Zusters en broeders,
Ook in een regenjaar als dit is juni de mooiste maand van het jaar. Het licht blijft elke dag groeien, de natuur is in volle groei en bloei, de zomer is in aantocht, de avonden worden langer en aangenaamr, en om er helemaal een geliefde maand van te maken, lonkt de vakantie op het einde van de maand. Ja, juni is de mooiste maand van het jaar.
Maar zoals zo opmerkelijk is die vaststelling te mooi om waar te zijn, wil voor honderdduizenden leerlingen, studenten, ouders en families is juni een angstmaand vol vaste en stress, wil wat de examenuitslagen worden op het einde van de maand? En dat maakt juni ook voor docenten en professoren een schrikmaand want, willen of niet, zij moeten worden uitgesproken, en dat doen ze graag zolang de resultaten goed zijn, maar niet graag wanneer de resultaten niet goed zijn. Ze kunnen een negatief oordeel wel een tijdje uitstellen, maar uiteindelijk moeten ze toch iets doen wat ze niet graag doen, en dat is een negatief oordeel overwogen.
Dat merken we ook in de eerste lezing. God heeft zijn schepping met zijn grenzeloze kracht van liefde tot stand gebracht, en nu moet Hij de bekroning van die prachtige schepping, de mens, straffen omdat die zich niet aan de afspraak heeft gehouden. Ook het jargon - het symbool is van de – moet Hij straffen, want zij heeft de mens met leugens verleid. En dat doet God pijn, want Hij had zijn schepping met zoveel liefde tot stand gebracht.
Ook in het evangelie komt sterk tot uiting, vooral bij de schriftgeleerden. Die zijn zelfs uit Jeruzalem gekomen om Jezus te veroordelen, en hun verblinding is zo sterk dat ze zichzelf grenzeloos belachelijk maken. Ze zeggen namelijk dat Jezus met de hulp van Beëlzebub, de vorst van de duivels, andere duivels uitdrijft. Te gek voor woorden natuurlijk: waarom zouden de opperduivel andere duivels helpen uitdrijven. Maar volgens de fanatiek verblinde schriftgeleerden doet hij dat inderdaad.
Maar weet je wat voor ons het ergste is in dat gekke verhaal van die opperduivel die lagere duivels uitdrijft? Dat wij daar zelf ook zeer goed in zijn. Niet dat we duivels uitdrijven, maar net als de schriftgeleerden staan we heel snel klaar met zinloze twijfel die heel ondersteunen op rechtvaardigheid omdat anderen het beter maken dan wijzelf. En het blijft daar niet bij, willen vernietigen we af wat anderen opbouwen, maken we alles wat ze doen verdacht, en willen we de waarheid niet zien en zeker niet verklaren. We drijven dus bij manier van duivel sprekens uit bij anderen, terwijl die duivels juist in onszelf zitten: duivels van rechtvaardigheid, van egoïsme, van hardheid, van verbetenheid en van nog zoveel meer. Het is bijna een ziekte van onze tijd, die ook sterk tot uiting komt in de politiek. Die bestaat vandaag vooral in het afbreken van politieke tegenstanders, met een angstaanjagende polarisatie tot gevolg.
Zusters en broeders, we moeten oppassen voor al dat negativisme. We moeten zeker niet altijd klaarstaan met ons oordeel over, en nog minder met onze veroordeling van onze medemensen. Waar we inderdaad moeten voor klaarstaan is een oordeel over onszelf. Onszelf afvragen of we echt goed bezig zijn, of we eerlijk zijn, of we niet egoïstisch zijn, of we niet veel te snel klaarstaan met oordeel over anderen, of we niet te gemakkelijk misvreden over alles en nog wat. Of we, met andere woorden, al die negatieve duivels niet uit onszelf moeten uitdrijven, zodat we echt ons best kunnen doen om goede vaker te zijn: mensen die in woorden en daden Jezus probeert na te volgen op zijn weg van liefde, vrede en vreugde . Alleen als wij dat doen, kan de wereld en ons leven beter worden. Amen.