Aren plukken tijdens een wandeling op sabbat. Een sukkelaar genezen, hoe kan dit aanleiding geven tot een zware polemiek? Toch is het zo bij Marcus. Hij vermeldt kort na elkaar twee voorvallen, telkens op een sabbat, waarbij Jezus alweer in conflict komt met Farizeeën.
Jezus deed dingen, waar zijn tijdgenoten, zeker de geleerde klasse onder hen, moeite mee hadden. De predikant werd in het oog gehouden, alsook zijn leerlingen. Hoe leeft die compagnie? Zo hadden ze al opgemerkt dat ze het vasten niet onderhield. Ze sloegen hen gade als ze onderweg waren. Op een sabbat waren ze dubbel aandachtig. Hoe veel passen gingen die mannen dan wel? Wat raakten ze aan? Misschien kwamen de bedenkingen van landbouwers, die de mening van de Farizeeërs volgden en zich stoorden aan hen die zich niet aan de sabbatrust hielden. Zo hadden de bespieders opgemerkt dat de leerlingen van Jezus aren geplukt hadden en in de handen gewreven. Dit hadden ze gedaan, wat op zichzelf geen stelen was. De ergernis kwam omdat dit op een sabbat gebeurde.
Sabbat of zondag?
Speelt bij Marcus al de discussie mee over de overgang van de Joodse sabbat naar de christelijke zondag? Aanvankelijk onderhielden de christenen de sabbat en vierden ze tevens de zondag als de eerste dag van de week, de dag waarop Jezus is verrezen. De zondag, de achtste dag, is voor christenen de dag van de nieuwe schepping.
Voor de joden is de sabbat heilig. De sabbat staat hoog aangeschreven in de Thora. Hij is voor hen een geschenk van God, met een oproep tot rust om de greep op de dingen los laten. Die dag nemen we tijd om God te loven en de ziel te voeden. Tijdens de ballingschap en overal waar ze in de diaspora leefden en leven met mensen van andere culturen, hebben ze de sabbat onderhouden. In hun synagogen en bij de Klaagmuur begroeten zij week na week dansend de aanbrekende sabbat. Ze onderhouden daarmee een duidelijk gebod uit de decaloog, het derde.
Joodse studenten vroegen aan hun rabbi. “Rabbi, hoe kunnen wij God, onze Schepper op het spoor komen?" De rabbi antwoordde: “Beleef de sabbat, dan ervaar je de Schepper!"
Een teveel aan voorschriften
De Thora geraakte onder te vele voorschriften bedolven. 39 voorschriften van de 613 geboden en verboden hadden betrekking op de sabbat. Bij deze 39 voorschriften was dan nog een reeks onderverdelingen. De nauwgezette farizeeërs ergerden zich wanneer ze mensen dingen zagen doen die hun verkeerd leken. Daarbij lag Jezus onder vuur, omdat hij een loopje leek te nemen met voorschriften en gebruiken.
Vanzelfsprekend wisten een aantal onder de Farizeeën dat een wet kan opgeheven worden wegens een hogere noodwendigheid. Levensgevaar verdringt de sabbat.. De meest strenge houding kwam uit de kring van de Essenen.
Een oudere persoon uit de vorige eeuw, geërgerd door het gekwebbel bij de vele voorschriften over lengte van mouwen en rokken, zei dat ze met al die voorschriften het schone in de mens wegnamen. Ze dacht niet aan de burka, want ze kende wellicht toen het bestaan ervan niet.
In een debat wees politicus Leo Tindemans ooit op de steeds toenemende vloed van wetten en hekelde de betutteling van de burger. Wetten kunnen wegen in plaats van te bevrijden. Komen de wetten de mens ten goede? Zijn er geen voorbijgestreefde die nog steeds in wetboek staan? Zowel in het burgerlijk als in het kerkelljk wetboek?
De sabbat voor de mens
Jezus deed in het debat over de sabbat een krachtige, een revolutionaire uitspraak: “De sabbat is er voor de mens, en niet de mens voor de sabbat: en dus is de Mensenzoon ook heer en meester over de sabbat.” Het eerste deel van het woord van Jezus geeft een ereplaats aan de mens. De mens is er niet voor de wet, maar de wet voor de mens. Het tweede van zijn uitspraak gaat over het gezag van Jezus, de Mensenzoon. Beide delen van de uitspraak waren voor de toehoorders choquerend.
De mens staat niet in dienst van de wet, maar de wet in dienst van de mens. Deze uitspraak krijgt tot nu de meeste aandacht, omdat ze zo actueel blijft klinken. Systemen en structuren overheersen en vergeten over wie het gaat, de mens. Niet de economie is het eerst, maar de mens!
De uitspraak van Jezus heeft een liberale toets. De vroeg christelijke gemeenten hadden er al moeite mee. In de paralelteksten bij Mattheus (Mt 12,1-8) en Lukas (Lk 6,1-5) is die zin niet overgenomen.
In zijn Jezusboek schrijft theoloog Joseph Ratzinger, paus Benedictus: “Ook voor de oppervlakkige lezer van de Evangelies is duidelijk, dat de strijd om wat wel en niet bij de sabbat hoort, centraal staat in het dispuut van Jezus met het volk van Israël in zijn tijd. Doorgaans wordt dat zo uitgelegd, dat Jezus een eind gemaakt heeft aan een bekrompen, legalistische wetspraktijk, en daarvoor in de plaats meer ruimte en vrijheid gebracht heeft, zodat men vervolgens naar verstandig inzicht en naar gelang de situatie kan handelen. Als bewijs daarvoor dient de zin: ‘De sabbat is er voor de mens en niet de mens voor de sabbat’ (Mc. 2,27). Daarin ziet men een antropocentrische visie op de werkelijkheid, die dan als vanzelf zou leiden tot een ‘liberale’ uitleg van de geboden. Zo heeft men precies uit het dispuut over de sabbat de idee afgeleid van een ‘liberale’ Jezus. Jezus’ kritiek op het Jodendom van zijn tijd wordt uitgelegd als de kritiek van de met vrijheid en verstand toegeruste mens op een versteend legalisme. Dat legalisme is huiverachtig en verlaagt de godsdienst tot een systeem van slaafse en in wezen onnozele verplichtingen, dat de menselijke ontplooiing in werk en vrijheid in de weg staat. Het spreekt vanzelf dat van het Jodendom daarmee geen erg vriendelijke beeld geschetst wordt. De kritiek van de moderniteit, te beginnen met de Reformatie, zag die zogenaamde ‘joodse’ trekken terug in het katholicisme” (J. Ratzinger, Jezus van Nazareth, dl 1, p.116-117).
Zulke trekken zijn er geweest. De zondagsheiliging en zondagsrust gingen met veel voorschriften en casuïstiek gepaard. Een van die vragen: Mag men breien op zondag?
“Zonder zondag zijn alle dagen werkdagen.” Hij mag voor christenen de dag blijven waarop ze in gemeenschap de verrijzenis van Jezus gedenken en vieren en waarop zij de Heer danken. Het is tevens een dag van contact met anderen.
De volmacht van de Mensenzoon
Marcus en, met en na hem, Mattheus en Lucas beklemtonen dat de Mensenzoon de Heer is van de sabbat. Het was een van de vele varianten om aan te geven dat Jezus met gezag optrad.
“De kern van het sabbatdispuut is de vraag naar de Mensenzoon – de vraag naar Jezus Christus zelf” (o.c., p. 120). “Jezus verstaat zichzelf als de Thora – als het Woord Gods in persoon” (Ibid.). Jezus, Heer van de sabbat, dit is een van oudste geloofsbelijdenissen.
Jezus treedt op als degene die zoals de Vader voortdurend aan het werk is en genezing brengt. Jezus schept, herstelt en geneest, ook op sabbat. De sabbat verbindt het volk Israël met elkaar en met God. Christus, als Heer van de sabbat, verenigt zijn volk, geneest en brengt rust.
Zoals de man met de verschrompelde hand mogen wij ons tot Jezus wenden, maar dan mag ons hart niet verstokt zijn.