisa komt vooral voor als wonderdoener en beperkt zijn zorg niet alleen tot Israël.

De Eliseuscyclus gaat van hoofdstuk 4 tot 9 in het tweede boek Koningen.  Hij komt in elk leesjaar met een boodschap.  In leesjaar A lezen we zijn onthaal bij een voorname dame in Sunem (2 Kon. 4,8-16).  In leesjaar C horen we over de genezing van de melaatse Naäman.  In het leesjaar B komt het verhaal van de broden.  Het is in de liturgie gekozen omdat wij van de 17° tot de 21 zondag het verhaal krijgen uit het Johannesevangelie over de broodvermenigvuldiging. 

De wonderen van de Uittocht herhalen zich bij hem wanneer hij droogvoets de rivier kan oversteken en enigermate het mannawonder mag ervaren bij de spijziging van honderd personen.  Deze en andere tekenen roepen iets op van de Messiaanse vreugde en vrede. 

Maar waarom heeft hij ze niet alle genezen en niet alle gespijzigd?  Die vraag  schuilt in de hoofden van de mensen in Nazareth.  Waarom werd Naäman genezen en niet de melaatsen in Israël, waarom krijgen de honderd mannen in de omgeving van Elisa eten? (Lc. 4,26).  Wat met de anderen?

Brood is noodzakelijk en de voedselprijzen stijgen maar verder.  Het is een van de elementen bij de onrust in Tunesië, waar de broodprijs maandelijks steeg.  Zo was het jaren voordien bij de Franse revolutie van 1789 (Steven Kaplan, De 1789 à l’intifada égyptienne, le pain reste le symbole de la contestation sociale, L. M. 08.02.11).

Elisa kon optreden omdat de man uit het onbekend Baal-Salisa twintig gersteborden aanbracht.  Met lege handen, met een leeg hoofd en leeg hart kan je niets.  Na de tweede wereldoorlog was de norbertijn Werenfried getroffen door het lot van Heimatvertriebenen.  Hongerigen spijzigen.  Hij begon met de actie bij West-Vlaamse landbouwers en is de geschiedenis ingegaan als de spekpater.  Met zijn giften, gedeponeerd in zijn hoed, zijn en kan de organisatie Kerk in Nood helpen.

In magazijnen wordt veel opgestapeld.  Overschot voor de ene, gebrek bij de anderen.  Zo zijn de voedselbanken ontstaan, die armoede en verspilling bestrijden en verenigd zijn in een Belgische en Europese federatie.  Er is een aansteker nodig, die veel op gang kan brengen. 

In 2006 ontving Muhammad Yunus Nobelprijs voor de Vrede.  De Nobelprijswinnaar stond mee aan de wieg van een zeer succesvol model om via microkredieten aan de armsten in Bangla-desh kansen te geven om zich te ontplooien en uit de spiraal van schulden en onderontwikkeling te geraken.  Heel specifiek aan dit model was dat de doelgroep vrouwen waren.  Groepjes vrouwen die een commercieel microproject opzetten, kregen mits goedkeuring niet alleen een krediet tegen gunstige voorwaarden tegelijk werden zij begeleid.  Die begeleiding bestond zowel uit projectbegeleiding als uit alfabetisering.  De stichter Grameen bank krijgt hiervoor wereldwijde erkenning en moet niettemin afrekenen met tegenstand in zijn eigen land Bangladesh.

Elisa, de oudtestamentische profeet steunt ons in een beweging van ontvangen, schenken en geven.