Schudt het stof van jullie voeten...

Beste vrienden,

Stel u voor dat we, in deze verloftijd, bij het einde van de viering niet zouden zeggen: „“Gaat nu allen heen in vrede.“, maar dat we jullie te voet op reis zouden sturen met de woorden: „ „Laat alles: jullie handtassen en al wat daar in zit, Geldbuidels, Gsm’s, portefeuilles en dergelijke, maar hier. Gaat per twee op weg, geneest zieken en jaagt overal het kwaad weg. Zoekt voor de nacht een eenvoudig onderkomen. Water en brood moeten in de eerste weken volstaan.”    

Dus geen vakantie in een prachtig appartement, geen heerlijke wandelingen en uitstapjes, geen lui zonnebaden aan het zwembad en ook geen “all inclusive” 5-sterren hotel. Voor sommige avonturiers zou dat misschien zelfs een verleidelijk voorstel zijn. Een tijdje eenvoudiger leven, wat meer aan onze medemensen, en misschien ook wat meer aan God, denken. Eens echt iets goeds doen... Maar voor altijd zo leven?  

In deze moderne tijd moeten we, liefst reeds op de leeftijd van 20 jaar, een verzekering tegen werkonbekwaamheid afsluiten. In ons veertigste levensjaar moet ons huis zijn afbetaald en moeten we ook de nodige voorzieningen hebben getroffen om na onze, liefst vervroegde, pensionering financieel zeker en onbezorgd te kunnen zijn. Daar staan die woorden van daarnet natuurlijk helemaal haaks op. Daarom wordt over het Evangelie van vandaag ook dikwijls gezegd dat het onrealistisch is en alleen maar de christelijke basisnaïviteit onder woorden brengt. Maar ik vraag me toch af: sluit het ene het andere dan werkelijk helemaal uit?  Kunnen we niet zowel voor vandaag als voor de toekomst goed uitgerust zijn, en ons toch ook door Jezus uitgestuurd weten? De tijden en de omstandigheden voor een navolging van Christus  zijn in 2015 heel anders dan in Jezus’ tijd. Dat is toch vanzelfsprekend en we beseffen dat ook allemaal. Misschien moeten we gewoon die tekst van het Evangelie nog eens van dichterbij bekijken.   

We zien dat Jezus zelf de leerlingen op pad stuurt: “Hij riep de twaalf bij zich, en begon hen twee aan twee uit te zenden...” wat daar staat is eenvoudig en klaar  “en de twaalf gingen op weg.” Misschien toont het zo eenvoudig omdat de tekst zo kort is. Maar wat Jezus vraagt is helemaal niet zo eenvoudig. In de ogen van heel wat mensen is het zelfs gewoon onmogelijk: Er moeten zieken worden genezen en het kwaad moet uit de mensen worden verdreven; de mensen moeten tot inkeer en tot omkeer worden gebracht. Ze moeten tot een nieuw leven en tot een heel nieuwe levensstijl worden bekeerd.  En de leerlingen, die slagen er inderdaad in om die zware opgave met succes uit te voeren. Dit stukje evangelie leest zich dan ook als een geïdealiseerd verhaal. Helemaal in de traditie van de Rabbijnse rondreizende predikanten!  Hoe kwam het dan dat de leerlingen succes hadden? Wat hadden zij toen, wat onze Kerk vandaag blijkbaar niet meer heeft? Want „Succes“ is nu toch echt geen woord dat we voor de Kerk van vandaag kunnen gebruiken. Ligt het er misschien aan dat de leerlingen van vandaag niet de juiste uitrusting hadden? Dat ze geen vervangkledij bezaten en alleen maar sandalen aan hun voeten hadden?  Was het door gebrek aan geld of proviand?   Allemaal vragen die ons een tip kunnen geven hoe we het best zelf zouden aanpakken.  Mij zijn vooral drie punten opgevallen:   

Eerste punt: Jezus stuurde hen twee aan twee uit. De leerlingen moesten niet alleen gaan, maar met z’n tweeën. Gemeenschap, samenwerking, steun, vriendschap, opmontering, ook onderlinge feedback en een getuige in alle omstandigheden – allemaal van groot belang op de gezamenlijke weg. Jezus wil niet dat ieder zich er individueel alleen zou moeten doorslagen, of zich alleen met zijn eigen problemen zou moeten uiteenzetten.  En wat doen wij?     

Soms heb ik de indruk dat wij allemaal individueel op pad gaan – net zoals er in onze tijd veel mensen zijn die, uit alle mogelijke verschillende facetten, hun eigen religie ineen knutselen. En daarbij leert de ervaring ons toch dat het zoveel gemakkelijker gaat wanneer mensen samen naar antwoorden voor hun levensvragen zoeken, want dan kunnen ze elkaar aanvullen en verrijken. Dat heeft natuurlijk ook met mijn eigen persoonlijk leven en mijn ervaringen te maken, maar overal waar Christenen hun levenservaring in groep of in gemeenschap delen, en vooral hoe ze daar samen mee omgaan, daar wordt het spannend, overtuigend, en misschien ook wel nuttig en ondersteunend voor anderen. Dan kan het Christendom terug als authentiek ervaren en ernstig genomen worden; ook en vooral door mensen die doorgaans kritisch tegenover religie staan.

Gemeend meevoelende vragen zoals: “Hoe heb jij dat kunnen verwerken – de dood van je partner, het stuk lopen van je huwelijk, het conflict met je kinderen en kleinkinderen? Dergelijke vragen, of zelfs een begeleiding gedurende enige tijd, kunnen een grote hulp zijn voor de anderen. Gemeenschap zoeken en vormen in onze onderlinge relaties, in groepen en  verenigingen, in gewone dagelijkse en in geloofszaken, dat moet ook in het jaar 2015, in deze moderne tijd, kunnen lukken.

Tweede punt: Geen brood, geen geld, geen reservehemd – of met andere woorden: Jezus eist van zijn leerlingen materiele armoede. Onbeschermd en bescheiden moeten ze hun weg vervolgen, want juist daardoor zijn ze geloofwaardig. Zie, wij vertrouwen op God die ons verzorgt. En Hij doet dat door anderen, die ons voeden en onderdak geven. Daarom moeten wij niets meenemen.

En vandaag?  Vandaag wordt de Kerk dikwijls verweten dat ze met een dubbele tong spreekt: aan de ene kant preekt ze de armoede en anderzijds beschikt ze over heel wat kapitaal en bezit. Dat is ook werkelijk zo, en daar zal moeten aan gewerkt worden. Daarom kunnen we ons beter de vraag stellen: Wat kunnen wij, volgens het Evangelie, aan materiele en immateriële zaken thuis laten wanneer wij ons vragen stellen over onze persoonlijke christelijke zending? 

Het belangrijke scheiden van wat onbelangrijk is, dat is in vandaag de dag in onze persoonlijk tijds- en levensplanning van het grootste belang. Soms is het reeds voldoende om zich in soberheid te oefenen, maar soms is er ook een radicale omkeer vereist. En dan merken we pas dat we eigenlijk ook best met een lichtere uitrusting verder kunnen gaan. Voorzorg en verzekering zijn zeker nodig, maar we moeten ook beseffen dat een absolute garantie voor een gelukt leven niet bestaat. Je kan je gewoon niet tegen alle eventualiteiten indekken. In tegendeel: Dat zou eerder bedrieglijk zijn en tot lichtzinnigheid leiden. Pas wanneer ik besef dat ik zelf ook dikwijls met lege handen sta en in vele zaken onzeker ben, dan pas kan er nabijheid en vertrouwen ontstaan. Bijvoorbeeld tegenover mensen die in wezen hetzelfde voelen, en in het luisteren naar Gods woord. Dan kan ik me openen voor nieuwe, waardevolle dingen, voor niet-materiele dingen, voor gevoelens, antwoorden, denkimpulsen, gebaren en ook gebeden. Dat zou me versterken en mij en ook anderen weer meer zekerheid geven.  Misschien kunnen de komende verlofdagen ons de gelegenheid geven om hier even over na te denken.

Het derde punt: Schud het stof van uw voeten en ga verder. Zo eenvoudig zegt Jezus dat. Wanneer ze worden afgewezen moeten ze het stof van zich afschudden en zonder opschudding te veroorzaken, zonder jammeren en klagen, de plaats verlaten en verder gaan. Dus geen missionering onder dwang zo naar het motto: “ En wilt ge niet mijn broeder zijn, dan sla ik u de schedel in,”  maar eerder het besef dat je geloof niet kan afdwingen maar alleen maar kan voorleven.  Overal waar mensen willen luisteren, waar ze vragen hebben, kan ik proberen om hen een antwoord te geven. Maar ik kan hen niet onder druk tot geloof brengen. Wanneer de mensen vandaag niet open staan voor Gods woord, dan misschien wel op een later tijdstip. God baant zijn weg, ook vandaag nog. Maar Hij doet dat zeker niet zoals wij dat in onze pastorale planning voorzien. God  breekt in elk leven in, en wanneer dat gebeurt, dan moeten wij er zijn. Dan moeten wij de juiste signalen uitzenden. Signalen die door de mensen ook kunnen worden verstaan. Dus geen missionering met geweld en niet vervallen in eigen gelijk voor wat goed is voor de andere. Maar wel het eigen geloof, en wat we ervan hebben begrepen, zo voorleven dat het voor anderen ook attractief is.  

De leerlingen hadden succes! Zij hebben Gods rijk handen en voeten gegeven. Durven wij ook in het succes van onze zending te geloven? Vandaag, midden in het jaar 2015, ook wanneer we straks misschien beladen met jullie handtassen, GSM’s, paraplu’s en zonnebrillen terug naar buiten gaan? Ik denk dat het zeker zou moeten kunnen lukken.  Amen.