Wees dienstbaar, ook in de eigen naaste omgeving...

Beste vrienden,


Wie op de vrije markt succes wil hebben, die moet een perfecte service geven. De dienstensector kent in onze tijd een enorme groei. We alle dagen opnieuw ervaren we wat het doel van deze dienstenbranche is. De verbruiker moet altijd voelen dat hij in het middelpunt staat. Hij wordt voortdurend met zorgen omgeven, behoed en gepamperd.  De bedrijven investeren enorme bedragen opdat hun klanten zich goed zouden voelen. De bedienden, verkopers en verkoopsters volgen cursussen en seminaries. Alles wordt gedaan om de groei van de firma te garanderen. Ik denk soms dat onze wereld er veel beter zou uitzien wanneer er ook maar een klein gedeelte van de bedragen die daar worden aan uitgegeven, gebruikt zou kunnen worden voor het aanmoedigen en het inoefenen van gewone intermenselijke betrekkingen. Daarom gaan we vandaag allemaal even bij Jezus op school. Ik wil mezelf, en jullie allemaal, even laten zien wat dienst aan de mensheid, zoals Jezus die bedoelt, er eigenlijk uitziet.   

De voetwassing, waarvan we de beschrijving daarnet in het evangelie hebben gehoord, was daar eigenlijk een soort finale van. Jezus had in al zijn ontmoetingen met zieke, uitgestoten en onderdrukte mensen reeds lang de toon gezet. Bij elke van deze ontmoetingen was één zaak primordiaal. Gelijk om welke groep het gaat, elke mens wordt door Jezus altijd onvoorwaardelijk geaccepteerd. Hij aanvaardt hen als volwaardige, door God geschapen personen en neemt hen in de gemeenschap op. Hij verkeert in hun huizen en spreekt hen in het openbaar aan.   
Door zijn woorden en het daarmee gepaard gaande handelen moeten ze ervaren: God is ons nabij! Ondanks al onze schuld behoren ook wij tot Hem en tot zijn volk. En dan, op de avond voor zijn dood geeft Jezus nog eens een indrukwekkend bewijs van die levenshouding.  Hij legt zijn bovenkleed af, net zoals de slaven dat in die tijd deden. Vrijwillig en onbeschermd buigt Hij zich voorover in het stof en het vuil van deze wereld. De zoon van God gaat hier tot het uiterste, Hij vernedert zich en wordt dienstbaar als een slaaf. 
Jezus sluit ook niemand uit. Hij wast zowel de voeten van Judas als die van Petrus en de andere apostelen, ook al verweert Petrus zich daar heftig tegen. Maar zo vormt Jezus een gemeenschap, ook met zwakke en zondige mensen. Beide, zowel Judas als Petrus zullen  Hem later, elk op zijn manier,  verraden.  En toch behandelt Jezus die beiden ook als alle anderen en geeft hen een opdracht: „Ik heb jullie het voorbeeld gegeven opdat jullie zouden handelen zoals ik het heb gedaan.“ 

Daarbij bestaat voor mij het bijzondere van de voetwassing niet uit de grootsheid van die sociale daad; daar kan je volgens mij zelfs betere voorbeelden voor vinden. Neen, het bijzondere is hier veeleer de trouw van Jezus aan zijn roeping en aan zijn opdracht. Te beginnen bij de doop in de Jordaan tot in de laatste uren voor zijn dood is Jezus, voor iedereen waarneembaar, de verpersoonlijking van tegemoetkoming, nederigheid, aanvaarding en genezing. En het zijn juist die eigenschappen die ik graag zou willen laten doorklinken wanneer ik nu probeer om dat evangelie van vandaag naar het heden te vertalen. 

-          Zou voetwassing voor onze Kerk vandaag niet kunnen betekenen: „Zet niet alles door met macht, bevelen en gehoorzaamheid.“ Ware grootheid komt tot uiting in geduld. Dat brengt misschien geen glans en geen applaus op, maar het laat toe dat er veel mensen kunnen volgen en herademen.

-          Voetwassing zou vandaag ook kunnen betekenen: Laat u, ondanks alle ontgoochelingen en teleurstellingen toch steeds weer met de mensen in en riskeer het om hen uw vertrouwen te schenken.” Alhoewel ik zelf ook telkens weer vertrouwen misbruik weet ik toch ook dat menselijke relaties zonder dat voorschot aan vertrouwen gewoon niet kunnen functioneren.

-          Dus zou voetwassing ook kunnen betekenen: Uit dat slakkenhuis van teleurstellingen, waarin wij ons toch zo graag terugtrekken, uitbreken en op de mensen toegaan.

-          Maar voetwassing kan ook betekenen:  Zich ook met die mensen inlaten die door de maatschappij met een spottend lachje en wat scheef worden bekeken.   

We mogen niet zo afstandelijk en bureaucratisch worden en blijven dat niets ons nog beroert. Uit al die menselijke ellende om ons heen kunnen wij niet chemisch gereinigd te voorschijn komen, er mag gerust iets blijven hangen. Misschien kunnen we, ieder voor zichzelf, onze eigen moderne variante van de voetwassing formuleren. Het is zeker de moeite waard om zich door Jezus te laten inspireren.  

De voetwassing is dus geen spectaculaire opzienbarende gebeurtenis. Voor Jezus behoort ze tot het leven van alledag. Jezus zou er niet aan gedacht hebben om ermee in de openbaarheid te treden om op die manier een bewijs voor zijn sociaalvoelendheid te leveren. Met opzet blijft Hij in de intieme, overzichtelijke kring van zijn leerlingen. “Bemin uw naaste”, dat is zijn devies. En dat is nu, als we eerlijk zijn, juist datgene waarmee wij soms problemen hebben. Want de mensen die ons nabij zijn die kunnen we niet ontwijken, we hebben ze voortdurend om ons heen en we leven als het ware met hen in onderlinge afhankelijkheid. Jezus moedigt ons aan om juist die last op ons te nemen, Hij doet het ons zelfs voor en vlucht niet naar dat veel grotere werkingsveld in de buitenwereld. Met de mensen uit zijn engste omgeving vormt Hij gemeenschap en bereidt hen voor op de harde werkelijkheid en op de vervolgingen die hen te wachten staan

“Bij jullie moet het anders zijn” – uit deze basisgedachte, uit deze richtlijn van Jezus is de Kerk, waar wij allemaal toe behoren, voortgekomen. Volgens deze richtlijn leefden de eerste christelijke gemeenten, en ze leefden zo opzienbarend dat ze door de hun omringende wereld waargenomen en bewonderd werden. Maar dat is ook de opdracht van de Kerk en van haar gemeenschappen in het jaar 2014. Wanneer we er gewoon maar in zouden slagen om die richtlijn van Jezus in onze eigen rangen toe te passen en voor te leven, dan is dat al opgave genoeg. En daarna, maar ook pas daarna, hebben wij het recht om van anderen iets te vragen.  Amen.