Het kleine kind in de kribbe erkennen B (2011)

In het proces-verbaal stond het duidelijk vermeld: Zijn ogen waren even toegevallen, hij had ze slechts een fractie van een seconde gesloten en was dan weer klaar wakker.

Maar – het was te laat! De oudere vrouw die aan de rand van de weg had gestaan, en die hij nog duidelijk had gezien, lag nu levenloos op de grond. 's Anderendaags stond in de krant: “Seconde slaap heeft verschrikkelijke gevolgen”.  

 

Steeds weer horen we over dergelijke gebeurtenissen in het verkeer: Eén ogenblik verstrooidheid kan over leven en dood beslissen.

Ook ons kan dat elk ogenblik overkomen.  

Het lijkt wel of er in onze wereld een algemeen gebrek aan waakzaamheid is ontstaan.

 

Wat we daarmee bedoelen?  Wel, elke dag weer horen we op het nieuws hoeveel kinderen in de wereld een mensonwaardig leven moeten voeren. In veel landen, ook in Europa, wemelt het van daklozen, asielzoekers en vluchtelingen.

Overstromingsellende in Pakistan en Thailand, hongersnood in Somalië, Kenia en Congo.

Alleen al in het zuidelijk deel van Afrika zijn meer dan 25 miljoen mensen getroffen door Aids.  

We horen ervan en lezen er over, we zien het op TV, nemen het waar en gaan dan weer gewoon tot de dagorde over.

Dit is ons gebrek aan waakzaamheid.

 

Soms zeggen we wel tot onszelf:“wat kunnen wij daar toch tegen uitrichten?“  Tegenover dergelijke situaties staan wij als enkeling werkelijk machteloos! 

 

God zij dank hebben we ook andere ervaringen.

Zoals  jonge moeders die op hulp van de buren kunnen rekenen om kindjes tijdelijk op te vangen, of ouderlingen die hun buur mogen bellen wanneer ze iets nodig hebben, of mensen die andere mensen bezoeken die ziek zijn of waar iemand overleden is….

Dergelijke ervaringen hebben we toch ook wel allemaal en ze bevestigen ons dat een goed begrepen waakzaamheid een enorme meerwaarde aan het leven kan geven. 

 

De ervaring van het waken heeft altijd met het overbruggen van een zekere tijd te doen, dat is duidelijk.

Daar zitten mensen tussen hoop en vertwijfeling aan het bed van een ziek familielid.

Op hetzelfde moment kunnen twee geliefden de slaap niet vinden en blijven klaar wakker omdat het verlangen naar het weerzien zo groot is.

Ofschoon die beide voorbeelden van „waken“ totaal verschillend zijn roepen ze toch de diepste gevoelens van al deze mensen te voorschijn. 

Blijf wakker! Wees waakzaam!“  

We hoorden het tot 3 maal toe in dit korte evangelie.

 

Nu zouden we natuurlijk heel nonchalant kunnen zeggen: kerstmis zal ook wel komen als we niet wakker zijn.

Binnen vier weken is het zover. dan komt de Heer.

Maar dan miskennen we het feit dat deze tijd van waakzaam zijn voor ons ook een actieve tijd is.

Geen tijd van niets doen of passief wachten op wat komen gaat.  

 

De advent wil onze aandacht erop vestigen dat het er niet op aankomt hoeveel kerstkaarten we hebben geschreven of hoeveel dure geschenken we hebben gekocht.

Het is ook niet zo belangrijk als onze woning niet van binnen en van buiten versierd is met allerlei kleurige en verlichte kerstmotieven.

 

Het komt er wel op aan dat we dat kleine kind in de kribbe erkennen als een God die zelf mens wordt; mens worden en zich tonen als vriend van de arme en de onder zorgen gebukt gaande medemens.

 

Advent vieren wil zeggen: ons voorbereiden op het feit dat God in ons leven binnen wil komen. Hoe en waar? Dat weet ik niet.

Maar ik kan Hem in elke mens ontmoeten:

In u en in u,  maar ook in allen die zich buiten, en aan de rand van de maatschappij of aan de rand van de kerk of aan de rand van stad bevinden. 

 

Advent is uitzien naar iets, zoals een moeder naar haar kind in haar schoot.  Zoals een kind (als het wat groter is) naar het doopsel, of naar de eerste communie of naar het Vormsel…

Of zoals in de liefde tussen twee mensen uitzien naar mekaar…

Advent is ook wachten op wat komen gaat, wachten op een teken, op een licht, op wat warmte…

 

Ik kan Hem ook ontmoeten in het drogen van tranen en in een vriendelijke glimlach; in gebeurtenissen waarvan we mogen zeggen “ Ik heb geluk gehad” en in situaties die ons doen stamelen: “Mijn God, waarom ik?”  

 

Op elk uur, elke minuut kunnen wij de komst van Christus „verslapen“ als we niet waakzaam genoeg zijn. 

 

Heeft u het al eens meegemaakt dat verliefde mensen een afgesproken rendez-vous verslapen?  Niet waarschijnlijk, omdat bij verliefden het verlangen om elkaar te ontmoeten en te omarmen veel te groot is. 

Een dergelijk verlangen moeten wij ons, in ons hart, voor de ontmoeting met Jezus ook eigen maken.  

Niet gemakkelijk, maar we kunnen wel leren wat meer te verlangen naar de warmte van mekaar.

 

Een verlangen dat ons er steeds weer toe aanzet om mekaar en dus ook Hem te ontmoeten, 

Als we de nood in de mensen zien, zien we Hem en is de kans groot dat onze weg een stukske samen loopt.

 

En dan moeten we niet meer bang zijn dat we zijn komst in ons leven zouden “verslapen”. 

Ik wens u een wakkere adventstijd.