Een reis naar Israël, en zeker een bedevaart naar het land van Jezus, leidt naar Jeruzalem en ook wel naar Nazareth. Wegens de oorlog tussen Israël en Gaza is het reisadvies negatief. Nazareth was lange tijd een klein dorp met weinig uitstraling. Wat kan er vandaar uit komen? (Vgl. Joh. 1,46). Toch is die plaatsnaam bijna overal ter wereld gekend dankzij de meest beroemde inwoner van dit dorp, Jezus, de timmerman, de zoon van Maria en van Jozef.
De pelgrims bidden er in de grote Basiliek van de Boodschap. Ze overwegen er wat de evangelist Lucas heeft geschreven over het bezoek van de engel Gabriel en zijn boodschap aan Maria (Lc. 1,26-38).
Na het bezoek brengt de reisleider wellicht de pelgrim of de toerist naar oude grotten, waarin misschien in een van deze het werkatelier van Jozef was en waar Jezus zelf heeft meegewerkt.
Nazareth is een plek waar veel Palestijnen wonen.
De Vrienden van Galilea hebben jarenlang intense contacten gehad met christengemeenschappen in Nazareth.
Het verborgen leven van Jezus
Nazareth blijft de tijd oproepen van wat genoemd wordt ‘het verborgen leven van Jezus’, waar hij deelgenomen heeft aan het leven van elke dag en met handenarbeid medemensen heeft gediend in Nazareth en wellicht op andere werven.
.
Een aantal christenen zijn gefascineerd door die verborgen jaren van Jezus en hebben daarop een spiritualiteit gebouwd. Charles de Foucauld is een van de meest bekenden die na zijn bekering een tijd lang daar in Nazareth heeft geleefd en nadien deze spiritualiteit heeft beleefd, vooral in Tamarasset in de Sahara van Algerije. In zijn spoor beleven broeders en zusters van Nazareth de verbindende aanwezigheid van Jezus met het werk van mensen.
Actief onder de mensen
Jezus, hij zou bij de dertig geweest zijn wanneer hij vanuit Nazareth naar de Jordaan is getrokken om er gedoopt te worden door Johannes (Mc. 1,9). Hij is dan zelf als verkondiger begonnen en hij heeft door woord en daad veel invloed gehad. Het evangelie van Marcus brengt het verhaal van de verkondiging en het werk van Jezus en de gunstige weerklank die hij ontmoet in Kafarnaüm en op veel plaatsen in Galilea tot in het Overjordaanse en de streek van Decapolis. Jezus heeft ondertussen een groep van twaalf metgezellen gevormd. Deze ontdekken geleidelijk aan wie Jezus is.
Conflict in Nazareth
Jezus nam zijn leerlingen mee wanneer hij naar zijn vaderstad terugkeert. Hij was uit Nazareth vertrokken, vermeldt Marcus in het eerste hoofdstuk en hij brengt een aantal hoofdstukken verder, in het zesde hoofdstuk het relaas van de terugkeer van Jezus in zijn vaderstad en hoe hij daar onthaald werd.
In tegenstelling tot de meeste plaatsen waar Jezus ondertussen was geweest, is zijn komst in Nazareth geen succes. Jezus ging er op sabbat naar de synagoog. Hij neemt deel aan de dienst en kon er onderricht geven. Wellicht heeft hij daar gedaan wat hij op andere plaatsen al had gedaan en gezegd: “De tijd is vervuld en het Rijk Gods is nabij. Bekeer u en geloof in de blijde boodschap” (Mc. 1,15). Of gaf hij daar, zoals Lucas het weergeeft, een beschouwing bij de krachtige zin van Jesaja: “De Geest des Heren is over mij gekomen” (Jes. 61,1-2; Lc. 4,14-29).
Jezus doet het goed en maakt indruk. Maar al gauw komt er commentaar.
De toehoorders in Nazareth reageren verbaasd. En deze aanvankelijke verbazing verandert daar vlug in ergernis en afwijzing. Wie is hij wel?
Optreden voor eigen volk, dit is niet zo evident.
Wij luisteren met vooringenomenheid naar mensen. Vooroordelen spelen ons parten.
Aleer iemand zijn of haar mond opent, is hij of zij al geoordeeld.
Jezus wordt hier afgeschreven op grond van zijn familie, afkomst, en beroep.
Zijn familie had zelf al vroeger een bezorgdheid omtrent Jezus uitgedrukt toen zij hem naar huis wilde terughalen (Mc. 3,21).
Het was voor de mensen van Nazareth en zijn familie moeilijk te aanvaarden en te geloven dat iemand die is zoals zij een bijzonder iemand zou zijn, laat staan een profeet.
Elk beroep verdient waardering. Maar hoe vaak zijn mensen omwille van hun afkomst gediscrimineerd. Jarenlang hadden begaafde kinderen van de arbeidersklasse weinig kansen om verder te studeren. En hoe is het gesteld bij kinderen met een migratieachtergrond?
Gods Zoon aanvaarden
Het raakt hier uiteindelijk het wonder van de menswording, het mysterie van de incarnatie.
God heeft gekozen om mens te worden en deed het in een concrete wereld twintig eeuw geleden.
Hij werd mens en leefde als de zoon van een timmerman. Het komt zo uitdagend over als we het concreet voorstellen. Wij kunnen ons ergeren aan zijn menselijke verschijning. “Ecco lo scandalo: l’incarnazione di Dio, la sua concretezza, la sua “quotidianità.” “Zie dit is het schandaal, de incarnatie van God, heel concreet, in al haar alledaagsheid” (Paus Franciscus, 4 juli 2021).
Er is een weg af te leggen tussen kennen en iemand erkennen en waarderen.
Jezus spreekt een gezegde uit dat al menigmaal is herhaald. “Een profeet wordt overal geëerd behalve in zijn eigen stad, bij zijn verwanten en in zijn eigen kring.”
Gaat dit nog op in onze wispelturige tijd? Kiezen we niet eerder voor de vedette van één dag? Of houden we ons vast aan God, die zowel het eerste als het laatste woord heeft? En die niemand afwijst die zich tot Hem of tot zijn Zoon wendt
Blijven we Jezus trouw, al is hij is een man van zolang geleden?
Hij blijft onder ons en zegt ons:
“De tijd is vol, bekeer je en wees het zout der aarde,
wees voor elkaar barmhartig zoals mijn vader is,
op zoek in de wereld naar wat verloren is” (ZJ 539).
De tegenkanting in Nazareth ontgoochelt Jezus en remt zijn activiteit. Hij kan er slechts enkele zieken de handen opleggen en hen genezen.
Zijn leerlingen waren erbij, maar we vernemen niets over hun reactie of over hun inbreng.
De ontgoocheling heeft niet het laatste woord.
Jezus werkt verder en trekt naar de omliggende dorpen. En zijn leerlingen worden voortaan nog meer betrokken in zijn zending.
Na Nazareth komt een nieuwe start. Gaan we mee?