Amos, de klokkenluider (Am.7,12-15)

 

Hij heeft een sympathiek naamkaartje, de heer Amos.  Hij is afkomstig van Tekoa, dit ligt op 15 km. van Jeruzalem.  Hij is veeboer en vijgenteler.  Hij zegt stem van God te zijn.  Hij leefde in het midden van de achtste eeuw a.c.n.  Het boek naar zijn naam behoort tot de groep van de twaalf (kleine) profeten.  Hij is de eerste profeet om zijn woorden schriftelijk vast te leggen.  Als ze deze niet willen horen en hem uitwijzen, dan kunnen ze die toch lezen. 

 

Amos een boertje met enkele geiten en schapen.  Of was hij een herder?  De ene vertaler noemt hem ossenherder.  Andere geven als vertaling: veehoeder of veehouder, schapenfokker of geitenboer.  Was hij zelfstandige of in loondienst?  Wat zijn de vruchten die hij teelt of plukt?  Komen ze van een vijgenboom, van een sycomoor of van een moerbeiboom?  Is hij een half-nomade die omwille van zijn kudde zich verplaatst van streek tot streek?  Zijn blik op het land en de politiek reikt verder dan zijn herdersgebied.  Hij kwam in het Noorden en het Zuiden.  Hij was een temperamentvolle man, met een bitsige rake taal.  Het Noorden had politiek gezien nogal aanzien.  Het had economische welstand, maar kende tegelijkertijd grote sociale onrechtvaardigheid (Am. 2,6-7).  De rijke verdient goed, maar wat met de arme.

 

Amos heeft visioenen en orakelt tegen de omliggende volkeren en steden.  Damascus, Gaza, Tyrus, Edom Ammon, Moab krijgen een vernietigend oordeel te horen.  Juda en Israël ontkomen evenmin aan de goddelijke afstraffing.  Het oordeel valt voor hen strenger uit, want zij lagen God nauwer aan het hart.  Hij heeft hen immers weggeleid uit Egypte (Am. 3,1).  Amos spreekt over een straffende God (Am. 4-5), maar roept vooral op tot bekering.  “Zoek het goede, niet het kwade.  Dan zullen jullie leven, en dan zal de HEER, de God van de hemelse machten met jullie zijn, zoals jullie altijd zeggen” (Am. 5, 14).  Hij ontmaskert hun zelfzekerheid.  Zij voelen zich gerust omdat zij zich als Gods volk beschouwen.  Ze vergeten daarbij wat dit inhoudt als opdracht.  Zij achten zich beschermd omdat zij op hun feesten offers brengen.  Daarover legt Amos God deze woorden zeggen: “Ik heb een afkeer van jullie feesten, ik wijs ze af, jullie samenkomsten verdraag ik niet.  Ik schep geen behagen in de brand- en graanoffers die jullie brengen; de vetgemeste beesten van jullie vredeoffers keur ik geen blik waardig.  Bespaar mij het geluid van jullie liederen; de klank van jullie harpen wil ik niet horen.  Laat liever het recht stromen als water, en de gerechtigheid als een altijd voortvloeiende beek” (Am. 5,21-24).

 

Amos krijgt het in het heiligdom Bethel aan de stok met Amasja.  Waar Staat en religie samengaan, wordt weinig kritiek geduld.  Het valt niet mee als je daar de koning aanvalt en de bestaande orde kritiseert.  Eruit, verdwijn!  Amasja wil Amos weg.  Hij heeft zich laten indekken door koning Jeroboam II.  Wat komt een vreemde hier doen?  Schieten we een boodschap af omwille van de boodschapper?  Amos antwoordt kort en duidelijk.  Hij staat op zijn onafhankelijkheid.  Hij behoort tot geen kaste en heeft niets te maken met een profetengilde.  Die kregen het verwijt de mensen naar de mond te praten.  Amos weet zich geroepen met een zending.  Zijn antwoord is heel duidelijk: “Ik ben helemaal geen profeet en ook geen profetenleerling.  Maar de HEER heeft me van achter de schapen vandaan gehaald, en het is de HEER die tegen mij heeft gezegd: “Ga naar mijn volk Israël en profeteer daar” (Am. 7, 14-15).

 

Elke mens heeft iets te zeggen.  Hoe kan ik onderscheiden?  Een geneesheer met een lange praktijk in de psychiatrie beweert dat het aantal personen met religieuze waan is verminderd.  Toch kan je er een patiënt ontmoeten die beweert God te zijn en alles te weten.  Je beseft aldra dat God zo niet is.  Of wanneer een andere in de kapel een voorbede uitspreekt en er graag commentaar aan toevoegt, ben je als pastor enigszins bezorgd om wat hij zeggen zal.  “Ik de kleine arme Jo, ik ben de mediumschrijver, de grootste van de wereld.  Ik word gedicteerd door God, O.L.Vrouw, Jezus Christus en de heilige Rita.”

 

Onderzoek alles en behoud het goede” (1 Thes. 5,21).  Horen we de kreet van mensen, wanneer ze worden gekleineerd, niet ernstig genomen, uitgebuit?  Amos reageerde tegen mistoestanden en corruptie.  Hij leent ons zijn ogen, oren en mond om mistoestanden te zien dichtbij en veraf.  Wie zijn klokkenluiders?  In het internettijdperk worden ze legio.  Zij kunnen een revolutie op gang brengen en dictators doen vallen.  Amos is overtuigd dat het onrecht zal bestraft worden.  Hij hoopt vooral dat het volk tot inzicht komt en dat het vervallen huis wordt heropgebouwd.  “Ik zal het lot van mijn volk ten goede keren.  Ze zullen wijngaarden planten en de wijn ervan drinken.  Ze zullen tuinen aanleggen en de vruchten ervan eten.  Ik zal hen terugplanten in hun grond” (Am. 9, 14-15).

 

Her en der werken groepen voor ontwikkeling en rechtvaardigheid onder het  patroonschap van Amos.  Zo helpt het AMOS netwerk, waarbij het Multicultureel kerkwerk is aangesloten, vrijwillige en professionele begeleiders die werken aan een menswaardig migratiebeleid.

 

Langs de Westerschelde bij Hansweert staat een kunstwerk, gemaakt door de Zeeuws-Vlaamse priester en beeldhouwer Omer Gielliet.  De profeet Amos houdt er de wacht.  Op een bordje staat dat deze schapenfokker en fruitteler ''waarschuwde tegen de vernietiging van het leven.''  Met zijn ene arm wijst hij naar de plek waar zich een vuilstortplaats bevond.  Met zijn andere arm wijst hij naar boven.  We hebben verantwoording af te leggen, zegt zijn arm (Webblog van Kees Jan Rodenburg).