Verheug je Maria B (2011)

Het was me het weekje wel!

Een kerk die haar fouten moet erkennen,

bisschoppen kruipen door het stof.

Gelukkig wordt het leed van de slachtoffers erkend

er wordt niet meer om heen gepraat:

ik zeg maar zo: eerlijk duurt het langst!

 

Toch ga ik er nu niet verder op in:

de bisschoppen hebben u een brief geschreven

en die zal worden uitgereikt.

Ik ga nadenken over de schriftlezingen

want dat is de bron waaruit we leven.

 

Ik begin bij David.

Bij de ingang van onze kerstkapel

hier naast het hoofdkoor staat David afgebeeld:

David spelend op zijn harp.

Een koning die liederen maakte

dat is toch wel iets bijzonders;

deden ze dat allemaal maar

de generaals, de politici

dan had niemand meer tijd

om gewichtig te doen, oorlog te voeren...

 

David zong, als jongetje al

toen hij een herdertje was op het veld:

'MIJN HERDER IS DE HEER,

HET ZAL MIJ NOOIT AAN IETS ONTBREKEN'

 

Later als hij koning is

zal hij zich dat lied nog wel herinneren.

En omdat hij geloofde dat God zijn herder was

zou hij proberen ook zelf

-net als God- een goede herder te zijn voor zijn schapen,

zijn mensen.

 

God heeft David rust gegeven

David en zijn mensen kunnen veilig wonen

en dat doen ze ook.

 

Terwijl de mensen van Jeruzalem van hun rust genieten

en David in zijn fraaie stenen huis zit

schrikt hij want wat is er aan de hand:

de ark van God die ze enkele maanden geleden

zo triomfantelijk Jeruzalem hadden binnengehaald

staat niet in zo'n mooi huis

maar ergens boven op de heuvel in een tent.

Iedereen was zo druk geweest

met het bouwen van de stad

met het inrichten van hun huizen

dat de ark van God gewoon vergeten was:

de grote kist met daarin de stenen platen

waarop de tien geboden stonden

stond nog steeds in een tentje.

 

Daar moet iets aan gedaan worden .

David roept de profeet Natan erbij:

'ik heb een leuk bericht voor je;

ik ga een huis bouwen voor God..

nou wat vind je daarvan ?'

 

Maar de profeet ziet zijn kans schoon

om David eerst eens de les te lezen over zijn vergeetachtigheid

waar het de ark van God betreft

maar bovendien

-en dat is veel belangrijker-

hem te vertellen hoe het nu werkelijk zit

met de verhouding van God met de mensen.

 

'Laat jij je plannen maar varen;

God heeft helemaal geen huis bouwen.'

 

En dan wordt de profeet echt profeet;

hij gaat grote dingen aankondigen:

'Jij hoeft niet voor God een huis te bouwen:

God zal voor jou een huis bouwen.'

 

God is niet in een huis te vatten,

noch van jou, noch van je zoon Salomo

die wel een tempel mag bouwen:

want God woont werkelijk onder de mensen

als ze Hem binnenlaten.

 

David is diep onder de indruk en bidt:

'als dat zo is Heer

kom dan bij mij binnen

en zegen mijn huis

opdat ik trouw mag blijven

uw dienaar al mijn dagen.'

 

Een prachtig gebed.

'Kom bij mij binnen...'.

 

We horen al wat er later gezegd zal worden

door een meisje in Nazareth Maria:

'mij geschiede naar uw woord.'

 

Bijna duizend jaren na David leefde Maria,

Mirjam heette ze echt, Mirjam van Nazareth.

 

Ze droeg de naam van het zusje van Mozes,

Mirjam genaamd die haar broertje had gered

door hem in het riet te verstoppen in een biezen mandje

en ze had dapper haar broer gesteund

toen hij de joden aanvoerde weg uit het slavenland Egypte.

Die Mirjam, naar wie Maria genoemd was door haar ouders

had gezongen met alle joodse vrouwen

uit dankbaarheid aan de overkant van de zee

toen die was opengegaan

en het volk van God doorgang had gegeven

op de weg naar de vrijheid.

Mirjam was de profetes van de bevrijding,

de zangeres van een nieuwe toekomst.

 

Dat zal Mirjam van Nazareth,

die wij met haar Griekse naam Maria aanduiden ook zijn.

 

Met Mirjam zal een nieuw toekomst beginnen

zegt de evangelist Lucas.

 

 Al lijkt het er op dat alles bij het oude zal blijven:

er voltrekt zich een nieuwe geschiedenis:

Gods Geest zal het aanschijn der aarde vernieuwen:

Gods Koninkrijk zal doorbreken,

een toekomst die alle verwachtingen te boven gaat.

 

Maria zal door de kracht van die Geest

die het aanschijn der aarde zal vernieuwen worden overschaduwd

en de droom die iedere joodse vrouw heimelijk koestert

om de moeder te mogen worden van de Messias

zal aan haar in vervulling gaan:

zij zal de moeder van de Messias

de koning van Gods nieuwe koninkrijk, mogen worden.

 

Ze weet hoe wonderbaarlijk God met Israël wil omgaan

en zegt in dankbare verwachting, namens haar volk:

'ZIE DE DIENSTMAAGD DES HEREN, MIJ GESCHIEDE NAAR UW WOORD'.

 

De bode -de engel van God-

had het gezegd:

 

 'JE NICHT ELISABETH HEEFT IN HAAR OUDERDOM

 EEN ZOON ONTVANGEN, EN,

 OFSCHOON ZIJ ONVRUCHTBAAR HEETTE

 IS ZIJ NU IN HAAR ZESDE MAAND;

 WANT VOOR GOD IS NIETS ONMOGELIJK!

 

De beloften van God zijn niet vergeefs gesproken,

de kracht van de heilige Geest die boven de chaos zweefde

zal het aanschijn der aarde vernieuwen:

Gods woord keert nooit werkeloos terug.

 

Daarna gaat ze vlug naar Elisabeth

en zal met haar,-de vrouw die onvruchtbaar heette-

als eerste getuige zingen over Gods nieuwe toekomst

in haar Magnificat.

 

Die toekomst vraagt niet alleen om bejubeling.

Die toekomst vraagt om trouw en deelname.

 

Mirjam van Nazareth zal,

bezield door de Geest van God, haar roeping trouw vervullen.

 

Ze zal, overschaduwd door de Geest,

trouw zijn aan haar zoon tot aan het kruis.

Ze zal daarna, met alle leerlingen samen,

wachten tot de pinkstermorgen komt

en de kern van Gods afwachtende volk,

de 12 apostelen, overschaduwd gaan worden door de Heilige Geest.

 

De engel van God kon rustig van haar heengaan

want een hechte relatie tussen hemel en aarde

was tot stand gebracht.

 

De bevrijding van Israël

-en via Israël van heel de mensheid-

kon gaan beginnen.

 

Twee mensen David en Maria

hebben ons vandaag les gegeven

en ons openheid geleerd voor God:

'kom in mijn huis' zei David...

'mij geschiede naar uw woord' zei Maria.

 

Het grote feest zal de volgende week aanbreken.

Met veel toeters en bellen, met kunstsneeuw

-echte sneeuw is niet te verwachten-

met engeltjes in de kerstboom en engelenhaar. 

 

In de kerk komen de echte engelen aan het woord

de boden van God. Die spreken  duidelijk genoeg.

Ze zeggen:

 'God zal zijn woord gestand doen..

 voor God is niets onmogelijk'.

 

En van ons wordt als reactie verwacht

het 'mij geschiede naar Uw woord.'

 

Niet als een slaafse onderwerping aan wat God wil

maar als een bereidheid om voor Hem te kiezen

en voor Zijn mensen voor wie wij mogen leven.

 

Het gebeuren in Bethlehem

zal pas echt belangrijk blijken voor heel de wereld

als wij samen, gesteund en gesterkt door de Geest,

eerlijk onze fouten erkennend

aan de slag gaan om te bouwen aan Gods Koninkrijk.