Spijt (2008)

Spijt is de ellendige gewaarwording van: "Ik had het anders moeten doen dan ik gedaan heb". Vraag dezer dagen maar eens aan mensen die grote sommen geld belegd hebben, die weten wat spijt is. Ons leven zit vol risico's. We moeten keuzes maken, maar achteraf moet nog blijken of het de goede keuze was. De belangrijkste keuzes die we kunnen maken hebben betrekking op ons levensgeluk en dat van anderen. Ook daar in kunnen we de plank aardig misslaan: Was het niet beter geweest wat meer tijd te besteden aan de kinderen of de ouders vóór dat de kinderen het huis uit zijn gegaan en de ouders overleden? De eenzijdige keuze voor de centjes bleek een verkeerde keuze. Was het niet beter geweest een glas water te drinken dan dat glaasje bier teveel? Als we even tot rust komen is het niet zo moeilijk om wat zaken op een rij te zetten waarvan we eigenlijk wel spijt hebben en dan gaat het hier altijd over te weinig geluk dat we de ander bezorgde, waardoor we eigen geluk ook misliepen.
Maar aan spijt alléén heb je niets. Daar kun je mee blijven zitten en dat is het dan.
Het bewustzijn van zo'n verkeerde keuze kun je jarenlang als een last blijven dragen. Het helpt een beetje als je er over kunt praten. Het is genezend als je aan een ander kunt vertellen, wat je destijds voor ogen heeft gestaan. Het mooiste is  dat je bovendien dat verleden met een soort gebaar, met een symbool plechtig van je af kunt zetten.
De evangelist Marcus zag de bijzondere waarde van zo'n plechtigheid, maar ook de beperkte werking. Marcus richt zich tot de eerste christenen en tot degenen die belangstelling hebben voor deze geestesstroming. Hij grijpt terug naar de gebeurtenissen rond Johannes de Doper, die mensen in staat stelde om inderdaad af te rekenen met een ooit genomen spijtige beslissing. Wie zich liet dopen behoefde de last van zo'n  verkeerde keuze niet langer met zich mee te zeulen. Destijds hebben velen van die gelegenheid gebruik gemaakt, zijn af gedaald in de Jordaan en hebben het verleden van zich laten afspoelen: ze konden opnieuw beginnen.
Die evangelist wist heel goed dat het daarmee niet voor mekaar was. Jezus liet zich dopen door Johannes omdat ook Hij ging oproepen tot een ommekeer.  Toch is Hij zelf niet als doper opgetreden.
Nergens is te lezen dat Jezus aan zijn apostelen of aan zijn leerlingen heeft gevraagd of ze gedoopt waren. Dat wil niet zeggen dat hij er geen waarde aan hechtte. Hij spreekt met respect over Johannes de Doper en diens werk, maar Jezus zelf heeft zich niet van het doopsel bediend om een onderscheid te maken tussen degenen die wel en degenen die niet tot zijn leerlingen mochten gerekend worden. Jezus ging het om de geest, de mentaliteit van degenen die hem wilden volgen.
Daarom zegt  Marcus: "Jezus doopte niet met water maar met geest. Hij roept de eerste christenen, zijn lezers op, niet al te trots te zijn op hun doopsel, maar meer op de geest van waaruit die unieke onderlinge betrokkenheid en hulpvaardigheid, is ontstaan. Met een zekere weemoed  stelt hij vast dat het veel gemakkelijker is verschil te maken tussen gedoopten en niet-gedoopten. Mensen die verre van hulpvaardig zijn en geleid worden door hebberigheid, hebben destijds de anderen overheerst en doen het links en recht nog steeds op grote schaal. Ons wordt voorgehouden: Laat je niet misleiden door in het verleden behaalde succes van anderen.
Als wij terugkijken naar wat er in het verleden allemaal is opgezet om volgens die geest van Jezus Christus jonge mensen onderwijs te geven, om vergeten bejaarden een onderdak en verzorging, om zieken te verplegen en nog veel meer. De hele samenleving was ervan doortrokken, maar bijna alles is door instanties overgenomen. Nu is het moment aangebroken opnieuw als individu waakzaam te zijn, alert, zodat we niet al te zeer worden verrast door wat er nog allemaal aan schort, om daarna alleen maar spijt te hebben. Een oproep voor de Adventstijd en daarna.