Ja zeggen met Maria

 

De evangelist Lucas begint zijn evangelie met het verhaal van eenvoudige mensen die uitzien naar Hem die komt. Het eerste en tweede hoofdstuk van zijn evangelie vormen het kindsheidevangelie.

Hierin heeft uiteraard Maria een uitzonderlijke plaats. Niemand heeft meer verlangd naar de komst van Jezus als deze zwangere vrouw, die met een groot vertrouwen haar jawoord had gegeven. Haar advent begint met de boodschap van de engel Gabriel aan dit jong meisje in Nazareth. De kerk viert dit op 25 maart, negen maanden vòòr Kerstmis.

Niemand heeft de advent zo intens beleefd als Maria, de moeder van Jezus. Met haar kijken we uit naar Kerstmis, dat nu wel heel nabij is.

Een geboortekaartje.

Op deze vierde zondag van de Advent, zo dicht bij Kerstmis geeft Maria ons als het ware een ontwerp van het kaartje dat zij zal versturen om de geboorte van Jezus aan te kondigen. Toch wel een heel bijzonder kaartje.

De inspiratie voor haar kaartje haalde ze uit de geschiedenis van het joodse volk, uit verhalen van verrassende geboortes, zoals deze van Samuel, de zoon van Hannah (1 Sam.1,20) en uit de voorspelling van Jesaja (Jes. 7,14).

Misschien kreeg ze ook hulp bij het opstellen van hen, die wisten hoe de komst van grote figuren in de Romeinse en de Egyptische wereld verteld werd langs verhalen en legenden.

Zij is zelf nog een jong meisje. Zij is maagd, maar verloofd met een man uit Nazareth, Jozef.

Maar de oorsprong van haar kind ligt bij God. Het is Gods Geest die haar overschaduwt.

Zij mag fier zijn over het kind dat uit haar zal geboren worden.

Zijn naam is Jezus. Hem wacht een schitterende toekomst. Hij zal groot zijn en Zoon van de Allerhoogste genoemd worden.

 

Begenadigd

Zij mag fier zijn met zulk een uitverkiezing. Ze weet zich begenadigd. Begenadigd zijt je wanneer je je geliefd, bemind en aanvaard weet. Je durft de toekomst aan.

Met groot vertrouwen gaat ze deze toekomst tegemoet. Ze spreekt daarop dit krachtig woord uit. “Zie de dienstmaagd van de Heer, mij geschiede naar uw woord” (Lc. 1,38).

Haar tijd van wachten op de geboorte van haar kind was tevens een tijd van inzet. Wanneer ze vernam dat haar nicht Elisabeth - of was het haar tante - moeder zou worden, trekt ze met spoed door het gebergte en verbleef ze drie maanden bij Elisabeth.

Maria stond op en ging met spoed” (Lc. 1,39), dit was het thema van de Wereldjongerendagen in Lissabon.

Lucas neemt ons dan mee naar Bethlehem, waar Jezus zal geboren worden. Hij geeft het een plaats in de wereldgeschiedenis tegenover een Romeinse keizer. Een kind in doeken gewikkeld wordt er begroet als Heer en Redder. Herders mogen er als eersten bij zijn (Lc. 2,1-14). Ze horen er een belofte van vrede.

Lucas vertelt in zijn evangelie over de kinderjaren van Jezus, over zijn geboorte, over de twee tochten naar Jeruzalem bij de opdracht in de tempel (Lc. 2,22-40) en over zijn terugkeer aldaar als twaalfjarige (Lc. 2,41-40). Hij wijst op de contemplatieve aandacht en houding van Maria, die alles wat er gebeurd was, in haar hart bewaarde (Lc., 2,51).

Lucas laat iets aanvoelen van de zorg van Maria en van de familie wanneer Jezus optrad op vele plaatsen in Galilea. Het lukte hen niet hem daar te bereiken. Maar Maria hoort hem daar wel zeggen: “Mijn moeder, mijn broeders en zusters zijn zij, die het woord van God horen en er naar handelen” (Lc. 8,21). Ook zijn moeder moet haar Zoon volgen.

Dit woord moet ook ons raken. We vieren kerstmis, we zijn blij om de tederheid van dit feest. Jezus verwacht van ons dat wij naar zijn woord luisteren en ernaar handelen.

Moeder van de Kerk

Maria, de moeder van Jezus wordt een tweede keer moeder. Lucas heeft een evangelie geschreven met daarin in het kindsheidsevangelie aandacht voor Maria, de moeder van Jezus.

Lucas is ook de schrijver van de Handelingen van de apostelen. Het werk van Jezus, begonnen in Galilea, gaat immers verder.

Na zijn dood en verrijzen blijft Jezus met zijn vrienden begaan. Lucas vertelt daarover de in de Handelingen, die ons van Jeruzalem naar Rome brengen.

De Geest die Maria overschaduwde bij de aankondiging, de geest die op Jezus neerdaalde bij zijn doopsel (L.c. 3,21°kwam op Pinksteren over de apostelen en op allen die aanwezig waren in de bovenzaal. (Hand. 2, 1-4). De apostelen waren er, samen met de vrouwen, met Maria, de moeder van Jezus en met zijn broeders (Hand. 1, 14).

Voor de opbouw van de kerk in dienst van de wereld telt de inzet van mannen en vrouwen. In de voorbije synode is daar sterk de aandacht op gelegd. In de voorbije jaren hebben vrouwen hun terughoudendheid uitgedrukt tegenover wat ze de nederige, inschikkelijke rol van Maria noemen. “Mensen worstelen met Maria, omdat de beelden tegelijk inspireren en gevaren inhouden” (Tertio, 19 nov.2023). Zo ontstond in Duitsland de groepering Maria 0. 2 die opkomt voor de volledige gelijkheid van mannen en vrouwen. Daartegenover staat dan de groep Maria 0.1 die de trouw aan de traditie ondersteunt. Maar de mantel van Maria is zo wijd dat zij deze over allen kan uitbreiden.

  1. Maria, breit den Mantel aus,
    mach Schirm und Schild für uns daraus;
    lass uns darunter sicher stehn,
    bis alle Stürm vorübergehn.
        Patronin voller Güte,
        uns allezeit behüte.

    2. Dein Mantel ist sehr weit und breit,
    er deckt die ganze Christenheit,
    er deckt die weite, weite Welt,
    ist aller Zuflucht und Gezelt.

    3. Maria, hilf der Christenheit,
    dein Hilf erzeig uns allezeit,
    komm uns zu Hilf in allem Streit,
    verjag die Feind all von uns weit.

    4. O Mutter der Barmherzigkeit,
    den Mantel über uns ausbreit;
    uns all darunter wohl bewahr
    zu jeder Zeit in aller Gfahr.

Gotteslob 534

In het evangelie met de boodschap van de engel aan Maria raakt de hemel de aarde. Het tafereel van de boodschap beeldt dit uit. Veel kunstenaars hebben dit gedaan. Rob Berkel toont deze rijke iconografie in zijn prachtig kunstboek Annunciatie. De Verkondiging aan Maria – Geschiedenis, Iconografie, Kunst.

Het is uitgegeven door de Stichting Lorenzetti. Het bevat honderden afbeeldingen, die aanzetten tot verstilling en tot dankbaarheid voor de ontvankelijkheid van Maria en voor hen die de goede boodschap brengen.

 

Mogen wij zowel ontvangers als boodschappers zijn van het goede nieuws dat God naar ons toekomt in Jezus.